“Overtuigd atheïst”, zo noemt zo’n twintig procent van de jongeren tussen de achttien en 25 jaar zichzelf. Meestal verzet de atheïst zich tegen de bewering dat God bestaat en dat er een leven na de dood is. Het zou namelijk naïef, kortzichtig en ouderwets zijn om te denken dat er een oppermacht bestaat die ons leven stuurt. Toch heeft de doorsnee atheïst een zweem meegekregen van de doorgewinterde theïst: een vast geloof in iets wat niet bewezen kan worden.
Er zijn overigens genoeg atheïsten die het hiermee stellig oneens zullen zijn. Een overvloed aan wetenschappelijke informatie heeft namelijk aangetoond dat de mens ouder is dan christenen beweren, bovendien is er voldoende bewijs voor het feit dat er een oerknal plaatsgevonden heeft en dat de aarde ouder is dan die 6000 jaar waar de meeste refo’s over kakelen. Bovendien kan door logisch redeneren het bestaan van een God zoals de monotheïstische godsdiensten dat bepleiten, ontkend worden.
Bestaan van God
Maar sluit het één het ander uit? Het theïsme stelt dat er een oppermacht is, die onze levens stuurt. Deze is echter niet zintuiglijk waarneembaar. De God is transcendent: deze stijgt boven het menselijk verstand uit en valt niet te vatten in onze zintuigen. Dat maakt de kennis van God tot intuïtief verkrijgbare kennis. Maar wanneer een atheïst stelt dat deze God absoluut niet bestaat en dat dit bestaan in geen geval aantoonbaar is, dan zou hij eigenlijk met een passende wetenschappelijke weerlegging moeten komen: waarom bestaat deze oppermacht dan expliciet niet?
Niemand ontkent dat gelovigen de neiging hebben om hun monopolie op de waarheid als algemeen geldend aan te nemen. Het bestaan van God is hierbij een aanname. Omgekeerd is het niet bestaan van God óók een aanname. Immers, de kennis van God is niet in onze zintuigen te vatten en dus niet wetenschappelijk bewijsbaar: de ‘kennis’ is intuïtief. Intuïtieve kennis is kennis die we niet kunnen uitleggen. Klein voorbeeldje: je ‘voelt’ gewoon dat je die man daar een nare man vindt. Hoe kun je zoiets weerleggen? Stel dat God iets is wat je moet aanvoelen en wat je niet kunt waarnemen? Je kunt zeggen dat je erin gelooft dat het niet zo is, maar je kunt het niet daadwerkelijk wéten. Men kan slechts de dogma’s van de religieuze instanties weerleggen.
De aarde is geen 6000 jaar oud, dat is wetenschappelijk bewezen. De oerknal heeft plaatsgevonden. De alwetendheid van God hardmaken is logisch gezien onmogelijk. Maar het pure (niet) bestaan van zo’n transcendent opperwezen, kun je niet weten. Je kunt hier slechts in geloven. Over dingen die niet empirisch te bewijzen zijn, kan geen zinnige uitspraak gedaan worden.
Roos Blaauwendraad is agnost.