Alle geruchten zijn waar. Dat is de ironie achter Rumours (1977), met veertig miljoen verkochte exemplaren het meest succesvolle album van de Brits-Amerikaanse band Fleetwood Mac. Singles als Dreams, Don’t Stop en Go Your Own Way gooien anno vandaag nog steeds hoge ogen op de Radio Veronica’s van deze wereld, maar het verhaal achter het elfde studioalbum van deze legendarische, nog altijd actieve classic rock-band is veel mooier dan alleen die prettige meezingers. Rumours is de timeline, misschien wel de lifeline, van de band als geheel. Zangeres Christine McVie over de turbulente periode rond de opnamen ervan: “We waren de dagelijkse reality soap voor de muziekliefhebbers. Erger nog, het was nog allemaal waar ook.”
Voordat Rumours in 1977 uitkomt, heeft Peter Green’s Fleetwood Mac, zoals de eerste naam van de band luidde, al een tienjarige, goed gevulde geschiedenis op haar naam met daarin maar liefst tien albums, maar ook talloze personeelswissels. In 1967 begint de Brit Green, als gitarist de vervanger van Eric Clapton in John Mayall’s Bluesbreakers, een side project met Mick Fleetwood, drummer van de Bluesbreakers en bassist John McVie (ook een Bluesbreaker). Samen nemen ze vijf nummers op, waarbij de laatste, een instrumental, vernoemd wordt naar de ritmesectie: Fleetwood Mac. Green wil een eigen band maken van dit project, maar krijgt ondanks het feit dat hij die band naar dat zelfde liedje wil vernoemen, John McVie niet gelijk aan boord. In plaats daarvan wordt Bob Brunning bassist, op voorwaarde dat hij weg gaat als McVie zich bedenkt. Slide-gitarist Jeremy Spencer wordt aan de line-up toegevoegd en de bandnaam blijft behouden: Peter Green’s Fleetwood Mac. Op 13 augustus 1967 debuteert de band live op een bluesfestival. Na dat optreden besluit McVie toch mee te gaan doen, dus Brunning moet het veld ruimen. Het is een eerste van vele wissels binnen de band.
Debuut
In 1968 verschijnt het self-titled debuut dat goed scoort. Er staan echter geen singles op, dus achteraf worden er nog twee losse nummers uitgebracht: Black Magic Woman, waar Santana in 1970 een evergreen mee scoort, en Need Your Love So Bad. De core business van de band richt zich op blues, inclusief covers van illustere blues-artiesten als Robert Johnson en Elmore James – zeker in die tijd was het niet ongebruikelijk dat (Britse) bluesbands dergelijke muzikale voorbeelden op hun eigen albums eerden met een eigen uitvoering.
Over de wisselingen in bezetting kun je een boek schrijven, dus dat blijft in dit verhaal grotendeels achterwege (voor de geïnteresseerden: hier een timeline vanaf de oprichting tot kort na het verschijnen van Rumours), maar enkele veranderingen zijn uiteraard zeer belangrijk. De toevoeging van zanger-gitarist Danny Kirwan in 1968, bijvoorbeeld, die de band een kenmerkend geluid mee gaf en het ensemble uit de kaders van de blues drukte, naar een breder, meer eigen (rock-)geluid. In 1970 vindt er een minder gunstige verandering in de line-up plaats: op 20 mei van dat jaar speelt Peter Green in het Fillmore West in San Francisco voor het laatst met de band mee. Het succes van Fleetwood Mac begon hem op te breken. Behalve het nog onschuldige laten groeien van een baard en het dragen van lange pijen en kruizen om zijn nek, ontwikkelde hij ook een LSD-verslaving waar hij, volgens zijn omgeving, een ander persoon van werd. Uiteindelijk kreeg hij schizofrene neigingen en uit eigen beweging verlaat hij de band. Tijdens dat laatste optreden moet de stekker uit de versterking getrokken worden om de band tot stoppen te dwingen, al blijft Mick Fleetwood ook dan nog door drummen.
Fleetwood Mac in 2009. Van links naar rechts: John McVie,
Stevie Nicks, Lindsey Buckingham en Mick Fleetwood
Verhuis naar de VS
Anno nu bagatelliseert Green zijn rol en invloed als songschrijver, mogelijk om wat druk van zijn persoon af te halen, al geeft hij ook aan het afwijken van de blues-paden hem destijds niet lekker zat: “Oh, I was never really a songwriter. I was very lucky to get those hits. I shouldn’t have been distracted from my fascination with the blues… I have been known to come up with the odd bit, but I’m not all that wild about the big composer credit”, zei hij in 2007 tegen Vintage Guitar Magazine.
