ThePostOnline

Automobilisten zijn de nieuwe rokers

14-03-2011 11:00

‘Egomobilisten’, zo noemde de rijbewijsloze Rotterdamse GroenLinks-fractievoorzitter Arno Bonte (ja, die van dat kansloze voorstel voor een vuurwerkverbod) afgelopen zaterdag bij Rondom 10 mensen die graag zouden zien dat de maximumsnelheid waar mogelijk omhoog gaat, dat de rode kruizen boven spitsstroken eens wat vaker op groen gaan en dat er op knelpunten extra rijbanen worden aangelegd om de doorstroming in dit aan een chronisch verkeersinfarct lijdende land te verbeteren. Arno Bonte en gelijkgestemde milieuknuffelaars zoals Martin Kroon vinden echter dat automobilisten hun mond moeten houden. Aangewakkerd door de 130 kilometer per uur-discussie steekt milieumoralisme steeds vaker de kop op en maakt het van de automobilisten een soort rokers 2.0: accijns afdragen, maar verder overal genegeerd of weggestuurd worden met het argument dat ze stinken.

De verbrandingsmotor zoals we die anno nu al dik twee eeuwen kennen en die eind negentiende eeuw door Karl Benz geschikt gemaakt werd om auto’s mee aan te drijven, zal verdwijnen. Niet binnen nu en de komende honderdvijftig elkaar steeds sneller opvolgende brandstofprijsverhogingen, maar ooit. Prima, niets mis met milieubesparende ontwikkelingen. Op dit moment rijden er echter nog wel ruim tien miljoen fossiel gestookte voertuigen rond in Nederland, waaronder dik 7,6 miljoen particulier geregistreerde auto’s. De mensen die ze besturen, vormen samen een enorme kudde melkkoeien wiens wensen en meningen steeds vaker genegeerd worden en wiens liefhebberij als ‘fundamentalisme’ wordt afgedaan, terwijl dit hele land financieel op grote achterstand zou komen te staan als Den Haag niet zo lekker met de lippen om al die uitlaten kon hangen om euro na euro na euro aan accijnzen, belastingen, heffingen en verkeersboetes uit die tien miljoen voertuigen linea recta in de bodemloze put die de staatskas is te zuigen – terwijl de opbrengsten uit automobiliteit maar gedeeltelijk terugvloeien naar de fors investerende automobilist.

Utopische waanvisioenen
Tussen 1 januari 2001 en 1 januari 2010 nam de nationale wegenlengte met vijf procent toe van ruim 130.000 naar ruim 137.000 kilometer (voornamelijk dankzij nieuw aangelegde woonwijken, niet door de uitbreiding van het hoofdwegennet), terwijl het aantal op kenteken geregistreerde particuliere voertuigen van 6,3 naar 7,6 miljoen steeg: een toename van ruim twintig procent. Het gevolg is een stijging van het aantal filekilometers en spitsuren, betaald parkeren tot in de kleinste dorpskernen en totale chaos door verkeersinfarcten bij een lullige twee centimeter sneeuw op een winterse maandagmorgen. Daar tegenover staat een overheid die het bestaan van auto’s (en automobilisten) volledig lijkt te ontkennen en die liever lekker progressief vooruit kijkt naar de moreel verheven utopische waanvisioenen van een autohater die in Rondom 10 met een sardonisch genoegen vanaf zijn zelfverkozen verheven positie verkondigde dat hij lekker 160 reed. Met de trein, terwijl hij koffie dronk en de krant las. De snob.

Het zijn de automobilisten die de trein, tram en al die miljoen miljard onrendabele polderbuurtbuslijntjes betalen, maar als die zelfde automobilist het ook maar wáágt om een paar kilometer extra asfalt te verlangen, bij voorkeur zonder het risico te lopen dat er na iedere drie kilometer per uur die hij te hard rijdt een envelop van het CJIB op de mat ploft, krijgt hij een vermanende vinger in het gezicht gewapperd door de Arno Bontes en Martin Kronen van deze wereld. Automobilisten krijgen een paar kilometer nieuw asfalt tussen Eindhoven en Amsterdam en een haast symbolische, want zeer lokale snelheidsverhoging van 120 naar 130 en verder moeten ze zwijgen en betalen.

Trajectcontrolehel
Het zijn bovendien mensen als Arno Bonte die zo’n 130-discussie meteen aangrijpen om moord, brand en fijnstof te schreeuwen. Mensen zonder rijbewijs moeten per definitie hun mond houden over auto’s, asfalt en automobilisten, zeker op een dag dat bekend werd dat die nieuwe vijfbaans A2 tussen Utrecht, waar de maximumsnelheid al van 120 naar een kruipende 100 is gegaan, een trajectcontrolehel gaat worden, waar het rechterpedaal wat dieper indrukken als er geen hond op de weg is (wat na 20:00 uur ‘s avonds doorgaans zo is) onmogelijk wordt als je je roze papiertje niet kwijt wilt raken.

Autorijden is een liefhebberij, een verworven vrijheid en/of een mobiliteitsnoodzaak die niet per se door trein, bus of fiets kan worden vervangen om emotionele, financiële of logistieke redenen. Dat het voor het milieu beter is om de auto te ontmoedigen of alternatieven te promoten, is begrijpelijk. Dat we echter opgescheept zitten met beleidsmakers die bij voorbaat doen alsof die tien miljoen auto’s niet bestaan en alsof het fileprobleem zichzelf wel oplost als je het maar lang genoeg negeert of ontkent, is stuitend. Bovendien verwijt de pot de ketel hier een duidelijke roetaanslag: Bonte en kornuiten noemen autoliefhebbers ‘fundamentalisten’, maar als het aan hen lag, ging iedereen mee in hun minstens zo fundamentele voorkeur voor fiets, bus of trein en waren auto’s überhaupt nergens meer welkom. Een roetfilter op egocollectivist Arno Bonte, dát zou een mooie innovatie zijn.

Een auto bezitten en besturen is de hoogste vorm van ontspanning en persoonlijke bewegingsvrijheid, vindt Bart Nijman.

Het CBS leverde de cijfers over asfaltkilometers en auto-aantallen.