Temidden van de Tweede Kamerverkiezingskoorts zou je het zomaar kunnen missen, maar in de noordelijke provincies heerst nogal wat onrust over plannen om provincies af te schaffen of te fuseren. Zowel Groningers als Friezen zijn inmiddels tot actie overgegaan in een poging om vooral maar op zichzelf te blijven (van de Drenten hoor je niet zoveel). Maar in Friesland rommelt het omdat CdK John Jorrisma (een omhoog gevallen VVD’er die op een kwade dag zomaar commissaris bleek te zijn), in tegenstelling tot zijn Groningse en Drentse collega’s, het tot nu toe vertikt om zich over deze kwestie uit te laten.
Dat doet pijn. Friesland heeft mentaal nog nooit helemaal afstand kunnen nemen van die goeie ouwe (liever: antieke) tijd, toen het nog driekwart van het huidige Nederland bestierde. De taal en de provinciestatus zijn daar de laatste overblijfselen van en beide staan nu onder druk.
Friesch voor beginners
Desondanks zijn er al Friezen opgestaan die het eventueel samengaan van de drie noordelijke provincies juist beschouwen als een welkome gelegenheid om Friesland weer die positie te geven die het verdient. Wordt het weer tijd voor een nieuwe Kneppelfreed? Mag Grutte Pier weer uit het vet? Wie slaat deze Hollandse imperialisten de kop af?
Om deze beweging inzichtelijk te maken voor de kiezer beginnen we hier, in navolging van het Wetstratees (Belgisch) woordenboek van de NRC, een:
Fries woordenboek voor beginners (cursief verwijst naar andere lemma’s)
- Alta, Eelco – Dominee uit Boazum, voorspelde het einde van de wereld. Knalsucces.
- Alvestêdetocht – Deel van Friese reedriders-mythologie. Vroeger voor echte mannen. Tegenwoordig gebruikt door Hollanders om goed schaatsijs en de intercity naar Leeuwarden onberijdbaar te maken
- Bakker, Heinze – Fries sportjournalist. Ballen verstand van voetbal zoals iedereen bij Studio Sport, maar groot fan van reedriden.
- Bêste lân fan ’e ierde – Fryslân
- Bezwaarprocedures – Snelste manier om als Ymport met pek en veren het dorp te moeten verlaten
- Bonifatius – Had beter moeten weten
- Buitenpost – Grensovergang naar Groningen
- Bûtenlanders – Niet-Friezen. Daarom te betreuren. Gelukkig geen Hollanders
- Cambuur – Leeuwarder voetbalclub. Rechtvaardigt bestrijding met alle middelen.
- Doarpsbelang – Kern van het dorp en dorpsverenigingen, en dé manier voor Ymport om in te burgeren zonder bezwaarprocedures. Frysk praten wordt gewaardeerd
- Dokkumer Lokaaltsje – Lokaalspoorlijntje dat ooit van Leeuwarden naar Dokkum liep. Symbool voor Goede Oude Tijd. Naar verluid regelmatig bereden door Grutte Pier
- Dorpsfeest – Jaarlijkse orgie waarin berenburg, lustgevoelens, huwelijk en (zonder uitzondering) echtscheiding een grote rol spelen. Zorgt ervoor dat de gene pool van het Fryske volk lekker divers wordt gehouden.
- Drachten – Vol met Wâldpyken. Duizenden. In één plaats. Dient derhalve te worden gemeden.
- Drûge woarst – Droge worst die niet droog is.
- Dútsers – Door Grutte Pier tegengehouden met een kazemat bij Kornwerderzand. Desondanks alomtegenwoordig in Snits en op Ameland.
- Duim, Hilbert van der – Beste reedrider uit Fryske geschiedenis, maar ook grootste entertainer uit de Fryske geschiedenis
- Eamelje – zeuren, zaniken, zuigen. Het ergste dat je kunt doen. Leidt in contacten met Ymport vaak tot Rijdende Rechtersituaties. Graaf Willem II had in 1256 Friesland probleemloos kunnen verslaan als-ie niet zoveel geëameld had.
- Eise Eisinga – Bouwde krankzinnig ingewikkeld planetarium, gebaseerd op een Friese staartklok, in zijn huiskamer in Frentsjer om minder te hoeven rekenen. Kort daarop gescheiden van mevrouw Eisinga.