Als Fleetwood Mac onder aanvoering van Kirwan meer rock gaat spelen, komt zangeres en keyboardspeler Christine Perfect bij de band, beter bekend als Christine McVie: de vrouw van bassist John. In de jaren na het vertrek van Green, pompt de redelijk succesvolle band er nog een aantal albums uit in een periode die op zijn zachtst gezegd ‘bizar’ genoemd mag worden: Slide-gitarist Spencer verdwijnt letterlijk van het ene op het andere moment en duikt later op bij een religieuze groepering en Danny Kirwan wordt wegens alcoholproblemen en de daaruit voortvloeiende onhandelbaarheid ontslagen door Mick Fleetwood. Een serie bezettingswisselingen volgt. Maar het wordt nog gekker: bandmanager Clifford Davis claimt het eigendomsrecht op de naam van de band en organiseert zelfs een tour met muzikanten van wie niemand ooit in Fleetwood Mac heeft gespeeld. Toenmalige gitarist Bob Welch probeerde de echte band, die uiteindelijk een jaar lang niets kon doen, juridisch weer op de rails te trekken en haalde zijn bandgenoten over om naar Los Angeles te verkassen, omdat platenlabel Warner Bros. anders te weinig zou doen voor een semi-succesvolle groep die helemaal in Engeland zat. Het zou een gouden greep blijken, die echter ook zijn tol eiste: ondanks het feit dat het hem lukte om zijn band weer in gunstig vaarwater te manoeuvreren, verliet Bob Welch in 1975 de groep omdat de druk van het toeren en de juridische strijd hem naar eigen zeggen zijn creativiteit hebben gekost.
Turbulente tijden
Mick Fleetwood, het enige bandlid dat vanaf het begin bij Fleetwood Mac zit (quizvraag tussendoor: bij welke andere wereldberoemde Britse band is de drummer ook het enige bandlid dat onafgebroken onderdeel van de groep is geweest?), trekt na een korte zoektocht de Amerikaanse gitarist Lindsey Buckingham (ja dat is een man, ja) aan als vervanger van Welch. Die wil alleen meedoen als zijn muzikale- en levenspartner Stephanie ‘Stevie’ Nicks ook onderdeel van de band wordt. Na de verhuizing naar de VS is dit een tweede gouden greep in korte tijd. Herboren duikt de groep de studio in om voor de tweede keer een titelloos album te maken: Fleetwood Mac, het tiende studioalbum dat in de zomer van 1975 verschijnt en classic hits als Rihannon en Landslide bevat, beide door Stevie Nicks geschreven. Het duo Buckingham-Nicks neemt de regie binnen de band ondertussen langzaam over, terwijl er op het persoonlijke vlak turbulente tijden aankomen voor Fleetwood Mac.
Mick Fleetwood verwaarloost namelijk vrouw en kinderen op zijn weg naar superstardom, is chronisch dronken en stoned (tot een punt waarop hij zijn eigen kinderen niet meer herkent) en sleept John McVie mee in zijn alcoholroes. Die krijgt daardoor op zijn beurt weer ruzie met vrouwlief Christine, die in 1976 een echtscheiding aanvraagt: “Het enige juiste besluit wat ik kon nemen.” Ook tussen Buckingham en Nicks gaat het langzaam mis. Laatstgenoemde is jaloers op de artistieke samenwerking van Christine McVie en haar lief, waarvan ze vreest dat ze die niet kan evenaren. Lindsey is op zijn beurt jaloers op het feit dat zijn vriendin de covers van alle magazines siert als mooi boegbeeld van de band. “Soms wilde ik tegen iedereen roepen: ‘Stop daarmee, want het maakt de band kapot’”, zegt Nicks over die periode.
Bordeeltaferelen
Tijdens de opnamen van hun elfde album, hebben alle bandleden een eigen appartement vlak bij elkaar, waar het volgens Fleetwood tot bordeeltaferelen leidde. De tekst van het door Buckingham geschreven Go Your Own Way is voor Nicks ondertussen de druppel de emmer doet overlopen en ook die relatie strandt, terwijl de hele band in meerdere of mindere mate nu drank en coke gebruikt of het eerste levensbehoeften zijn. Buckingham houdt zich relatief in, wat er toe leidt dat hij zich echt tot voorman van de band ontwikkelt terwijl Nicks een relatie met Don Henley (The Eagles) begint als beide bands in Miami opnemen: Rumours en Hotel California, beiden benchmarks van de jaren ’70, zijn op bijzonder korte afstand van elkaar tot stand gekomen en hebben dus meer onderliggende verbanden dan je zou vermoeden.
De ruzies binnen de band, die toch stug doorwerkt aan hun nieuwe plaat, vinden gretig aftrek in de kolommen van de roddelbladen, wat er toe leidt dat de pers massaal toehapt als in februari 1977 het toepasselijk getitelde Rumours uiteindelijk verschijnt (luchtige doch treffende analyse hier). “De liedjes waren directe persoonlijke berichten van de bandleden aan elkaar. Overigens hadden wij nooit de illusie dat die gevoelens ook daadwerkelijk door het grote publiek zouden worden opgepikt”, legde Mick Fleetwood ooit uit. Dat persoonlijke is precies wat de pers wilde horen en dat leidde juist mede tot het enorme succes van het album van een band die één album eerder al definitieve wereldfaam bereikte en die miljonairs van de muzikanten maakte. Het betekent wederom veranderingen binnen de band, al is het deze keer in de onderlinge verhoudingen: de bezetting van Fleewood Mac blijft – bizar genoeg, gezien alle ruzie, kapotte relaties en substantiemisbruik – tot 1987 hetzelfde.
Bart Nijman noemde in 2009 een optreden van Fleetwood Mac in Ahoy één van de beste concerten van het jaar. Dit is deel 1 van een vooralsnog onbekend aantal artikelen over de Brits-Amerikaanse band.