Als vriend van het Westen en strategische pion in de strijd tegen internationaal terrorisme (Somalië) wordt hulptarget Ethiopië vaak met fluwelen handschoen aangepakt. En dus maakt de Nederlandse regering
zich ‘zorgen’ over de omstreden NGO-wet in Ethiopië in plaats van dat er ‘schande’ van wordt gesproken. De NGO-wet houdt in dat de Ethiopische regering eisen stelt aan de financiering van organisaties die zich met politieke onderwerpen (mensenrechten, vrouwenrechten, etnische conflicten, juridische beslissingen) bezighouden. De grens wordt scherp gesteld: niet meer dan 10 procent buitenlandse financiering. En dat is een probleem voor veel lokale NGO’s, die ineens als ‘internationaal’ te boek staan.
Omzeilen
Wat betreft het vragen van aandacht voor en het verbeteren van mensenrechten valt er een mouw te passen aan de nieuwe Ethiopische wet, schrijft minister Maxime Verhagen van Buitenlandse Zaken op 10
september in een brief aan de Tweede Kamer. En anders, zo heb ik vernomen uit de hulpindustrie, kan er door middel van het omsluizen van donorgeld en herdefiniëren van hulpdoelen een en ander worden omzeild.
Deze trucs zijn echter niet toepasbaar op een populaire bezigheid van de NGO’s: het ‘begeleiden’ van de voorbereidingen op de Ethiopische parlementaire verkiezingen in juni volgend jaar. De NGO’s zouden graag
een oogje in het zeil houden. De verkiezingen in 2005 liepen namelijk uit op rellen en kostten 150 demonstranten het leven. Hoe het toen zover kon komen? Heel in het kort: zoals vaker in eenpartijstaten claimden zowel de overheid (EPRDF) als de oppositie de overwinning. Deze ontspoorde verkiezingen werden overigens onder toezicht van dezelfde NGO’s voorbereid. Het is begrijpelijk dat deze organisaties op hun achterste benen staan nu hen deze politieke activiteit wordt ontnomen. Er wordt zelfs gesproken van een ‘dictatoriale maatregel’.
Geen schurkenstaat
Er valt een hoop aan te merken op het autoritaire gedrag van de Ethiopische overheid. Zo is het met de persvrijheid in Ethiopië uitermate slecht gesteld en worden in de islamitische provincie Ogaden vermoedelijk mensenrechten geschonden. Toch gaat het te ver om de NGO-wet dictatoriaal te noemen. Ook westerse landen stellen eisen aan de financiering van politieke organisaties. Sterker nog, het zou nooit worden geaccepteerd als belangengroepen bijna volledig vanuit het buitenland werden gefinancierd. Waarom zou Ethiopië – een land dat niet tot de ‘schurkenstaten’ wordt gerekend en waarvan de leider, premier Meles Zenawi, welkom is op topbijeenkomsten van de G20 in Londen, de G8 in L’Aquila en Afrika vertegenwoordigt op de aanstaande klimaattop in Kopenhagen – geen budgeteisen mogen stellen aan organisaties met invloed op nationale aangelegenheden?
Niets te zoeken
Er wordt cynisch gesproken over de verkiezingen van juni 2010. Sommigen geloven niet dat de ze zullen doorgaan. Anderen zeggen niet te gaan stemmen omdat ze denken dat de zittende partij sowieso wint.
En weer anderen niet omdat ze vinden dat er geen alternatief is. Ze behouden liever de EPRDF – geroemd om armoedebestrijding en economische groei, verguisd om de stevige greep op de samenleving en
corruptie – dan dat de onsamenhangende en totaal onervaren oppositiecoalitie het overneemt.
Als Meles en zijn gevolg zoveel (politiek) vertrouwen genieten, moeten ze ook zelf hun verkiezingen kunnen organiseren. In het proces op weg naar dit democratisch huzarenstukje hebben buitenlandse NGO’s niets te
zoeken. Stuur internationale waarnemers – Meles heeft al aangegeven dat die welkom zijn – naar Ethiopië. En spreek andermaal je ‘zorgen’ uit als blijkt dat de verkiezingen oneerlijk zijn verlopen of er sprake is van andere ondemocratische praktijken. Zo doen bevriende landen dat toch onder elkaar?
Luc van Kemenade doet vanuit Ethopië verslag van de verkiezingen adaar.