- Feemerke – Berenburgfeest met koeien
- Fierljeppe – Friese sport, uitgevonden voor mensen die niet kunnen keatsen om iets te doen te hebben
- FNP – Frysk Nasjonale Partij. Politiek auto-ongeluk, regelmatig verkozen uit nieuwsgierigheid en leedvermaak
- Frentsjer – (Franeker) Mooiste Friese stad, zetel van de door Hollanders gesloten Friese universiteit en nog centrum van kaatsen ook. Mekka, derhalve.
- Friese staartklok – Universeel geldend tijdsmechaniek. Gebaseerd op zwaartekracht, wat meteen verklaart waarom er geen Fries ruimtevaartprogramma is.
- Friezen om útens – Friezen buiten Fryslân; verdwaalde zielen die expatgedrag vertonen en Friese woordenboeken samenstellen
- Frysk – Stam van alle wereldtalen. Prachtig. Alleen correct uitgesproken (‘geef Frysk’) op het middelpunt van de wereld
- Fryslân – Bêste lân fan ’e ierde
- Fyn – zeer gereformeerd. Staat doorgaans garant voor een suertsje
- Groningen – Fries wingewest. De facto staat momenteel onbevredigend
- It Hearrenfean – Friese voetbalclub. Verlies gegarandeerd als het met 1-0 voorkomt
- It Hearrenfean – Friese plaats, geen (!) stad. Gered door voetbalclub en Thialf, verder weinig soeps. Enige intercitystation buiten Leeuwarden
- Hollanders – Nederlanders buiten Friesland, ongeacht oorsprong of locatie
- Hollânsk – vaak moeilijk te verstaan Fries dialect
- It Amelân – Fries eiland, praat Hollands. Vol met Dútsers in de zomer
- Japiks (of Japickx), Gysbert – De Fryske Vondel. Net zo weinig gelezen
- Keatsen – de enige echte zomersport ter wereld (in de winter bestaat er reedriden). Regels worden bewust complex gehouden om te voorkomen dat Ymport het ook snapt. Nooit uitgezonden op Studio Sport
- Kramer, Sven – Groots reedrider, maar lange tijd een beetje te perfect. Zou naar legendarische hoogten kunnen gaan met wat meer Hilbert en Jan Ykema in zich. Mislukte baanwissel in Vancouver deed echter wonderen voor zijn imago]
- Klaai – (klei) De zuidwesthoek van Fryslân: uitgestrekte velden vol koeien en tegenwind. Eldorado voor de Fries. Van overal kun je zo’n beetje Frentsjer zien liggen.
- Kort voor de kop – (koart foar de kop) Meegesleept door (meestal agressieve) emotie, doorgaans op een dorpsfeest of de feemerke. Betreurenswaardig gebrek aan zelfbeheersing dat vooral bij Wâldpyken schering en inslag is.
- Krom Frysk – Frysk uitgesproken door mensen buiten het middelpunt van de wereld
- Kultuer – Eénakter in het dorpshuis en Fryske fado’s van Nynke Laverman. Ook moeilijke stukken van Tryater. Moet in het Frysk, anders is het geen Kultuer
- Leeuwarden (Ljouwert) – Door ongelukkige samenloop van omstandigheden midden in Fryslân gegroeide stad. Vol met Hollanders die een soort gehandicapten-Frysk praten
- Lenstra, Abe – moeilijk geval. Groots sportman en altijd trouw aan it Hearrenfean, maar toch ook wel een beetje een suertsje. Buiten Fryslân meer bewonderd dan daarbinnen.
- Middelpunt van de wereld – Fries dorp waar jij woont
- Oerol – Twee weken waarin de boten naar Skylge drijvend worden gehouden met Hollanders. Iets met Kultuer
- Ôfslútdyk – Verbinding tussen Zurich en Holland
- Pier, Grutte – Fries die met ploegscharen Hollanders doodmepte. Inmiddels zoveel mythevorming eromheen dat precieze oorsprong moeilijk te achterhalen is, maar dat van die ploegscharen is waar.
- Pompeblêden – de rode leliebladeren uit de Friese Vlag. Vermelding als ‘Friese hartjes’ mag met excessief geweld worden bestraft.
