De mannen van de Border Patrol in Arizona keken vreemd op afgelopen vrijdag, toen ze over de grens de Mexicaanse deelstaat Sonora in tuurden. Tot hun stomme verbazing zagen ze een heuse katapult in het plaatsje Naco. Een klein groepje lanceerde met het apparaat pakketjes drugs de grens over. De agenten waarschuwden de Mexicaanse autoriteiten, die bij inspectie een kleine zeventien kilo marihuana vonden.
De katapult is het laatste gekkigheidje in een ‘bedrijfstak’ die steeds gekkere dingen uitprobeert om zijn product de Amerikaanse markt in te krijgen. De muilezels, auto’s en speedbootjes van weleer zijn door de steeds strengere aanpak van de drugshandel minder winstgevend dan vroeger. De kartels zijn daarom overgestapt op originelere methodes. Grote drugtunnels, compleet met airconditioning en verlichting, en mini-duibootjes behoren al een tijdje tot beproefde methodes. Maar wat te denken van met cocaïne volgestopte lijken, kleding die wordt gedrenkt in vloeibare heroïne of bevroren haaien vol met verdovende middelen? Steeds als we denken dat het niet gekker kan, komen de dealers weer met iets nieuws. En nu dus een katapult. Je kan er om lachen, maar het werkt: het ding slingert pakketten van meer dan twee kilo per keer de grens over. En het is een stuk goedkoper en minder tijdrovend dan een luchtvloot of een 300 meter lange tunnel.
Absurdisme
Hoe grappig ook, ergens is het katapultverhaal symbolisch voor het hoge absurdistische gehalte van de Amerikaanse war on drugs. Sinds Richard Nixon in de jaren ’60 de oorlog aan de drugshandel verklaarde, lopen de Amerikanen, Europeanen en hun Latijns-Amerikaanse bondgenoten hopeloos achter de feiten aan. Toen de smokkelroute van Colombiaanse coke door de Caraïben in de jaren ’80 door de Amerikanen succesvol werd afgeknepen, verplaatste het zwaartepunt van de handel zich naar Mexico. Om de handel hier te stoppen, pompen de Amerikanen al ruim een decennium miljarden in het bouwen van een grensbeveiliging met een hoog Berlijnse Muur-gehalte. Stalen hekken, wachttorens, camera’s, infraroodsystemen, versterkte radarcontrole voor het luchtruim en duizenden extra agenten voor de Border Patrol, alles state of the art. En de narco’s? Die gaan gewoon vrolijk onder de grond door. Of ze zetten duikbootjes in. Of ze slingeren gewoon heel retro hun zaakje de grens over.
De drugshandel naar de VS levert de Mexicaanse kartels naar schatting tussen de 25 en 40 miljard dollar op jaarbasis op. Dat is meer dan het budget dat Mexico en de VS samen beschikbaar hebben om drugs te bestrijden. En dan hebben we het nog niet eens over de honderden bendes in Centraal-Amerika, Colombia en de VS zelf.
Politiek gegeven
In 2007 spraken de VS met Mexico in en een aantal Centraal-Amerikaanse landen een ‘omvangrijk’ steunpakket af in de vorm van het Mérida Initiatief. Nu ja, omvangrijk: het gaat om materieel, training waarde van 1,4 miljard dollar, uitgespreid over meerdere jaren en meerdere landen. En deze week kwam Hillary Clinton weer even naar Mexico met de aankondiging dat er nog een half miljard dollar extra steun naar Mexico gaat. Dat is al gauw 1,5 procent van de jaarlijkse inkomsten van de Mexicaanse kartels. Toe maar.
Dat de war on drugs vooral een politiek gegeven is, is geen geheim. Maar hoe lang willen de VS om politieke redenen nog miljarden in een bodemloze put pompen? Hoe lang willen ze nog door katapulten, drugstunnels, duikbootjes, haaien met cokevulling en heroïne-hemden voor paal worden gezet? Is een tijd van hoge werkloosheid en astronomische begrotingstekorten niet een goed moment om eens wat overbodige geldkranen dicht te draaien?
Toegegeven, om berichtjes als die van de drugskatapult kan gelachen worden. Maar lachen we ook nog als we bedenken dat die geldverspilling het afgelopen vier jaar aan bijna 35.000 Mexicanen het leven heeft gekost?
Jan-Albert Hootsen is freelance journalist in Mexico voor o.a. Trouw, ANP, RTL Nieuws en Radio Nederland Wereldomroep. Daarnaast is hij docent journalistiek aan de UDLA. Hij blogt zelf hier, maar vanaf vandaag zal hij ook tweewekelijks op deze plek een artikel publiceren.