Het lijkt de laatste tijd steeds meer een issue op het internet; anoniem reacties plaatsen. Het opvallende hierbij is dat de discussie twee uitersten op lijkt te gaan; aan de ene kant wordt steeds meer gepleit voor het in de ban doen van anoniem reacties plaatsen. Termen als “anonieme lafbekjes” zijn inmiddels gemeengoed of worden juist als geuzennaam gebruikt. Aan de andere kant staan diegenen die het anoniem reageren de gewoonste zaak van de wereld vinden, of het zelfs promoten. Hierbij valt te denken aan groepen als “anonymous”, die actief de kracht van de anonieme massa promoten. Maar uiteraard zijn er ook de dissidenten in landen waar vrijheid en vrijheid van meningsuiting op zijn minst beperkte begrippen zijn.
Voorstanders van de mogelijkheid tot anoniem reageren zullen er bij dit laatste op wijzen dat ook in westerse democratieën er lang niet altijd sprake is van een geheel vrij internet; landen als Australië werken al met internetfilters. Er bestaat waarschijnlijk geen kans dat we het ooit eens zullen worden over wanneer precies anoniem je ronde kunnen maken wenselijk, aardig of noodzakelijk is. Niet in alle gevallen zal anoniem rond kunnen gaan op internet namelijk wenselijk geacht worden.
Maar ook over het daadwerkelijk reageren, meedoen aan discussies, bestaat steeds meer onenigheid. Laten we voor het gemak eens aannemen dat het hier om een niet controversieel onderwerp gaat; moet je dan anoniem reageren toestaan? Nee, zeggen tegenstanders; je weet niet met wie je te maken hebt en stelt jezelf kwetsbaar op ten opzichte van een horde die je zelf niet in het gezicht kunt kijken. Voorstanders honen die kwetsbaarheid weg; je bent zo kwetsbaar als je jezelf opstelt. Je hóeft je niet te laten kwetsen. Dit argument lijkt natuurlijk een beetje op dat van de pester op school; schelden doet toch geen pijn? Op internet doet schelden misschien ook echt minder pijn, hetzij door een natuurlijke afstand, hetzij door een gewenning.
Tegenstanders wijzen er op dat gewenning ook negatief gezien kan worden, wanneer men bijvoorbeeld denkt aan verruwing van het taalgebruik. De vraag is of je de pester niet gewoon moet bannen of anderszins corrigeren waarbij je andere anonieme maar inhoudelijke reacties weet te behouden. Want dat kan natuurlijk ook; anoniem zijn, maar wel iets te vertellen hebben. Wat dat betreft weten gebruikers elkaar doorgaans ook vrij goed te corrigeren. Het zal menigeen verbazen hoe groot de overeenstemming in een online gemeenschap kan zijn over wat daar wel en niet gewoon is.
Makkelijker is het al als iemand zich bedient van een vaste nickname, handle of hoe je dit ook wilt benoemen. Vroeger meer een vanzelfsprekendheid, een online identiteit bestond al gauw uit tenminste een extra bijnaam. In de alom verguisde cult klassieker Hackers komt Joey er maar niet uit hoe hij zich wil presenteren, “I don’t have an identity until I have a handle”. Maar ook hier tegen is echter steeds meer weerstand, zo is de persoon dan lang niet altijd direct te verbinden aan een natuurlijke persoon; tegen wie praat je nu eigenlijk? Kan zo iemand niet gewoon een spel spelen? Een karakter neerzetten die hij niet werkelijk is? Hierbij is het opmerkelijk dat er nadrukkelijk een verband gezocht wordt met de echte wereld; een weerwoord wil men desnoods persoonlijk bij de ander kunnen afgeven, zo lijkt het. Niet erg 2.0.
Waar komt deze wil vandaan? Is een digitaal weerwoord tegen een digitale aanval niet voldoende, is de vraag die dan opkomt. Blijft over dat het masker de communicatie niet altijd eenvoudiger maakt, dat is zonder meer waar. Zal iemand die dit argument gebruikt echter in het echte leven iemand aanspreken, een discussie aangaan? Ieder die beweert dat een masker in het echt niet voorkomt zal waarschijnlijk voor gek verklaard worden…
CC-Foto: Tom Stefanac