Columniste Gea Bredevoort (43) schrijft al jaren voor de Courant van Raalte een wekelijkse column, en in al die tijd is zij nooit het slachtoffer geworden van anonieme haters. Wat doet dat met je, als columnist, als vrouw, en gewoon als mens? TPO zocht Gea op en sprak met haar over het uitblijven van stront, drek en commentaren over haar uiterlijk.
“In het begin schreef ik vaak columns over mijn dagelijks leven, gewoon, over dingen die me bezighielden,” vertelt Gea, gezeten aan haar keukentafel. Haar naambordje hangt groot op de deur, het is een beschilderde dakpan, we zitten aan de eettafel die uitkijkt op de straat. Het gordijn is open. Gea heeft dan ook absoluut niets te vrezen, zelfs het touwtje uit haar brievenbus kon gewoon blijven hangen nadat zij begon te publiceren in de Courant van Raalte.
“Het waren columns over mijn kinderen, soms ook best gewaagd, dat ik bijvoorbeeld wat schreef over opvoedmethoden van andere moeders. Maar niks, nog geen ingezonden brief.” Ten einde raad opende Gea een Twitteraccount. Maar de anonieme trollen bleven weg. “Ook toen ik over de politiek hier in Raalte ging schrijven, kwam niemand op de proppen met haatcommentaren. Ook niet nadat de krant een foto van mij naast mijn columns afdrukte. Ik ben niet de slankste bijvoorbeeld en draag een bril, maar nee: geen kik. Laat stáán dat mensen kwamen melden dat ‘daar een piemel in moet’ ofzo.”
Gea houdt zich groot, maar haar stem slaat toch even over als ze vertelt dat ze op een gegeven moment zichzelf niet meer was, haar eigen grenzen over ging om het gebrek aan bagger dat ze over zich heen krijgt, te compenseren. “Ik had een column geschreven over islam, en daarin ook een alinea dat ik mijn kinderen niet inent. Dat was niet eens wáár, maar je denkt gewoon dat je gek wordt, je gaat aan jezelf twijfelen als je zelfs geen smilies met van die lachtranen krijgt. Ik dacht: ‘Gea, waar ben je mee bezig?’ en heb de column teruggetrokken. Voor het eerst in al die jaren, en de Courant van Raalte was al bijna naar de drukker. Maar ik stond er niet achter.”
Gea’s hoofdredacteur greep in. “Hij was heel begripvol. ‘Gé’, zei hij ‘neem even de tijd om te bedenken of je dit nog wel allemaal wil. Of het t waard is allemaal.’ Hij kon het niet aanzien. En mijn man ook niet.” Strijdbaar: “Maar toen dacht ik: ik laat me niet kisten door een totaal uitblijven aan verkrachtingswensen, seksisme en verdachtmakingen! Ik ga dóór, ondanks alles.” Komende editie verschijnt er een stuk van Gea in de Courant van Raalte over het verraderlijke lenteweer: net de was buiten, en het kan gaan hózen! Bloemrijk en herkenbaar is het stukje zeker. Maar ook nu zullen sneren en bedreigingen uitblijven. Gea berust er in. “Het hoort erbij. Ik ben ik en ga me niet aanpassen aan het gedrag van welwillende lezers. Het zij zo.”