Deze week luidden de media weer eens de noodklok over jongeren en sociale media. Jongeren krijgen stress van sociale media, zo rapporteerden onder andere NOS Journaal, Metro en Trouw. De berichten zijn gebaseerd op onderzoek van de Nationale Academie Media & Maatschappij. Die naam klinkt heel vertrouwenwekkend, maar heeft met wetenschap niets te maken. Het onderzoek achter de berichten mag de naam onderzoek niet dragen, maar is een PR-stunt waarmee twee slimme ondernemers hopen geld te verdienen aan zorgen van opvoeders en overheid.
Het persbericht heeft een hijgerige toon waarvan de lezer inderdaad gealarmeerd raakt:
Uit het meest recente onderzoek van de Nationale Academie voor Media & Maatschappij blijkt dat jongeren tussen 13 en 18 jaar lijden aan een serieuze vorm van Social Media Stress (SMS). De Sociale Media blijken met hun subtiele stimuli zoals geluiden, pushberichten, aandacht en beloningen jongeren in hun greep te houden. Jongeren geven aan niet meer zelfstandig te kunnen stoppen, omdat zij bang zijn buitengesloten te raken. Wanneer deze angst ernstige vormen aanneemt kan men spreken van FOMO – Fear of Missing Out [accenten LD].
We bekijken eerst het rapport, dan de auteurs en vervolgens de maatschappelijke implicaties van dergelijk ‘onderzoek’.
Interpretaties kloppen niet met de resultaten
Het onderzoeksrapport [PDF] is geen onderzoeksrapport. Zo bevat het geen volledige beschrijving van de methode en is het theoretisch kader ontleend aan een wikipediapagina over onderzoek met dieren uit 1930. Bij het lezen van het rapport valt direct op dat de interpretaties van de auteurs niet overeenkomen met de door hen gepresenteerde data. Zo wordt hun belangrijkste conclusie dat jongeren aan stress lijden niet onderbouwd door de cijfers:
De helft van de jongeren voelt zich dus helemaal niet gestrest als ze niet kunnen bijhouden wat er gebeurt op sociale media. Daarbij: aangeven in een vragenlijst dat je stress hebt is geen diagnose van daadwerkelijke stress. De auteurs operationaliseren dit begrip overigens nergens. Ook op andere plaatsen komen we zulke moedwillige misinterpretaties tegen. Zo voelt 59 procent zich helemaal niet buitengesloten als ze wat missen.
Auteurs vinden jongeren van nu extreem bijzonder
De auteurs hebben opmerkelijk weinig inzicht in jongerencultuur door de jaren heen. Jongeren zijn inderdaad gericht op hun leeftijdsgenoten. Jongeren vergelijken zich inderdaad veel met hun leeftijdsgenoten. Jongeren krijgen inderdaad een goed gevoel wanneer leeftijdsgenoten aardig tegen hen doen. Sinds de jaren ’60 komt dit naar voren uit jeugdonderzoek. Maken sociale media dat erger? Dat is twijfelachtig en kan zeker op basis van deze rapportage niet vastgesteld worden.
Je kunt je daarbij afvragen of sociale media niet druk opleveren voor iedereen. De auteurs beargumenteren dat jongeren bijzonder kwetsbare wezens zijn vanwege hun “niet volledig ontwikkelde prefrontale cortex” (p.10). Dit doet voorkomen alsof de hersenen zodra we volwassen zijn zich niet meer ontwikkelen en alsof leeftijd garant staat voor bescherming tegen externe prikkels.
Een voorbeeld van de opmerkelijke som jongeren+sociale media=eng is het aangehaalde ‘Fear of Missing Out’ (FOMO). Volgens de auteurs is dit in Amerika “een veelbesproken en veelvuldig onderzocht verschijnsel” (p.12). Ze verwijzen daarbij niet naar wetenschappelijke artikelen, maar naar een presentatie op South By South West. Een snelle zoektocht in Google Scholar leert ons dat FOMO bij allerlei groepen wetenschappelijk is onderzocht: vrouwelijke managers, koopjesjagers, bejaarden, allemaal niet in de context van sociale media.
Nationale Academie blijkt handig bedrijf
Hoe gezagwekkend en geleerd de naam ‘Nationale Academie Media & Maatschappij’ ook klinkt, het gaat hier niet om een onafhankelijk onderzoeksinstituut. De website leert ons dat de Academie “een een idealistisch instituut” is. Wat doen ze dan? Diensten verkopen. De initiatiefnemers zijn heel toevallig net een cursus Social Media Professional à €495 pp gestart.
Beide initiatiefnemers noemen zich ‘lifecoach’ en zijn met name actief in de verkoop van cursussen op het gebied van mediawijsheid. Een van de auteurs zit ook achter Mediarakkers, een stichting die zich richt op “verantwoorde reclame” voor kinderen en die vreemd genoeg gesponsord wordt door bedrijven als McDonalds, Hasbro en Haribo.
Implicaties voor de maatschappij
Is het erg dat handige ondernemers niet alleen inspelen op maatschappelijke angsten over jongeren en nieuwe media, maar deze ook aanwakkeren om daar geld mee te kunnen verdienen? Het antwoord op die vraag hangt af van persoonlijke morele overwegingen. Het is evenwel belangrijk deze personen te volgen, met name omdat de overheid luistert naar dit soort zelfbenoemde experts. Links en rechts ziet het door hen voorgestelde instrument mediawijsheid als belangrijk onderdeel van hedendaags onderwijs. Er gaat dan ook veel belastinggeld naar dergelijke initiatieven.
De journalisten die dit ‘onderzoek’ als waarheid hebben overgenomen dienen daarom bestraffend toegesproken te worden. Het rapport van 21 pagina’s is zo gelezen en je hebt geen universitaire opleiding of methodologische training nodig om er gaten in te schieten. Vooral de journalisten van het Journaal is dit aan te rekenen, dat een lang maar kritiekloos item maakte. Journalisten zouden bij deze schimmige marketing-sector vol belangenverstrengeling een rol als waakhond moeten vervullen, niet die van gratis reclamepodium.
Lees ook deze blogpost van NWT over dit onderwerp.