Column

Gevaarlijke gekleurde armoede, een complottheorie

14-06-2012 09:32

In Vlaanderen begint de armoede zorgwekkende vormen aan te nemen. Het heeft ook nog eens opvallend vaak een kleurtje. ‘Nu al leeft tien procent van de Vlamingen onder de armoedegrens, maar als je inzoomt op mensen van Marokkaanse, Turkse of Oost-Europese origine, dan ligt dat percentage nog veel hoger,’ meldt De Morgen van 11 juni jongstleden, die zich baseert op de jongste cijfers van het Kennisplatform van het Vlaams Armoedesteunpunt (VLAS). De Vlaamse minister van Armoedebestrijding Ingrid Lieten zegt ‘gechoqueerd’ te zijn door het onderzoek. Uit de mond van een minister wil dat zoveel zeggen als dat ze de bevindingen uiterst serieus neemt maar niet heeft zien aankomen. Wat ik niet kan geloven. Ten eerste omdat de aandacht voor armoedebestrijding nooit verslapt, en al helemaal niet tijdens een economische crisis. Ten tweede weet men al jaren dat de helft van de Belgische allochtonen met Marokkaanse en Turkse komaf onder de armoedegrens leeft. Ten derde is er een verband tussen de verkleuring van armoede en de verscherpte controle op niet-Westerse immigranten.

Armoede ligt aan de basis van een hoop ellende. Het is, bijvoorbeeld, een ideale voedingsbodem voor politieke fanatici. Er zijn er altijd wel een paar te vinden die de oorzaak van hun ellende zoeken in de wijze waarop de maatschappij is geordend, als u begrijpt wat ik bedoel. Nog begin deze week verhoogden de Brusselse autoriteiten het dreigingsniveau voor moslimterreur naar code rood, nadat een extremist twee agenten had verwond met een mes in een metrostation. Hij verklaarde een heilige oorlog te voeren vanwege de manier waarop België met moslims omgaat. Zulks zie je aankomen. Daarmee is niet gezegd dat er een causaal verband bestaat tussen armoede en terrorisme − ik weet dat de kapers van 9/11 allemaal uit welgestelde families kwamen − maar wel tussen sociale ongelijkheid en terrorisme.

Genoeg over Vlaanderen. Wat weten we eigenlijk van de armoede onder allochtonen in Nederland? Welnu, het CBS en het CPB signaleerden reeds in 2005 een ‘verkleuring’ van de armoede. Nog altijd is de armoede bij huishoudens met een niet-Westerse hoofdkostwinner viermaal zo groot als bij autochtone huishoudens, blijkens het Armoedesignalement 2011. Maar veel Nederlanders willen er niet van weten. Per slot van rekening is Nederland een rijk land, dus zouden we niet mogen spreken van armoede. Dat vertekent de boel alleen maar. Arm in Nederland is wie langdurig moet rondkomen van minder dan 10.000 euro per jaar, de zogenaamde lage-inkomensgrens. Dat is voor een arme boer in Congo of Afghanistan een fortuin!

Jawel, maar in Nederland ben je gewoon arm. Dat heeft te maken met de levensstandaard, die bij ons heel erg hoog is en in Derde Wereldlanden heel erg laag. Een betrekkelijkheid die nogal eens wordt miskend, ook door onze premier Rutte. ‘Armoede is echt een vertekening van de feiten. We hebben het over mensen met een laag inkomen,’ zei hij eind vorig jaar in een Tweede Kamerdebat over de stapeling van bezuinigingen.

Armoede in Nederland is een complex verschijnsel. Het hangt af van allerlei factoren zoals inkomen, opleiding, zelfredzaamheid en leefomgeving. Het is een samenlevingsprobleem waarbij welvaart niet goed wordt verdeeld. Heel concreet hebben we het gewoon over mensen die aan de onderkant van de maatschappelijke ladder bungelen. En over kinderen die opgroeien in gezinnen die geen enkele aansluiting met de maatschappelijke werkelijkheid hebben. De meeste van hen weten zich aan hun milieu te ontworstelen, maar niet alle. Je kunt op je klompen aanvoelen waar dat heengaat. In vroeger tijden werden ze geronseld om in vreemde legers te vechten, als huurling. Of ze werden verhandeld als slaven. In onze tijd gaan ze de criminaliteit in, of ze laten zich ronselen voor de een of andere radicale beweging. Dat hoeft niemand meer te verbazen. Wat zou moeten verbazen, zijn bestuurders die doen alsof ze dat niet weten. Die toestaan dat er meer dan waar ook wordt afgeluisterd. En intussen de lat wel heel erg laag leggen door ‘onze’ armoede te vergelijken met die van Derde Wereldlanden. Zo blijft de deur open voor politieke opportunisten, die begrijpen dat de grote verhalen hebben afgedaan maar niet de grote angsten. Die niet te beroerd zijn om op de criminaliteitscijfers van Marokkanen, Turken en Antillianen te wijzen. En daarmee de suggestie wekken dat er een verband is tussen criminaliteit en kleur. Wat een controversieel, ja racistisch verband is. Je zou denken dat een verband tussen armoede en kleur veel minder controversieel is. Toch is er geen enkele politieke partij die daar op wijst. Ja, er wordt weleens wat vrijblijvend geroepen over discriminatie bij werkgevers.