Ze zijn veel mensen een doorn in het oog: tags –namen die met stift of spuitbus door onzichtbare handen geschreven worden op muren, treinen en zelfs fietsmandjes. Waar een groot aantal mensen graffiti nog wel als kunstvorm wil beschouwen, zijn er maar weinigen die tags zien als een aanwinst voor de stad. Wat bezielt mensen om hun naam (of liever gezegd de naam van hun alter ego) overal neer te zetten? Student Communicatiewetenschap Silvia Pietrosanti onderzocht het voor haar masterscriptie.
Pietrosanti deed etnografisch veldwerk in Rome en Amsterdam en bracht veel tijd door met haar informanten. Deze waren allen man en tussen de 19 en 26 jaar oud. Ze kwam bij ze thuis, ging met ze uit en vergezelde hen bij hun nachtelijke illegale toeren. Daarnaast nam ze diepte-interviews af. Ze was daarbij altijd open over haar intenties: deze subcultuur proberen te begrijpen.
Jezelf adverteren
Graffiti is the name, advertising the game. A kind of advertising that is done without spending money, but only with guts. The more you risk, the more you have visibility and the stronger you are. You are in the game. The tag is the first step. The tag is the name, without the name you are nothing, nobody. [Mirics – 22, Rome]
Taggen is een manier van laten zien dat je bestaat. Het is een bevestiging van het ik, een vorm van jezelf adverteren (personal branding avant la lettre) die voortkomt uit een verlangen tot een gemeenschap te behoren. Een tag is persoonlijk en dient een weerspiegeling te zijn van iemands identiteit. Een tag wordt bovendien niet zomaar gekozen, maar is het resultaat van oefenen, experimenteren en afkijken hoe anderen het doen. Taggen gebeurt ook in groepen, zogeheten crews.
Wanneer anderen je naam kennen, levert dat status op in de subcultuur. Iemand die veel tagt, kan de titel ‘koning’ krijgen – koning van een buurt, een stad of een spoorweglijn. Een koning herken je door de kroon die hij boven zijn tag maakt. De titel staat los van iemands kunnen, maar verwijst puur naar aanwezigheid. Treinen zijn zo geliefd, omdat zij op meerdere plekken komen. Zo heeft de tagger dus een vergrote aanwezigheid. Omdat het vervoersmiddel van keuze in Amsterdam de fiets is, worden ook fietsen (of fietsmandjes) getagd.
Territorium
I consider the city as a thing which is all for us. Nobody owns it, so I can destroy anything. You can buy a house, but the front of the house is always on the street. And the street is of nobody and I want to put my tag on the street. [Twice – 25, Amsterdam]
Taggen gaat dus over aanwezigheid laten zien, het is het toe-eigenen van publieke ruimte. Taggen hoort geen verdere betekenis te hebben (de informanten verafschuwden Laser, een in Amsterdam veel geziene graffitispuiter die zijn tag voorziet van poëtisch ogende boodschappen). Graffiti komt op het platteland nauwelijks voor en is voor de taggers onlosmakelijk verbonden met de stad. Door te taggen, claim je je eigen stuk ruimte in de stad en vergroot je daarmee je band met de stad.
Voor de taggers gaat graffiti over de straat. Er zijn ook legale vormen van graffiti waarbij er in opdracht gespoten wordt, maar dit moet volgens hen anders gezien worden dan taggen. Cruciaal voor de subcultuur is het illegale karakter en wanneer in opdracht gewerkt wordt, verdwijnen de moed en toewijding die het taggen zo aantrekkelijk maken. Hoewel de taggers uit het onderzoek van Pietrosanti stellen dat zij geen politieke doelen hebben, is taggen een daad van verzet. Door te taggen breek je de regels die de maatschappij je oplegt en neem je bezit van de stad. Het gaat niet om het recht gehoord te worden, het gaat hen om het recht eenvoudigweg te zijn.
Vertrutting
Steden worden gekenmerkt door een strijd om publieke ruimte, een strijd tussen de mensen die de stad gebruiken door er te leven en te werken, en de mensen die de stad reguleren. Wanneer mensen zich hun stad niet (kunnen) toe-eigenen, zoals in het dictatoriale Singapore, verliest een stad haar dynamiek en aantrekkingskracht. In Amsterdam bestaat bij sommige burgers het gevoel dat zij deze strijd verloren hebben. ‘Vertrutting’ is hét woord geworden voor regels over staand bier drinken of het aanpakken van de wallen. Het narcistische vrijheidsgevoel van taggers hoort bij de stad en past bij de strijd tegen vertrutting.
Linda Duits doet onderzoek naar populaire cultuur en is eigenaar van Diep Onderzoek. De scriptie van Silvia Pietrosanti werd door haar begeleid. De scriptie is hier te downloaden.