Cult

De kamerreizen van Xavier de Maistre

19-10-2009 16:02

In deze tijden van economische- en klimaatcrisis is het, financieel en moreel, niet meer geoorloofd verre reizen te ondernemen. Het was vrij normaal geworden om in de zomer met het gehele gezin naar Thailand of Mexico af te reizen, met alle hoge kosten en milieuvervuiling van dien. Dat moet dus makkelijker kunnen. Waar het bij reizen om gaat, afgezien van het als een aangespoelde walrus op het strand te bakken, is nieuwe indrukken op te doen. Doordat men in een onbekende omgeving verkeert, staat men open voor alle nieuwe indrukken van de onbekende plaats.

Plots wordt men de schoonheid van de huizen gewaar, raakt men geïnteresseerd in de plaatselijke geschiedenis, verwondert men zich over de prachtige kathedraal aldaar of kan men zich interesseren voor de plaatselijke volksgebruiken. Op een vreemde plek wordt een uitstapje naar de plaatselijke bakker een reis vol schoonheden en verwordt een simpele olijfboom tot een prachtobject. Alles wordt nauwkeurig gefotografeerd en genoteerd zodat ook bij thuiskomst de achterblijvers urenlang de verhalen over de vriendelijke serveerster, het lieflijke dorpspleintje of het authentieke postkantoor kunnen aanhoren.

Nu zal ik niet ontkennen dat de rest van de wereld nog vele voor ons verborgen schoonheden herbergt. Maar de kern van onze verwondering over de schoonheden in den vreemde zijn een gevolg van de open blik waarmee wij door de buitenlandse straten slenteren. Alleen door die kinderlijke verwondering opent het vreemde land haar schatten voor ons. Waarom openen wij op vakantie wel al onze zintuigen, maar doen wij dat niet in de buurt waar wij al zo lang wonen?

Kamerreizen
In 1790 bedacht de Franse filosoof Xavier de Maistre hiervoor het zogenoemde ‘kamerreizen’. Hij schreef er zelfs twee boeken over, Reis door mijn slaapkamer (Voyage Autour de ma Chambre) en Nachtelijke expeditie door mijn slaapkamer (Expédition Nocturne Autour de ma Chambre), waarin hij een wandeling door zijn eigen slaapkamer beschrijft.

In zijn pyjama ving hij zijn reis aan bij de bank. Door er met een open blik naar te kijken werd hij zich gewaar van de fraaie welving van de poten en herinnerde hij zich de talloze aangename uren dat hij hier, diep weggezakt in de kussens, droomde van promotie en de liefde. Hij vervolgde zijn reis naar het bed dat, nadat hij er beter naar had gekeken, niet zo alledaags bleek te zijn als dat hij al die jaren dat hij er blindelings langs liep had gedacht.

Vermaak
Hij beschrijft hoe hij ‘s nachts naar zijn raam liep en vol ontzag naar de nachtelijke hemel keek. De schoonheid hiervan riep een machteloze woede in hem op over het feit dat deze schoonheid niet alom gewaardeerd werd.
Over alle mensen die, op zoek naar vermaak in lange rijen bij elkaar dromden voor de schouwburgen, zei hij: ‘Ze hadden de gewoonte opgevat hun wereld als saai te beschouwen – en die wereld had zich netjes aan hun verwachtingen geconformeerd’.

Uiteindelijk verzandt het boek in een langdradige uitwijding over zijn hond, zijn bediende en zijn vrouw, maar de kern blijft staan. Voordat wij ons laven aan de schoonheden die het buitenland te bieden heeft, is het zinvol allereerst onze eigen, vertrouwde omgeving beter te bekijken. Want die blijkt dikwijls niet zo saai en voorspelbaar te zijn als we wel denken. Zelfs je eigen slaapkamer niet.