Steeds vaker kom je hem tegen: de Cynicus Hollandicus. De cynische zeikerd die iedereen afzeikt die op welk vlak dan ook maar enig initiatief toont. Omdat de soort als fenomeen steeds vaker opduikt, is het verstandig om een korte handleiding te presenteren aan de hand waarvan je hem herkent, om hem vervolgens te kunnen mijden. De Cynicus Hollandicus manifesteert zich veelvuldig, gelijke tred houdend met de opkomst van internet. Tot enige jaren terug was hij een vrij onbekend verschijnsel, buiten de door de soort gefrequenteerde buurtcafés, tot voor kort de natuurlijke habitat van de Cynicus Hollandicus alwaar hij – vaak met een alcoholblos op zijn wangen – zijn dédain over de wereld buiten de smoezelige ramen schreeuwend uitstortte boven de doorweekte bierviltjes op de bar.
Internetfora, nieuwssites met reactiemogelijkheid en sociale media als Hyves, Twitter en Facebook vormen de nieuwe virtuele gelagkamer waar Cynici Hollandica met schuim op de mondhoeken vierentwintig uur per dag de leegheid van hun bestaan etaleren.
De Cynicus Hollandicus spuwt de weinige meningen die hij heeft bij voorkeur anoniem. Daar de cynicus zichzelf voorhoudt dat hij nergens in gelooft, kan hij het zich niet voorstellen dat andere mensen wél ergens in geloven.
Wie aangeeft geheel belangeloos geld of iets van zijn of haar vrije tijd ergens aan op te offeren, is in de ogen van de Cynicus Hollandicus direct verdacht. Waarvan precies blijft te allen tijde onduidelijk, ook voor de cynicus zelf, maar dát een maatschappelijk betrokkene tot op de veters afgefikt dient te worden, staat buiten kijf.
Cliniclowns
Vrijwilligers voor Greenpeace, leden van politieke partijen, klimaatbezorgden, leden van vakbonden en werkgeversorganisaties, collecteurs voor goede doelen en Cliniclowns staan in de ogen van de Cynicus Hollandicus aan de basis van de ondergang van deze planeet.
Ondanks dit alles weet de Cynicus Hollandicus door de bank genomen zelf eigenlijk niet waarom hij, want het is vaak een ‘hij’, zo cynisch is. Vraag hem waarom hij anderen zo affikt, of wat de achterliggende gedachte van zijn overtuiging is, zoal hij die al heeft, en absolute radiostilte treedt in. Al wat hij weet is dat hij boven alles staat.
De Cynicus Hollandicus komt alleen op idealistische wijze in het geweer wanneer hij gelooft dat hij beknot wordt in zijn vrijheid om zijn cynisme te uiten. Dan moet iedereen eraan geloven. Ineens is de vrijheid van meningsuiting in het geding en dient iedereen in de omgeving van de cynicus op zijn aangeven hemel en aarde te bewegen. Wie daar niet aan meedoet moet kapot, want die persoon is per definitie ‘tegen vrijheid’.
De Cynicus Hollandicus, zo denk je nu waarschijnlijk, draagt niets bij aan de samenleving, want hij veracht die.
Geleuter
Maar de trieste waarheid is dat de Cynicus Hollandicus weinig anders te omarmen heeft dan zijn cynisme. Hij kan niet benoemen wat voor maatschappij hem wel bekoort, een gevolg van de keuze voor het veilige toevluchtsoord dat het cynisme is, vrij als het is van moeilijke keuzes en vermoeiend ideologisch geleuter. Zijn cynisme is tegelijkertijd de handicap die voorkomt dat hij een visie kan hebben op hoe de wereld dan wél in elkaar dient te zitten, en dat steekt.
Het maakt hem wantrouwig en zelfs vijandig ten opzichte van non-cynici. En dan blijkt het cynisme weinig meer te zijn dan een grote muur die een gapend gat moet verbloemen. Ons medelijden zij met de Cynici Hollandica.