Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 was er een tv debat tussen Wouter Bos en Geert Wilders (zie hier vanaf 4:15 minuut). Hierin beschuldigde Wilders de PvdA ervan de Partij voor de Arabieren te zijn, omdat de PvdA verkiezingsposters in het Turks had laten maken. Bos gaf aan dat er in elke partij fouten worden gemaakt, ook in de PVV, waar Hero Brinkman verdacht werd van bedreiging. Wilders kon zich er toen nog vanaf maken door te zeggen dat er nog niets bewezen was. Nu kan dat niet meer. Hij heeft in zijn fractie een bewezen ontuchtpleger zitten, die ook boetes heeft gehad voor delicten. Tevens is er een opgestapt die een half jaar schorsing van de atletiekbond had gekregen voor een geweldsdelict.
Het is gemakkelijk met je vinger te wijzen als je zelf nooit iets hebt gedaan. Wilders had tot op dat moment in feite niets meer gedaan dan gebruik maken van de vrijheid van meningsuiting. En ja, dat kan hij erg goed. Hij maakt uitstekend gebruik van de wetten van de retorica, zoals opgesteld door Aristoteles. De 3 voorwaarden voor het krijgen van gelijk zijn volgens de Griekse filosoof geloofwaardigheid, het kunnen aanspreken van emoties en logisch kunnen redeneren.
Gedoogpositie
Wilders kan logisch redeneren en emoties goed aanspreken. Hij geeft veel ontevreden kiezers echt het gevoel ze te begrijpen en redeneert begrijpelijk. Daardoor is hij ook heel geloofwaardig. Wie heeft er nou geen vertrouwen in iemand die hem heel goed begrijpt? Van groot belang voor die geloofwaardigheid is ook zijn principiële onbuigzaamheid en het feit dat hij nooit niemand in de steek heeft gelaten. Hij heeft immers nog niets fout gedaan. Hij is zó geloofwaardig, dat hoewel hij vaak nauwelijks oplossingen heeft of noemt, hij toch het vertrouwen krijgt van anderhalf miljoen kiezers (om hun ontevredenheid op te lossen). Vervolgens heeft hij zich in een geweldige gedoogpositie gemanoeuvreerd. Dit is voor hem briljant, omdat hij in feite nog steeds niets anders hoeft te doen dan kritiek te uiten.
Door de ontwikkelingen van afgelopen week is het echter wel zo dat zijn geloofwaardigheid iets is aangetast. Hij is niet meer onfeilbaar, hij heeft fouten gemaakt. Binnen de partij zijn fouten gemaakt. Hij is niet meer als een Cruijff die als columnist kan roepen wat er niet deugt. Hij is geen stuurman meer aan de wal. Hij staat nu aan het roer van een behoorlijke schuit. Vorige week riep hij nog dat Gerd Leers principieel tegen had moeten stemmen, ondanks dat dat voor de stemuitslag niets had uitgemaakt. Wilders kon op dat moment nog uitstralen een principieel man te zijn die niet meedoet aan het Haagse gekronkel. Nu voelt vrijwel iedereen wel aan dat Wilders het liefst Lucassen op straat had geschopt. Maar Lucassen boog of barstte niet en bleef zitten in de tweede kamer. Hem uit de fractie gooien betekende geen Kamermeerderheid meer voor de gedoogcoalitie en een hoop heibel. Wilders heeft daarom niet principieel, maar pragmatisch gehandeld. Op zich niets mis mee, maar hij zal voorlopig zijn principiële troefkaart niet meer uit kunnen spelen om stemmen te winnen. Zelf de meest onkritische journalist zal hem eraan herinneren dat Lucassen nog steeds in de fractie zit.
Provinciale Staten
Op de site van de PVV staat een grote banner waarin wordt opgeroepen je aan te melden als kandidaat voor de Provinciale Staten-verkiezingen of eerste kamer. Slechts de vergaderdagen staan aangegeven, verder niets. Het lijkt me toch wel van belang op zijn minst te vermelden dat in bijvoorbeeld de 1e kamer vrijwel alleen wetsontwerpen die door de 2e Kamer zijn aangenomen alleen nog op hun deugdelijkheid en samenhang met andere wetten worden beoordeeld. Enige affiniteit met de wetgeving is dus welkom. Als dat erbij zou worden vermeld schrik je al een hoop gelukszoekers af en hoef je daar je krappe tijd niet in te steken.
Over een paar maanden zijn die Provinciale Statenverkiezingen al en Wilders zal met een lijst moeten komen met zo’n 200 namen. Elke politiek journalist zal nu al klaar zitten achter google om zodra die lijst wordt uitgegeven eens flink te gaan spitten. Wilders kan zichzelf moeilijk boven elke lijst zetten en de vraag is of de kiezer de partij PVV net zoveel vertrouwt als dat ze Wilders vertrouwt. De laatste peiling van Synovate gaf in één week tijd een daling van vijf zetels aan. Zo steil is de grafiek voor de PVV nog niet eerder naar beneden gegaan. Slechts één foute naam op die lijst van maart kan al desastreus zijn voor de geloofwaardigheid. Het kan werken als het jongetje dat riep dat de keizer helemaal geen kleren aanhad. Je geloofwaardigheid kan ontzettend snel weg zijn.
Zal de kiezer net zo massaal PVV stemmen als bij de verkiezingen van juni, of brokkelt er al langzaam wat af van de voorheen zo stevige PVV-muur. En als dat zo is, hoe kan Wilders weer vertrouwen terugwinnen? Het verleden leert dat als nieuwe partijen het momentum kwijt zijn, ze dit vaak ook niet meer te boven komen. Zie bijvoorbeeld TON. Ze blazen zichzelf compleet op en verdwijnen van het politieke toneel. Of, en zie de SP, ze worden gematigder en worden onderdeel van het systeem. De toekomst zal uitwijzen hoe het met de PVV zal aflopen. Voorlopig zal Geert flink aan de bak moeten om de opgelopen schade te herstellen en met een goede lijst voor maart te komen. De toekomst zal uitwijzen of Geert zelf ook echt kan sturen, of dat hij alleen vanaf de wal kan roepen.