ThePostOnline

Sleutels tot succes

19-09-2011 12:00

Nu de afgelopen weken en maanden hier op De Jaap uitgebreid is uitgelegd waarom de herverkiezing van president Obama in 2012 steeds meer onder drukt komt te staan, wordt het tijd voor een ander geluid. Allan J. Lichtman – docent Amerikaanse politieke geschiedenis aan de American University in Washington, D.C. – analyseerde in 1981 alle presidentsverkiezingen sinds 1860 waarbij de zittende president, de incumbent, verkiesbaar was. Hij kwam tot de conclusie dat dertien ‘sleutelfactoren’ in het voordeel of nadeel van de zittende president kunnen werken. Als acht of meer van die sleutelfactoren in het voordeel van de incumbent uitpakken, dan wordt hij herkozen volgens Lichtman, terwijl zeven of minder een verloren herverkiezing zou betekenen. Sinds 1981 gebruikte Lichtman zijn systeem om de uitslagen van alle presidentsverkiezingen die van toepassing waren correct te voorspellen en aan de hand van zijn sleutelfactoren is Lichtman er nu van overtuigd dat Obama nog vier jaar in het Witte Huis zal blijven wonen.

Voorspelling


1. Party mandate: After the midterm elections, the incumbent party holds more seats in the House of Representatives than it did after the previous midterm elections.
2. Contest: There is no serious contest for the incumbent party nomination.
3. Incumbency: The incumbent party’s candidate is the sitting president.
4. Third Party: There is no significant third party challenge.
5. Short-term economy: The economy is not in recession during the election campaign.
6. Long-term economy: Real per capita economic growth during the term equals or exceeds mean growth during the previous two terms.
7. Policy change: The incumbent administration effects major changes in national policy.
8. Social unrest: There is no sustained social unrest during the term.
9. Scandal: The incumbent administration is untainted by major scandal.
10. Foreign/military failure: The incumbent administration suffers no major failure in foreign or military affairs.
11. Foreign/military success: The incumbent administration achieves a major success in foreign or military affairs.
12. Incumbent charisma: The incumbent party’s candidate is charismatic or a national hero.
13. Challenger charisma: The challenging party’s candidate is not charismatic or a national hero.

Bron: FiveThirtyEight/The New York Times

Volgens de voorspelling van Lichtman pakken negen van de dertien sleutelfactoren, die hier boven allemaal zijn weergegeven, positief uit voor president Obama, te weten ‘Contest’, ‘Incumbency’, ‘Third Party’, ‘Policy Change’ (dankzij Obamacare en zijn stimuleringsmaatregelen voor de economie), ‘Social unrest’, ‘Scandal’, ‘Foreign/military failure’, ‘Foreign/military success’ (dankzij de liquidatie van Osama bin Laden) en ‘Challenger charisma’. Daarmee zou hij dus aan de veilige kant van de streep zitten en is het eigenlijk een gelopen race voor de president.

Kritiek
Het systeem achter zijn voorspelling kwam Lichtman echter op aardig wat kritiek te staan, vooral van FiveThirtyEight’s Nate Silver. Silver trok de wetenschappelijke methode van Lichtman in twijfel, maar bood hem wel de ruimte voor een weerwoord waarin Lichtman veel van de kritiek kon weerleggen. Toch blijft een aantal problemen staan. Om te beginnen zijn de sleutelfactoren die Lichtman gebruikt in grote mate subjectief. De mate waarin iemand charismatisch wordt gevonden of waarin buitenlands/militair beleid als een succes wordt bestempeld verschilt van persoon tot persoon. Lichtman heeft geprobeerd voor alle sleutelfactoren objectieve criteria op te stellen, maar dat neemt niet weg dat een analyse dat Obama in 2008 wel charismatisch was en nu niet meer, op beide momenten een persoonlijke inschatting betreft. John McCain werd door Lichtman nooit als national hero bestempeld terwijl veel Amerikanen daar, dankzij McCain’s rol en gevangenschap in Vietnam, anders over denken. De eerste zes van Lichtmans sleutelfactoren zijn in grote mate nog kwantificeerbaar, maar de laatste zeven vragen vooral om een kwalitatief oordeel en dat maakt ze discutabel voor een wetenschappelijke voorspelling.

Een ander probleem lijkt echter voor grotere complicaties te zorgen om op Lichtman te vertrouwen in 2012. Slechts twee van zijn sleutelfactoren draaien om de staat van de economie. Bill Clinton sprak ooit de befaamde woorden “it’s the economy, stupid” en het lijkt algemeen geaccepteerd in Amerika dat herverkiezing voor een president nagenoeg onmogelijk is als de economie voor problemen zorgt. Al maanden geleden werd op De Jaap uitgelegd dat het sinds de Tweede Wereldoorlog maar één keer is voorgekomen dat een president – Ronald Reagan – werd herkozen ondanks dat de werkeloosheid boven de 6 procent lag, terwijl president Obama met 9 procent worstelt. Volgens de criteria van Lichtman kan Amerika echter failliet gaan en met een werkeloosheid van 80 procent zitten terwijl de president herkozen wordt omdat hij zo charismatisch is en zoveel internationale successen geboekt heeft.

Hoop
De terechte kritiek van Silver werpt een schaduw over de voorspelling van Lichtman, maar maakt hem niet overbodig of onzinnig. Als Lichtman namelijk één ding aantoont, is dat de monofocus van Amerikaanse media niet altijd leidend is in het stemgedrag van de Amerikaanse kiezer. Media richten zich op dit moment volledig op de economie en de werkeloosheid en veel Amerikanen zullen veel waarde hechten aan hun economische vooruitzichten als ze in november volgend jaar naar de stembus gaan. Ze nemen echter meer zaken mee in hun afweging en het is zeker niet gezegd dat Amerika in 2012 voor een Republikein zal kiezen als Obama de economie niet aan de praat heeft gekregen. Lichtman toont met zijn historische analyse aan dat verschillende sleutelfactoren een doorslaggevende rol gespeeld hebben in de laatste 150 jaar en dat zullen ze de komende 150 jaar waarschijnlijk ook blijven doen. Het zal in ieder geval een handvat van hoop zijn voor de president en zijn team die steeds vaker worden afgeschreven.

Adriaan Andringa zal tot de presidentsverkiezingen in 2012 regelmatig verslag doen van het Amerikaanse politieke schouwspel.