Afgelopen zaterdag verscheen hier een uitstekend betoog tegen de nieuwe politiemissie in Afghanistan. Voor een vervolg zocht DeJaap contact met een tweevoudig Uruzganveteraan om de politiek achter, en de zin en onzin van de nieuwe en schrijnend beroerd gecamoufleerde oorlogsmissie in een ander licht te plaatsen. Kapitein en plaatsvervangend batterijcommandant Ronald (26), een van de jongste kapiteins in de gelederen van Defensie, heeft los van het laakbare politieke spel een aantal andere, minstens zo interessante punten in te brengen.
Logischerwijs dient daarbij opgetekend te worden dat Ronald op persoonlijke titel spreekt, en de standpunten van Defensie slechts indirect vertegenwoordigd zijn – in de uitingen van een militair die inmiddels tien jaar deel uitmaakt van het Nederlandse militaire apparaat en haar interne propagandacanon. Hoe staat een officier met voor tien maanden aan Afghaanse stempels in zijn paspoort in de huidige manoeuvres van de overheid, en wat kan deze volgende missie (nog) opleveren? Of om meteen een weinig positieve quote uit de reacties op het voorgaande artikel voor te leggen:
Er is geen enkele Nederlandse militair die ook maar iets in Afghanistan te zoeken heeft. We hebben geen enkele historische, culturele of economische overeenkomsten, we kunnen er niets bereiken wat we ook doen, en we hebben genoeg problemen in eigen land op te lossen.
Ronald: “Veel mensen denken nog steeds dat een leger enkel bestaat om de nationale veiligheid te verzekeren. Nederland maakt met zijn expeditionaire krijgsmacht echter deel uit van een militair bondgenootschap. Een bondgenootschap dat stabiliteit moet bieden, landen moet ontwikkelen en de economie moet stimuleren. In deze zin zijn we verplicht de belangen van de NAVO te dienen. Aan de andere kant vind ik het schokkend om te merken dat veel mensen zo intrinsiek egoïstisch zijn. Vooral mensen die sociaal beweren te zijn, maar enkel alleen naar het eigen land kijken. Nationaal sociaal, zeg maar. Als een ander land in de problemen zit, dan kopen we onze schuld af met een giro 555-actie waarna we weer lekker kunnen gaan klagen over lange wachttijden, strooizout, of blaadjes op de rails. Leg dit soort ‘problematiek’ naast wat er in Afghanistan aan de hand is, en je merkt dat we het helemaal zo slecht niet hebben in Nederland.“
Center Parcs
“Het Nederlandse leger is juist steeds meer ingericht om landen als Afghanistan er bovenop te helpen. Zo heeft Nederland in Uruzgan zijn eigen provincial reconstruction team gehad waar militairen bouwprojecten realiseerden, met de hulp van civiele adviseurs. Advocaten, landbouwspecialisten en economen trokken door de provincie om advies te geven hoe dingen beter kunnen. Beter betekent hier niet op de Nederlandse manier, maar kennis toe- en aanpassen op het land en de cultuur. Nederland heeft talloze militairen en politieagenten van training en advies voorzien, waardoor de nationale politie- en krijgsmacht zichtbaar verbeterde. Waarom er dan nog steeds Taliban actief is? Wat verwacht je, een Center Parcs in Tarin Kowt of Kunduz City? In Bosnië en Herzegovina is Nederland als sinds 1992 actief. Nog steeds loopt daar een EU missie om naleving van verdragen te controleren.”
“Afghanistan is een missie die nog veel complexer en uitdagender is. Toch verwachten we wonderen. Dat veiligheid, ontwikkeling en diplomatie niet zonder elkaar kunnen is de afgelopen vier jaar in Uruzgan bewezen. Er wordt inderdaad gevochten, maar vergeet niet dat er talloze projecten zijn afgerond waar de Afghaan van profiteert. Ik heb het hier over aantallen vanaf vier cijfers. Vaak wordt er gedacht in termen van geld, risico’s en ‘what’s in it for me’. Waar is onze solidariteit en behulpzaamheid, waar is ons respect? Of zijn deze zaken geen onderdeel van globalisering en zijn deze dingen alleen geldig binnen de grenzen van ons eigen landje?”
