Column

De onderwijsfabriek

21-05-2010 10:35

We moeten bezuinigen. Het geld om bankiers te redden, moet nu eenmaal ergens vandaan komen. Sinds de democratisering van het onderwijs, is onderwijs een grote post en op grote posten kun je groot bezuinigen. De kwaliteit van het onderwijs is hoog en daar kan dus best wat af. Hoewel er aan de ene kant nagedacht wordt hoe Nederland voorloper kan zijn op het gebied van innovatie, wordt aan de andere kant het onderwijs uitgekleed.

Druk druk druk
Verschillende partijen willen bezuinigen op de studiefinanciering. Los van de vraag wat dit betekent voor de toegankelijkheid van het onderwijs, bedreigt dergelijke korting de kwaliteit van het onderwijs. Studenten zullen namelijk meer gaan werken. Het is nu de bedoeling dat studenten veertig uur in de week besteden aan hun studie. De meesten halen dit niet, omdat zij eenvoudigweg geen veertig uur in de week hebben. Bijna al mijn studenten hebben een baan van ongeveer twintig uur naast de studie. Uit peiling blijkt dat 42 procent van de studenten nog meer wil gaan werken of een baan gaat zoeken, mocht de basisbeurs vanwege bezuinigingen wegvallen. Vaak vraagt de stof ook geen veertig uur werk. Dat komt weer door bezuinigingen aan de docentenkant.

De laatste jaren is de werkdruk aan de universiteit sterk gestegen. De opleiding Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam is een onderwijsfabriek. Toen ik Politicologie studeerde, kreeg ik met maximaal vijftien andere studenten les van gepromoveerde docenten. Bij Communicatiewetenschap is het onderwijs massaal en wordt het vaak gegeven door ongepromoveerde docenten. Werkgroepen bestaan uit 25 studenten. In de master komt het voor dat er 28 studenten in een seminar zitten. Dit betekent niet alleen minder contact tussen student en docent, het betekent ook meer werk voor de docent. Er is echter geen urenruimte en dus bezuinig je als docent zelf. Je kiest voor opdrachten die je niet hoeft na te kijken. Studenten krijgen zo minder feedback op hun werk.

Automatisering
In de toekomst zal ICT meer ingezet gaan worden om kosten te besparen. Alle universiteiten zagen hun studentenaantallen stijgen afgelopen academisch jaar. Vanwege de crisis kiezen meer scholieren en hbo’ers voor een studie. De infrastructuur van de universiteit is daar niet opgebouwd. Het eerstejaarsvak dat ik gaf had 660 studenten. Er zijn geen collegezalen die zoveel studenten kunnen herbergen. Wij als hoorcollegedocenten vonden dat studenten er recht op hebben het college fysiek bij te wonen. Het contact dat je vanaf het podium hebt met de zaal is immers essentieel voor de wijze waarop studenten de stof tot zich kunnen nemen. Het college tweemaal geven, betekent echter meer uren voor de docent en uren kosten geld. Het hoorcollege laten streamen kost bijna niets. En dus werden de colleges opgenomen en uitgezonden, zodat de 330 studenten die niet in de zaal pasten, het toch konden kijken. Ik verwacht dat in de toekomst de docent veel vaker vervangen zal worden door film.

Mijn eerstejaarsvak werd dit jaar slechter gemaakt dan het jaar ervoor. Het is lastig te bepalen aan welke factoren dat heeft gelegen, maar de streaming zou er een van kunnen zijn. Dit vak is echter niet aangewezen als een selectievak. Universiteiten krijgen geld voor het aantal studenten dat de opleiding afrondt, niet voor het aantal studenten dat daadwerkelijk studeert. De prikkel is dus studenten te laten slagen. Daarom werd het tentamen opgehoogd, zodat toch het door de afdeling gewenste slagingspercentage werd bereikt. En zo blijven we netjes binnen de begroting. Niemand die er om maalt, studenten zijn toch te druk om te protesteren.