- Redbad – Frysk Koning van de skiednis (c.647-719). Bouwde Friezenrijk uit tot Keulen. Bleek uiteindelijk niet zo succesvol, als een soort 1-0 van Hearrenfean
- Reedride – Schaatsen. Bij voorkeur op de lange baan en in een allroundtoernooi. Soms gewonnen door bûtenlanders en (zelfs) Hollanders wanneer de Friezen niet genoeg hun best deden
- Schurer, Fedde – journalist, lokte in 1951 in Leeuwarden een rel uit die tot erkenning van Frysk en Friese Kultuer leidde. Dankbaarheid onder de Friezen is groot, maar vooral vanwege de vechtpartij
- Sipkema, Ingenieur – Inmiddels overleden ex-voorzitter van Stichting de Friese Elf Steden
- Skûtsjesilen – gehypt spelevaren met bootjes op meren, uitgevoerd door kaste van fyne inteeltschippers. Regels zijn te simpel en daarom uitgezonden door Studio Sport
- Skiednis – Toen Fryslân niet alleen het bêste, maar ook nog het grutste lân op ’e ierde was
- Skylge – Fries eiland, praat Frysk. Vol met Hollanders tijdens Oerol
- Snits – Stad, ‘s zomers vervuild door Italianen en Dútsers
- Suertsje – Lett. ‘zuurtje’: iemand die niets wil en teveel eamelt. Laagste rang in de Friese sociale orde die nog tot de mensen wordt gerekend.
- Sûkerbôle – Fries suikerbrood. Energiewaarde naar schatting viermaal de bom op Hirosjima
- Stânfries – Eugenetisch gekweekte Fries uit Friese ouders, in Friesland geboren. Ideaaltoestand
- Stellingwarfs – Koeterwaals, uitgesproken door Hollanders die te dom zijn om echt Fries te leren
- Studio Sport – Was een stuk beter toen Heinze Bakker er nog op te zien was. TV’s sneuvelen nog geregeld als Mart Smeets Frysk probeert te praten
- Súnich – Lett. ‘zuinig’, in sociaal/menselijk opzicht. Betreurenswaardige eigenschap, uitgedragen door suertsjes.
- Súnich – Lett. ‘zuinig’, in financieel opzicht. Bewonderenswaardige eigenschap
- Troelstra, Piter Jelles – Fries advocaat en socialist. Riep revolutie uit en werd gedwarsboomd door Hollanders. Gespeeld door Peter Tuinman
- Tuinman, Peter – Enige Friese acteur. Speelt daarom altijd een Fries, ook als dat niet de bedoeling is.
- Universiteit van Franeker – Op één na oudste Nederlandse universiteit, geopend in 1585 en definitief ter ziele in 1843. Opheffing (door Hollanders, natuurlijk) zette de stand van de globale wetenschap met tenminste een eeuw terug.
- Wâlden – Boomrijk stuk Friesland waar messentrekkers wonen; bufferzone met Groningen
- Wâldpyken – Ook Friezen, maar kort voor de kop en messentrekkers. Beetje genant.
- Wiegel – Dikke Hollander, tijdlang CdK van Fryslân toen het nog Friesland heette. Probeerde Frysk te spreken, wat pijnlijke momenten voor goedwillende Friezen opleverde
- Willem II – Hollands Graaf die in 1256 probeerde om Friesland te veroveren. Onthoofd door Grutte Pier met een ploegschaar nadat-ie was weggezakt in een moeras
- Willem Frederik van Nassau-Dietz – Stadhouder van Friesland en broer van Willem van Oranje. Stierf niet uit en is zo tenminste verantwoordelijk voor onze koning Willem III en misschien ook voor volgende Oranjes. Nooit gespeeld door Jeroen Krabbé
- Ykema, Jan – reedrider en object van grote bewondering: won zilver op 500 m in Calgary ondanks bier, jenever en nog wat andere dingen. Ideale Fryske sportprestatie
- Ymport – Niet Fries, wel in Fryslân wonend. In het beste geval snelle aanpassers, in het ergste geval eameljende suertsjes die bezwaarprocedures beginnen en met een lel tot de orde dienen te worden geroepen.