Blogger met frustraties
Je hebt het artikel van afgelopen zaterdag gelezen. Voor iemand die juist zo achter onze aanwezigheid in provincies als Uruzgan en Kunduz staat, moet de manier waarop de regering ‘ons’ die woestijn in rommelt het vertrouwen in de binnenlandse politiek ongetwijfeld ook schaden. Maar vooral het gegeven dat zeventig procent van het volk niet achter de aanstaande missie staat, moet een tweevoudig veteraan dwars zitten?
“Sinds het begin van de vorige eeuw lijken grenzen een stuk minder ver weg dan voorheen. De globalisering heeft de wereldhandel sterk verbeterd. De wereld wordt kleiner en de media reiken verder. Deze ontwikkeling heeft echter ook een keerzijde. Het publiek is snel geneigd overal maar een mening over te hebben. Een mening gebaseerd op ‘kwaliteitskranten’ als de Telegraaf, bloggers met frustraties of misschien wel een twitteraar die zijn succes meet aan de hand van de hoeveelheid volgers die hij of zij heeft. Lezers of kijkers beseffen vaak niet dat de zender van het bericht zijn boodschap op zijn manier verkoopt en zelf de inhoud bepaalt. Het is een selectie van de complete waarheid. Slechts dat deel dat aansluit op zijn mening wordt opgenomen in de boodschap. Dit proces van zender-ruis-ontvanger snappen veel mensen niet. Ik zeg niet dat dit geldt voor de volledige zeventig procent van de Nederlandse bevolking die volgens polls tegen de missie in Kunduz is. Maar niemand kan ontkennen dat de media de missie vanaf het begin af aan nooit een kans heeft gegeven. Het was bij voorbaat slecht en onnodig. Kunduz is gevaarlijk, gevechten zijn aan de orde van de dag. Als het onderwerp Kunduz voorbij komt, gaat dat zonder uitzondering gepaard met beelden van (Duitse) militairen in gevecht, of van een steniging. Ja, dat komt voor, net zoals dit in Uruzgan helaas gebeurde. Maar net als in Uruzgan gebeuren er in Kunduz ook hele goede dingen.”
“Maar is er ooit iets positiefs gemeld over de scholen en ziekenhuizen, een politiepost of een eenheid van het leger? Kennen wij de provincie, de mensen daar, hoe het er daar aan toe gaat? Kan jij als lezer van bijvoorbeeld dit stuk beweren dat je voldoende informatie hebt, vanuit verschillende invalshoeken, om een mening te kunnen – of beter, te mogen – funderen? Laten we voor onze lering, maar ik denk eerder ter vermaak, eens tien Nederlanders vragen waar Kunduz überhaupt ligt. Afghanistan is vele maler complexer dan Nederland. Het laat zich niet definiëren door statistieken, Nederlandse maatstaven van democratie of onze eigen normen en waarden. Deze complexiteit is op geen manier over te brengen anders dan door ofwel een uitgebreide studie, ofwel een langdurig bezoek. Ik heb beide gedaan en nog steeds blijft het land mij verrassen. In positieve zin. Als de informatieverstrekking richting het volk completer zou zijn, dan zou het percentage van het volk tegen de missie ook een stuk lager zijn.”
Rode draad
Maar hoe zit dat met de Afghanen zelf? Willen zij de troepen van het ISAF wel?
“Uit gesprekken met Afghanen is één rode draad te filteren. De mensen daar willen vrede. Het land verkeert al meer dan dertig jaar in een staat van oorlog. Een hele generatie is er mee opgegroeid en de volgende is volop bezig al deze ervaringen op te doen. Afwezigheid van ISAF is geen optie, omdat de Taliban net zo goed wordt gezien als vijand. Los van de doelstelling van ISAF om de veiligheid te vergroten, is de bevolking ook erg blij met onze hulp op het gebied van ontwikkeling en diplomatie. De Afghaan is zich er van bewust dat wij een geleerd volk zijn. Opleiding staat erg hoog in het vaandel bij de Afghaan. Juist omdat dit niet zo gemakkelijk voorhanden is als hier in Nederland, hebben mensen die opgeleid zijn erg veel aanzien en respect. Ik heb Afghanen moeten troosten toen ze hoorden dat Nederland wegging uit Uruzgan. Natuurlijk spelen er heel veel zaken in de besluitvorming om deel te nemen aan een missie en het volk verdient het om bekend te zijn met al deze beweegredenen. Het betekent echter ook dat men niet doof moet zijn voor andere argumenten en deze niet af moet doen als verkooppraatjes of propaganda.”
De volledige naam van kapitein Ronald is bij de redactie bekend.