Er groeit een generatie jongeren op die gewend is om altijd en overal informatie tot zich te nemen via internet. Toch ziet onze publieke omroep (NPO) het net nog steeds als een bijzaak; een plek waar stagiairs en die gekke IT-jongens lekker kunnen hobbyen. Gevolg is dat de kijker tekort wordt gedaan. De publieke omroep zou veel kunnen, en vooral moeten, leren van Apple en Google. Op dit moment vinden er een aantal grote verschuivingen in het online kijkgedrag van vooral jonge mensen plaats. In een jaar tijd is het bereik onder jongeren tussen de 13 en 34 jaar van NPO- en RTL programma’s op internet met 24 procent (!) toegenomen, zegt Stichting KijkOnderzoek. Van iedereen in die leeftijdsgroep gebruikt inmiddels zo’n 40 procent weleens online archieven als uitzendinggemist.nl om tv te kijken. En die getallen groeien sneller dan het Griekse begrotingstekort.
De publieke omroep rommelt digitaal wat aan om de indruk te wekken mee te gaan in de vaart der volkeren. Talkshows experimenteren met livestreams en Twitter-kanalen op de bijbehorende websites. Er is allerlei software ingekocht om fans op internetfora in staat te stellen na een uitzending na te praten met andere fans. Programma’s krijgen zelfs hun eigen iPhone-applicaties. De omroepen maken echter één grote fout: ze proberen alle innovaties op nieuwe media-gebied zélf te ontwikkelen. Maar om zich daadwerkelijk aan te kunnen passen aan het veranderende mediagebruik van jongeren, zullen ze een radicale verandering moeten doorvoeren: opener worden. De omroepen kunnen op dat gebied veel leren van computerbedrijven als Google en Apple. Beide bedrijven hebben een besturingssysteem voor mobiele telefoons ontwikkeld. Zij zijn de baas over die software, en zouden ervoor kunnen kiezen om de hele omgeving gesloten te houden:’dit zijn alle applicaties waarvan wij vinden dat jij ze nodig hebt,veel succes ermee’. Maar Apple en Google realiseren zich dat de beste innovaties niet uit eigen huis komen, maar van honderdduizenden onafhankelijke, enthousiaste softwareontwikkelaars. Slimme nerds die staan te springen hun ideeën om te zetten in computercode. En dus stelden Apple en Google, in verschillende mate, hun systeem open voor onafhankelijke ontwikkelaars. In een paar jaar zijn er honderdduizenden nuttige, slimme, vaak grappige en soms onmisbare applicaties ontwikkeld voor beide systemen.
Alles is voor Bassie
De omroepen in Nederland hebben daarentegen een ‘alles is voor Bassie’-mentaliteit. De programmagegevens houden ze allemaal voor zichzelf (stel je toch eens voor dat de tv-gidsen geen bestaansrecht meer hebben), downloaden van video is niet mogelijk, video wordt louter aangeboden in gesloten formaten, mogelijkheden om video’s te delen zijn extreem beperkt, metadata zoals ondertitelingsgegevens en programma-informatie zijn niet los opvraagbaar of doorzoekbaar, en zo kan ik nog wel even doorgaan. De omroepen houden alle data voor zichzelf en dat schaadt de innovatie behoorlijk. Het wordt derden (fans, ontwikkelaars) onmogelijk gemaakt om de toepassingen te ontwikkelen die de telefoons van Google en Apple zo succesvol maken. Als de publieke omroep zijn radio- en tv-programma’s in open formaten zou aanbieden, en alle metadata die eromheen zweeft ook openbaar zouden maken, zouden kijkers zelf aan de slag kunnen gaan. En dat zou bijzonder mooie dingen opleveren.
Als de publieke omroep deze openheid eerder had omarmd, was er misschien nu een door een fan van Pauw & Witteman ontwikkelde site geweest waarop kijkers meediscussiëren tijdens de uitzending. Live, maar ook vertraagd of on demand: de discussie ontvouwt zich op basis van de tijdlijn van de uitzending. Meer openheid zou ook betekenen dat een ontwikkelaar een zoekmachine bij het NOS Journaal kan maken die het mogelijk maakt om de ondertitels van alle uitzendingen van het Journaal te doorzoeken op bepaalde uitspraken of steekwoorden. Kijkers kunnen direct doorklikken naar een video van het juiste moment in de betreffende uitzending. En dat kan je weer delen op Facebook of een blog. Begaat iemand een leugen? Knip een stuk uit het Journaal en plak het fragment in je reactie. Als de publieke omroep opener zou zijn, kan een fan van Wie is de mol een site maken waarop andere fans live beelden kunnen annoteren. Zo kunnen fans samenwerken om alle verborgen aanwijzingen uit te lichten om samen de mol te ontmaskeren. Zo ontstaat organisch een community rondom een programma.
Uitzendinggemist.nl
Allemaal interessante innovaties, en geheel in de geest van de openbaarheid en toegankelijkheid van het publieke bestel. Maar de belangrijkste vernieuwing is nodig bij uitzendinggemist.nl. Bijna 40 procent van de mensen tot 34 jaar kijkt programma’s terug via deze site. Ik durf te stellen dat ze dat vooral doen bij gebrek aan beter. De site lijkt meer op een stoffige bibliotheek dan dat het iets wegheeft van moderne videosites als YouTube. YouTube doet alles waar het uitzendinggemist aan ontbreekt: je hoeft niet na te denken over welke mediaspeler je gebruikt, je kunt reageren op video’s, je hebt veel mogelijkheden om video’s te delen en er zijn allerlei interactieve manieren om nieuwe video’s te ontdekken. Als de NPO zijn archieven en metadata opengooit, zullen er binnen no time superieure vervangers ontstaan voor uitzendinggemist.nl. Vervangers die de omroepen, ondanks hun miljoenenbudget, nooit in hun eentje zouden kunnen ontwikkelen. En het is belangrijk dat online-video fatsoenlijk en open wordt ontsloten, want er groeit een generatie op die niet ‘even gaat zitten’ voor het NOS Journaal.
Er groeit een generatie op die gewend is om Amerikaanse tv-series in full HD te bekijken waar ze willen, wanneer ze willen en op welk apparaat ze willen; een generatie die gewend is om informatie inhoudelijk te selecteren, te bewerken en te delen met vrienden of geïnteresseerden. De publieke omroep werkt de nieuwe generatie hierin
tegen.
Omroepbobo’s
Voordat de NPO een meer open houding kan aannemen moeten er een aantal politieke beslissingen genomen worden, moet de technische infrastructuur omgelegd worden, moeten auteursrechtenkwesties opgelost worden en moet nagedacht worden over de rol van de STER in dit alles. Maar daar komen de omroepbobo’s in Hilversum wel uit als we ze daartoe verplichten.
De publieke omroep wordt door ons allemaal betaald. Behalve dat het volledig aansluit bij de geest van de publieke omroep om op zo veel mogelijk manieren te informeren, inspireren en amuseren, moet het makkelijk worden om nieuwe fragmenten te ontdekken en persoonlijke ervaringen en ideeën te delen met de communities waar jonge Nederlanders deel van uitmaken. Als de omroepen doorgaan op de ingeslagen weg (gesloten blijven en altijd alles zelf willen ontwikkelen) zullen ze achter blijven lopen bij het veranderende mediagebruik van nieuwe generaties. Fans en ontwikkelaars faciliteren om het aanbod van beter, toegankelijker en relevanter te maken is een absolute voorwaarde voor hun bestaansrecht.
Alexander Klöpping is blogger en internetjournalist. Dit stuk verscheen eerder in de papieren NRC.next.