ThePostOnline

Hadden we de Wit-Russische executies kunnen voorkomen?

21-03-2012 13:00

Twee dode jongens, vermoord na een schijnproces. In Europa weten we precies wat we moeten vinden van de recent voltrokken doodstraffen in Wit-Rusland. Maar hadden we er ook wat aan kunnen doen? Die vraag is lastig te beantwoorden. Dictator Loekasjenka en zijn regime zijn niet erg gevoelig voor Europese druk. Ze halen er hun neus voor op, maken gebruik van de gelegenheid om er binnenlands over te schamperen (‘Beter dictator dan homo’, zei Loekasjenka over Guido Westerwelle). Toch zijn er wel een paar mogelijkheden voor Europa en de “beschaafde wereld”. Met zevenmijlslaarzen:

Sancties
Op dit moment mogen Loekasjenka en zijn getrouwen de Europese Unie niet in. Die sanctie bestaat al langer, maar wordt slechts mondjesmaat uitgevoerd. Wanneer Loekasjenka een geschikte spreker is op een congres, is hij, ‘bij uitzondering’  toch welkom. Naast deze reisbeperking, zijn van dezelfde groep de tegoeden bevroren. Aan dit soort sancties wordt meestal één concrete eis verbonden, in dit geval is dat: ‘het vrijlaten van de politieke gevangenen’. Dat is handig, want concreet en haalbaar. Maar andere mensenrechtenschendingen worden daarmee dus niet aangepakt.

Politieke voorwaarden bij het geven van IMF-leningen hebben soms wel effect. Ook dan gaat het om kleine, concrete eisen waaraan makkelijk is te voldoen. Met geld is hij makkelijker te treffen.
Nu betekent de Wit-Russische economie bijna niets voor onze Europese economieën. Omgekeerd is dat echter absoluut niet het geval, zeker voor ons niet. Na Rusland, is Nederland de belangrijkste handelspartner voor  Wit-Rusland. Een daadwerkelijke boycot zou dus impact hebben op Wit-Rusland. Het is alleen maar de vraag op wie. Loekasjenka en zijn vriendjes zullen er geen boterham minder om eten. Zo’n boycot zal uitgelegd worden als een actie van Europa tegen de hardwerkende Wit-Russen. Maar met een concreet doel (bijvoorbeeld een moratorium op de doodstraf), kan zo’n boycot best effectief zijn. Waarschijnlijk zal de Wit-Russische economie zo’n boycot niet lang verdragen en weet Loekasjenka dat ook. Hij kan dan toegeven vóór dat er werkelijk onrust bestaat.

Ondersteunen van de oppositie
Sancties zijn gekoppeld aan concrete doelen, te voldoen door het huidige regime. De beste manier om de situatie te verbeteren is natuurlijk een regimechange. De oppositie in Wit-Rusland is echter klein en verdeeld. Zowel de Verenigde Staten als verschillende Europese landen stoppen geld in het ondersteunen van de oppositie. Dat gaat lang niet altijd op een effectieve manier. Voor die enkelingen die betrokken zijn is het leuk dat ze meerdere malen per jaar met Europees geld op reis kunnen, maar de beweging wordt er niet groter en nauwelijks sterker van. Opvallend is dat Nederland vooral kleinschalige projecten ondersteunt die geïnitieerd zijn in Wit-Rusland zelf, waar de Verenigde Staten kilo’s dollars inzetten om volgens een standaardrecept democratie te koken. Iedere ondersteuning is natuurlijk meegenomen, maar over de inzet van het geld moet goed worden nagedacht.

Visa
Veel Wit-Russen weten niet dat het écht ook anders kan. Kinderen uit het Tjsernobylgebied mogen vaak op reis naar Europa, zij zien daar dat een andere manier van leven  mogelijk is. Of die beter is, doet niet ter zake, hij is in elk geval anders. Andere Wit-Russen reizen over het algemeen niet en hebben dus geen referentiekader. Dat komt onder meer omdat het heel lastig is om een Schengenvisum te krijgen. Hef die beperking voor Wit-Russische jongeren op. Laat ze hier een hele zomer zien hoe het het in Nederland is, hoe dingen hier geregeld zijn, wat we hier over politici mogen zeggen. (En, zoals ze stuk voor stuk zullen zeggen, hoe wij kleine kinderen mishandelen door ze naar de kinderopvang te brengen- maar ook kritiek hoort erbij). Die kennis nemen ze hun leven lang mee en maakt de kansen voor een grotere en succesvollere oppositie groter. Mensen geloven dat het anders kan.

Aandacht
Wit-Rusland is de vijand niet, dus maken we ons niet druk om wat er daar gebeurt. Maar laten we dat nu wel eens doen. Laten we eens weten waar Wit-Rusland ligt op de kaart: op 2,5 uur vliegen, naast Polen, in Europa.  De enkele Wit-Russen die in Nederland wonen moeten steeds zeggen: nee, niet Rusland, Wít-Rusland. En dan wordt er nog steeds vanuit gegaan dat ze uit Siberië komen, want daar is het Rusland en daar is het wit. Velen van hen zijn hier om politieke redenen, maar daar komen nieuwsgierige vragenstellers zelden aan toe. Wel mogen de Wit-Russen vragen beantwoorden of ze het nu ook zo erg vinden, van Poetin. En dat die oma’s meedoen aan het songfestival.
Media besteden maar spaarzaam aandacht aan Wit-Rusland. Hoofdredacteuren wijzen erop dat er overal wel zielige mensen zijn. Dat klopt, en die moeten vooral óók aandacht krijgen. Maar dit is onze Europese achtertuin, dat maakt de zaak wel anders.
Zonder aandacht zien we niet wat er gebeurt en komen we er niet eens aan toe om actie te ondernemen.

Franka Hummels is historica en freelance journalist, gespecialiseerd in Oost-Europa, met name Wit-Rusland en de rest van de voormalige Sovjet-Unie.