De vuilniszak

30-11-2009 14:24

De agenda had bijna acht dagen lang naast het dode lichaam van mijn 40-jarige zoon Alexander gelegen. Via de politie kreeg ik die terug en het boekje lag lange tijd in een transparant plastic zakje op het dressoir in mijn woonkamer. Ik durfde de confrontatie met de inhoud van de agenda niet aan. Bang als ik was om de datum van zijn zelfmoord, 9 juni, onder ogen te zien. Wat zou mijn oudste – aan schizofrenie lijdende – zoon er opgeschreven hebben? Erger nog leek het me om in het zakje de stank van zijn ontbindende lichaam te ruiken. Het papier had die ongetwijfeld in zich opgenomen. Tot ik mezelf eindelijk over de drempel dwong.

Op m’n tenen sloop ik naar het dressoir en keek naar de opengeslagen bladzijde. Mijn blik werd onmiddellijk naar 9 juni getrokken. In tranen las ik de benodigdheden, die hij daar had genoteerd voor zijn zelfmoord en ik dwong mezelf om de lugubere details tot me door te laten dringen: Pillen, ouzo, vuilniszakken, post-elastiekjes, wat zou hij daarmee bedoeld hebben? Ik kan tot geen andere conclusie komen: Alexander wilde zichzelf eerst bedwelmen met pillen en drank en dan de vuilniszak over zijn hoofd trekken, elastiek er om heen tot een verstikkingsdood aan toe. Ik zag die benodigdheden in zijn agenda doorgestreept staan. Nauwgezet was hij tot in de dood.

Bestaat er een soort synchroniciteit van gebeurtenissen, bedacht ik opeens. Ik realiseerde me namelijk dat ik een paar dagen voor zijn dood op ook in de weer ben geweest met een vuilniszak. Op zondag 5 juni waren mijn man en ik namelijk met vakantie op Tenerife, een vulkanisch eiland met zwart zand, geheel onwetend van zich 2000 kilometer verderop afspeelde. Zo zaten wij die dag heerlijk in de zon op een terras bij het strand. Het was ochtend en we zouden de volgende dag weer naar huis gaan. Onze laatste kans dus op nog wat strandplezier. Toch was de situatie aan de boulevard anders dan voorgaande dagen. Er kwamen mensen voorbij; het begon met een paar, maar langzamerhand volgden er meer. Het waren voornamelijk jonge mensen.

Eerst viel het me niet zo op en dacht ik ‘misschien gaan ze naar een kerk’. Het was immers zondag. Maar na een kwartier zag ik de stroom aanzwellen tot grote groepen. Alle voorbijgangers bewogen zich met besliste passen voort op het trottoir langs ons terras. Ze gingen dezelfde kant op. Na een half uur nam het aantal passanten langzamerhand wat af, maar wie er ook aankwam, ze liepen dezelfde richting op. Ik voelde me heel onrustig en nieuwsgierig worden. Ik stootte mijn man aan: “Ik snap er niks van, waar zouden ze allemaal naartoe gaan?” Hij bleef op z’n stoel zitten, verzonken in zijn eigen pijntjes, en het liet hem zo te zien totaal onverschillig.

Wolkenloos
Ik wilde er meer van weten en tuurde in de verte of ik ontwaren kon waar de stroom heen ging maar hij loste zich op achter een nevelachtige rots. Het hield nu bijna op, slechts een handjevol jongelui haastte zich nog voorbij. Ik kon het niet langer uithouden. “Ik ga kijken”, zei ik op besliste toon. Mijn man bromde iets van laat mij hier maar zitten. Dus stond ik snel op en voegde me bij de laatste mensen die de richting van de verre rots insloegen.

Honderden meters verderop liepen we van de gebaande weg een stenig stuk strand op. Het uitzicht werd belemmerd door hoge rotsen. Dat wordt klimmen, dacht ik. Samen met de jongelui, die me een handje hielpen, besteeg ik moeizaam een helling. Boven op de rand stond een man, zijn silhouet scherp afgetekend tegen de blauwe, wolkenloze lucht. Hij had een grote rol donkergrijze, plastic vuilniszakken in zijn hand en scheurde er voor iedereen die het maar wilde een zak af. Op de rots stond ik even stil en keek stomverbaasd naar het uitzicht. Dat was een totale verrassing. Ik zag een schitterende, halfronde baai die van de zee tot de verre kliffen aan toe gevuld was met mensen. Het was er zo vol dat je over de hoofden kon lopen.

Vuilniszak
Ik behoorde echt tot de laatst gearriveerden en het bleek net op tijd. Met een vuilniszak in m’n hand daalde ik de helling voorzichtig af en voegde me bij de menigte. Rondom mij klonken gesprekken in het Spaans waar ik werkelijk niets van snapte; wat deden die honderden mensen hier, allemaal gewapend met een plastic zak?

Plotseling verstomden de stemmen, boven op de rots nam de man van de zakken een megafoon ter hand en hij riep in het Spaans iets over de hoofden van de menigte heen. Tot mijn afgrijzen en verwondering sloeg iedereen tegelijk z’n grijze zak open en trok hem over z’n hoofd. Ik wilde niet achter blijven en deed ’t ook maar. Voor alle zekerheid maakte ik een gaatje in mijn zak om te zien hoe het allemaal zou aflopen. De man met de megafoon brulde een Spaanse kreet over de baai en uit honderden kelen klonk dezelfde kreet.

Ritueel
Dit ritueel werd vele malen herhaald en ondertussen had ik een fascinerend uitzicht. De grote baai had een metamorfose ondergaan. Door mijn kijkgat zag een enorme, zwartgrijze massa die het hele strand bedekte. Na een paar keer schreeuwen wist ik hoe de kreet luidde en deed dapper mee. Zonder te weten wat ik eigenlijk riep. Tot het op slag was afgelopen en de mensen hun vuilniszak weer afdeden. Gezellig met elkaar pratend liepen de deelnemers terug naar het pad over de rotsen. Langzamerhand stroomde het strand leeg. Interessant om meegemaakt te hebben, dacht ik enthousiast. Hoewel ik geen notie had waarover het ging.

Opgewekt met mijn vuilniszak zwaaiend liep ik terug naar mijn man op het terras. Hij reageerde amper op mijn verhaal, maar die gebeurtenis in de baai zou ik nooit vergeten door de agenda van Alexander.

Vier dagen later was hij dood. Zijn vuilniszak heeft hij wel even uitgeprobeerd, maar die poging tot verstikking heeft hij kennelijk afgebroken. Zo stond er in het medisch rapport achteraf. Mijn vuilniszak moet een protest tegen milieuvervuiling geweest zijn, bedacht ik later. Dat Alexander op diezelfde zondag zijn vuilniszak bekeken moet hebben, lijdt geen twijfel. Misschien heeft hij ‘m toen ook even over z’n hoofd getrokken om te voelen hoe ’t zou zijn.

Een krankzinnig toeval.

De auteur is net geen babyboomer meer, AOW-er en journalist.