Seks is ingewikkeld. Je moet een geschikte partner treffen, kleren moeten uit, en je moet een plek vinden waar je ongestoord je gang kunt gaan. Aseksuele voortplanting is eigenlijk veel makkelijker en minder kwetsbaar. Waarom doen wij mensen het dan op de moeilijke manier?
Veel primitieve organismen klonen zichzelf. Dit is biologisch gezien een makkelijkere manier van voortplanten dan de ingewikkelde seksuele daad. Raderdieren zijn kleine waterbewoners waarvan sommige seksen, andere klonen en nog een groep soorten de twee variaties lekker afwisselt. Biologen hebben deze diertjes onderzocht om antwoord te vinden op de vraag wat het evolutionair nut is van seks boven klonen. Het onderzoek verscheen gisteren in Nature.
De onderzoekers zetten de raderdiertjes in twee verschillende gecontroleerde omgevingen, waarbij er in de ene bak op sommige plekken moeilijk voedsel te krijgen was en op andere plekken makkelijk, terwijl er in de andere bak overal evenveel voedsel was. Wat bleek? In de gelijkmatige voedselbak ontstond een populatie van alleen vrouwtjes, allen klonen van hun moeder. In de gevarieerde bak waren de raderdiertjes aan de seks gegaan waardoor er zowel jongens als meisjes geboren werden. Deze diertjes waren ook beter in staat voedsel te vinden.
De moraal van dit verhaal is volgens de onderzoekers dat door seks genen mengen. Hierdoor heeft het nageslacht andere genen dan hun ouders en dat betekent dat zij zich beter aan hun omgeving kunnen aanpassen. Laat dit ook voor ons een wijze les zijn.