ThePostOnline

Het einde van Wouter Bos

20-02-2010 10:12

Er is een aflevering van de Britse comedyserie Yes, Minister waarin minister Jim Hacker advies krijgt hoe hij premier kan worden van opperambtenaar Sir Humphrey Appleby. De boodschap: als je de baan echt wilt, moet je je juist keer op keer vertellen dat je ‘m niet wilt.

We gaan naar Den Haag, mei 2002. Ad Melkert vertrekt onder dramatische omstandigheden (kicked upstairs naar New York) en Wouter Bos wordt partijleider van de PvdA. Wouter weet niet of dit het nou is, Wouter wil eerst eens kijken hoe het gaat, Wouter is er nog niet uit. De oplettende lezer had toen al duidelijk moeten zijn dat Wouter Bos slechts met zware gereedschappen van het partijleiderschap los te bikken zou zijn.

Wouter had een leuk hoofd, Wouter kon het bovendien erg goed in een houding trekken die suggereerde dat hij serieus naar je aan het luisteren was. Het lot van de PvdA leek onmiddellijk een draai te maken: de verkiezingen van 2003 werden bijna gewonnen, maar de regering gemist. De gemeenteraadsverkiezingen van 2006 pakten nog fraaier uit en schiepen verwachtingen voor de Tweede Kamerverkiezingen later dat jaar. Die liepen echter uit op een deceptie, mede dankzij Wouter zelf, maar de PvdA mocht wel meeregeren.

Ja-knikkers
Voor de PvdA werd het nu gevallen kabinet echter een debacle: continu geringeloord door het CDA (Irak, referendum Lissabon, AOW, algehele betutteling) en daardoor gehekeld door de achterban, immer achteruithollende peilingen en Wouter die vooral bezig leek om met hulp van ja-knikkers de indruk op te houden dat er niets aan de hand was.

Tijd om de balans van acht jaar Wouter Bos eens op te maken. Het beeld dat daarbij ontstaat is in veel opzichten niet veel beter (en in sommige zelfs slechter) dan dat van die andere brekebeen, Jan Peter Balkenende. En dan blijkt toch, dat een mooi verleden en een goede uitstraling niet opkunnen tegen inhoudsloosheid. De nu gecreëerde crisis lijkt een geforceerde manier om toch nog wat spierballen te tonen, maar niemand gaat de PvdA op buitenlands beleid afrekenen. De AOW-leeftijdsverhoging, dát was een prachtige gelegenheid geweest om de boel te laten klappen en bovendien de achterban te laten zien dat de PvdA wel degelijk een sociaal gezicht had.

Het is moeilijk om te zien hoe Wouter Bos na de zomer nog partijleider van de PvdA gaat zijn. De gemeenteraadsverkiezingen worden een drama (nog versterkt door de uitzonderlijk goede resultaten van 2006) en tenzij er een mirakel gebeurt geldt dat ook voor de Tweede Kamerverkiezingen van mei/juni. Niet alleen zal de PvdA tegen die tijd echt van Wouter Bos afwillen; Wouter zelf zit vooral aan de PvdA vast omdat die hem een premierschap zou kunnen bezorgen en met een gemarginaliseerde partij gebeurt dat toch niet.

Lulligheid
Maar ja, wie dan wel? De Mariëttes Hamer, Martijnen van Dam en Mei Li Vosjes kun je nou ook niet bepaald als lijsttrekkersmateriaal beschouwen. Acht jaar Bos hebben een deken van middelmatigheid over de Tweede Kamerfractie heen gelegd en met de ministersploeg ziet het er niet veel beter uit. Diederik Samsom zal zijn kans wel weer schoon zien en Gerdi Verbeet zou niet eens zo’n gekke keuze zijn, maar ik wil hier een lans breken voor Harm-Evert Waalkens. Misschien heeft niemand ooit van Harm-Evert gehoord, maar de man is babyboomer en boer: een prachtige gelegenheid om de traditionele PvdA’er een hart onder de riem te steken en tegelijkertijd Balkenendes steun buiten de randstad (waar toch de helft van het electoraat zit) aan te vallen.

Bovendien bewijst Balkenende al acht jaar dat lulligheid in de Nederlandse politiek werkt. Weg met stadse Wouter, welkom Harm-Evert!