Stel dat ik aan politieke correctheid zou lijden en mijn vriendin blind was

10-03-2018 17:24

Stel je voor dat ik aan een vreselijke vorm van politieke correctheid zou lijden, nee, ik was er de belichaming van. Ik had misschien eerst mijn studententijd doorgebracht in safe-spaces, waar ik leerde dat mensen niet alles mogen zeggen. Ik vond islam de religie van vrede, en als ik dat niet echt vond, bijvoorbeeld vlak na een aanslag, dan vond ik wel dat je er niets naars van mocht zeggen, want moslims hadden het al zo zwaar.

Ik vond het belangrijk dat anderen niet dachten dat ik slecht was. Dus ik stemde Groenlinks of D66 want ik geloofde ook in links onderwijs en dat je organen van de staat zijn, want zonder dwang geen liefdadigheid. Ik trok het mij persoonlijk aan – en oefende vaak mijn tranen – als mensen me op anderen ideeën probeerden te brengen. Wat had ik hun ooit aangedaan, en sowieso, konden we het niet gewoon gezellig houden?

Alle meningen perfect op elkaar afgestemd

Jesse Klaver vond ik een fris gezicht temidden van de polarisatie die kwam door racisten in de politiek. Dat had Pechtold zelf gezegd. Ik was gek op donkere mensen (zo mooi!) en dat liet ik graag doorschemeren. Ik woonde samen met een feministische man, die op papadag in het Vondelpark supergave praatjes aanknoopte met klonen van hemzelf, terwijl onze genderneutrale kinderen met hun Petit Bateau-jasjes over kinderarbeid-koopjes met niemand hun speelgoed zou delen.

Stel je voor dat mijn goede vriendin dat allemaal niet was en had. Niet politiek correct was. Ze had om die reden niet zoveel vrienden, en misschien ging ze alleen maar daarom met mij om. Maar ik zou dat niet door hebben, want wie wilde er nou niet met mij omgaan? Dat liegen over van alles werkte enorm verbindend, alle meningen waren perfect op elkaar afgestemd. Die vriendin had het maar over vrijheid enzo en zelf nadenken, maar wat had je daar nou aan?

Hoe het met de mensen ging

Stel je voor dat die vriendin een ongeluk zou krijgen en blind en hersenbeschadigd zou raken. Ze zou vast – na een lange en zware tijd van herstel – willen weten wat er gebeurd was op de wereld. Stel dat ik haar dat zou moeten vertellen. Dat zou nog niet meevallen, want ze keek geen NPO meer, ze las niets en sprak geen collega’s. Ze was een deel van haar geheugen kwijt. Maar ze wilde weten hoe het met de mensen ging.

De mensen in de provincie, bedoelde ze die? Gewone mensen  waren nu steeds meer aan het zeuren en ondankbaar aan het doen, zou ik haar vertellen. Maar waarover dan, vroeg de vriendin. De islamofobie is enorm toegenomen, antwoordde ik. Dat was toch eerlijk?

Dochter van een rechtse politicus

Ik had haar misschien verteld dat er onlangs een vrouw was die had gezegd dat ze verkracht was door een Franse politicus. Ze had de lach op mijn gezicht niet kunnen zien, omdat het vermakelijk was die leugen van die aandachttrekker. Maar ze snapte het niet. Mijn vriendin begon over #metoo, dat was toch juist dat slachtoffers allemaal geloofd werden? Nee, dit was de dochter van een rechtse politicus, zou ik haar uitleggen. Dit viel nog niet mee.

Er was eindelijk weer eens een man hoogleraar geworden, ging ik verder. Is die ellendige vrouwen-voortrekkerij op universiteiten voorbij, vroeg ze. Nee, het was een islamist die hoogleraar was geworden in Utrecht, op de faculteit vrouwenstudies. Ze wilde een slokje water.

Het zou haar vast opvrolijken dat de haat uit de samenleving aan het verdwijnen was, dus vertelde ik haar dat. Dat de censuurwet nu eindelijk weer meer vrijheid van meningsuiting betekende.

Je had je ogen toch zeker niet nodig om iets te geloven?

Ze ging dit navragen bij iemand in het revalidatiecentrum. Die persoon vond het nodig om erbij te zeggen dat deze vrijheid schijn was en alleen nog gold voor een selecte groep. Nou zeg, alsof wij een ‘selecte groep’ waren, wij hadden gewoon niets met ‘haat’. Dat niet iedereen meer vrij was was toch niet mijn schuld? Dat deed er toch niet toe?

Je had je ogen en herinnering toch zeker niet nodig om iets te geloven?

Mijn vriendin belde me daarna niet meer, ik kreeg nog wel een kaart: ‘Bedankt voor je hulp. Ik ben dolblij dat ik nog mijn oude zelf ben ondanks alles.’