Het is gesneden koek voor de immer ontevredenen: “hunnie” in Den Haag zijn alleen maar zakkenvullers en luisteren nooit naar “de gewone man”, waarmee de zeurkous in kwestie vooral zichzelf bedoelt. Het recente persbericht van het SCP lijkt in dat kader goed nieuws: dat kondigt triomfantelijk aan dat het vertrouwen in de regering is toegenomen, met name onder de traditionele proteststemmers: vooral PVV’ers, maar ook SP’ers en VVD’ers zijn positiever geworden over het kabinet. Dat is fijn: de onderbuik heeft zich weer aangesloten bij de rest van the body politic, en onze democratie draait weer zo goed als een pas geolied poldergemaal. Maar het SCP geeft in hetzelfde bericht al aan dat ze verwachten dat het vertrouwen snel weer zal dalen. Als plannen niet worden waargemaakt, als de PVV ook gewoon een Haagse partij blijkt te zijn, dan zal de onvrede weer de kop opsteken en zullen de verwijten aan “zullie” in Den Haag weer niet van de lucht zijn.
Wat dit persbericht aantoont, is dat onze democratie dus eigenlijk vrijwel perfect functioneert, en dat elk gebrek aan vertrouwen in onze democratie daarmee compleet ongefundeerd is.
Paars
Ga de feiten maar na. Er was eens: de jaren ’90, waarin een Paarse coalitie vrolijk regeerde op basis van het sociaal-liberale gedachtengoed. Dat stemde velen tevreden, maar velen ook niet. En prompt verscheen daar een meneer die wel raad wist met die Paarse coalitie: Pim Fortuyn. Als een onstuimige februaristorm beukte hij de Paarse dijken in een mum van tijd omver: het ene jaar wist niemand nog wie hij was, het andere jaar was hij als messias van de miserabelen op weg om premier te worden. Zelfs zijn dood, teweeggebracht door een idiote linksradicaal, kon de stormvloed die hij op gang had gebracht, niet meer keren: de LPF overstroomde de Kamer met 26 zetels.
De LPF verspeelde die 26 zetels al snel door onkundig leiderschap. Maar binnen enkele jaren stond al snel een nieuwe verlosser op: Geert Wilders. Binnen zes jaar slaagde Wilders er in om van een politieke nobody ineens de kapitein te worden van een politiek schip dat in 2010
prompt de Kamer binnenzeilde met 24 zetels, waarmee hij zelfs de ervaren rotten van het CDA als lichtmatrozen achter zich liet, om vervolgens medestuurman te worden in de huidige gedoogregering.
Het establishment
Kom daar maar eens om in een willekeurig andere democratie. In de V.S. en in het V.K. zijn er eigenlijk maar twee partijen: er was een godswonder nodig om in de afgelopen verkiezingen de Britse Liberaal-Democraten na decennia van oppositie eindelijk eens in de regering te krijgen. De radicaal-conservatieve Teaparty in Amerika dreigt nu vooraleerst de Republikeinse partij kapot te moeten maken, voor ze als zelfstandige kracht in het politieke bestel kan meedraaien. De ontevreden onderstromen, of ze nou links of rechts zijn, moeten daar een stuk langer en harder vechten voordat ze een geloofwaardig politiek alternatief kunnen bieden aan de ontevreden kiezer.
Ons systeem slaagt er wonderwel in om nieuwe politieke ideologieën binnen no-time een plaats te geven in het politieke bestel. Revolutionairen worden binnen doorgaans binnen tien jaar het establishment, datzelfde establishment waar ze zich eerst zo fel tegen verzetten. En wat dat betreft is het persbericht eigenlijk helemaal geen goed nieuws. Het laat zien dat de oorzaak van de ontevredenheid van kiezers helemaal niets heeft te maken met “hunnie in Den Haag”, maar alles met de houding van de ontevreden kiezer. Die immer ontevreden onderbuik van onze democratie zich de afgelopen jaren heeft gedragen als een vervelend, jengelend kind dat nooit genoeg heeft. Met zo’n volk ben ik eigenlijk verbaasd dat de politiek de burger niet op grotere afstand houdt.