Column

Feuilleton: The Ana-files (56)

28-09-2010 10:00

In psychiatrische klinieken is men dol op etiketten. Wat dat betreft is het er net de gewone wereld, met het verschil dat de labels hier niet gaan over zaken als ‘uiterlijk’, ‘opleidingsniveau’ of ‘etnische afkomst’, maar worden gebruikt om afwijkingen te duiden. Schizofrenie, anorexia, narcisme, borderline, depressie; elke gek zijn eigen hokje. Dat maakt de behandeling namelijk gemakkelijker. En is bovendien handig voor de verzekering. Lekker duidelijk, lekker overzichtelijk. Alles helder, iedereen blij. Zou je denken.

Labels for less
Toen ik me inmiddels 1,5 jaar geleden aanmeldde bij de eetstoorniskliniek, was de primaire diagnose snel gesteld. Meer dan 10 kilo ondergewicht, een voedingspatroon dat voornamelijk bestond uit vasten, slapeloosheid, overmatig sporten en een waslijst aan lichamelijke klachten leidden rap tot het stempel ‘anorexia’. Maar daarmee waren we er nog niet. Na het invullen van een stuk of 10 vragenlijsten, werden ‘sociale fobie’ en ‘angststoornis’ ook even aan mijn medisch dossier toegevoegd.

Een half jaar later besloten de therapeuten mijn vastgestelde sociale angst – sowieso een bijzonder label voor iemand die zich de godganse tijd omringt door mensen, zelfs als diegene er een pervers plezier in schept zichzelf te kwellen – toch maar te verruilen voor weer een andere afwijking: obsessief compulsieve stoornis. Ik maakte teveel schoon, ruimde teveel op en controleerde veel te vaak of de deur wel op slot zat, het gas was uitgedraaid en ik mijn portemonnee, telefoon, sleutels niet was verloren. Vonden de psychologen tenminste. En dat was niet normaal, dus moest ik er maar snel mee ophouden.

Ondertussen was ik echter vooral druk met 12 kilo aankomen. En gebeurde er verder vrij weinig met alle etiketten die ik door de kliniek opgeplakt had gekregen. Dat was geen verrassing – de boodschap ‘eerst gezond gewicht, dan problemen oplossen’ was me bij mijn intake reeds ingeprent – maar werd naarmate de weken vorderden wel steeds frustrerender. Want waar ik vroeger alle problemen gewoon compleet negeerde, was dat door de therapie die ik kreeg en mijn afnemende ondergewicht niet langer mogelijk. En had ik ineens wel last van alle afwijkingen die ik jarenlang als normaal had beschouwd.

Dit is een test
Er was echter nog een laatste onderzoek nodig, aldus de kliniek. Dus kreeg ik 205 nieuwe vragen onder mijn neus geschoven. Heb ik moeite om mensen te vertrouwen? Was ik ooit lichamelijk of geestelijk mishandeld? Liet ik wel eens aan anderen zien wie ik echt ben? Voel ik me regelmatig alleen, ongelukkig, minderwaardig, lelijk, boos, dik, onwaardig, een slecht mens? Urenlang was ik bezig elke vraag van een zo eerlijk mogelijk antwoord te voorzien. Twee weken later volgde de uitslag. En zoals het een echte anorect betaamt, had ik vooral hoog gescoord in de categorieën die gaan over minderwaardigheid en zelfdiscipline. Al waren daar geen prijzen mee te verdienen.

Daarmee waren alle tests, onderzoeken en vragenlijsten eindelijk afgerond. En weet ik dat ik een anorect ben met een angst- en obsessief compulsieve stoornis, in het bezit van ‘meedogenloze normen’, ‘verlatingsangst’ en de neiging tot ‘onderwerping’ en ‘zelfopoffering’. Een indrukwekkend lijstje, dat sowieso. Als ik mijn afwijkingen zo onder elkaar op een papier geschreven zie staan, verbaast het me zelf bijna dat ik  min of meer gewoon functioneer en niet schuimbekkend over straat zwalk. Want dat is natuurlijk het probleem met zo’n opsomming van defecten: zonder context, franje en opsmuk neergepend, klinken ze wel erg angstaanjagend.

Maar zoals ik me steeds meer bewust word van wie ik ben, zo weet ik nu ook precies wat me mankeert en waar mijn valkuilen liggen. Aangenaam kennis te maken. Ik stel voor dat we er nu gewoon iets aan gaan doen.

Kijk hier voor een overzicht van eerdere Ana-files.