Het proces tegen Wilders lijkt ondertussen meer op een reconstructie van een misgelopen EO-familiediner dan op een rechtszaak waarin grenzen worden bepaald voor een fundamentele waarde van onze maatschappij. Het ging ooit om vrijheid van meningsuiting versus belediging, nu gaat het om wie wat, na hoeveel drank op de juiste manier zegt. Is er maar een man die er goed uitkomt en dat is Geert Wilders zelf.
Geert Wilders heeft dit proces van het begin af aan als politiek proces gezien. Hij heeft het zelf geroepen en dus máákt hij het ook tot een politiek proces. Die tactiek voert hij nu door tot het bittere eind. Nadat er in hoger beroep werd bepaald dat er toch vervolgd moest worden, ook al wilde het OM niet, wist hij wat hij kon doen: slachtoffer spelen tegen die verdorven linkse rechterskliek. Vanaf dat moment maakte het niet meer uit wat de rechtbank deed. Of ze nou getuigen-deskundigen verworpen wegens totale irrelevantie, of niet meteen besloten alsnog Hans Jansen te horen, Wilders kon steeds zeggen: “Zie je wel, de linkse rechterkliek doet er alles aan om mij te pakken.”
Ook het meest recente wrakingsverzoek, wegens het niet in behandeling nemen van vermeende meineed door Bertus Hendriks, past in dit schema. Bertus Hendriks is nog niet eens zo heel interessant, behalve als symbool voor de linkse media. Het in diskrediet brengen van de rechtbank is veel interessanter. En het werkt! Dus gaat het proces niet meer over de vrijheid van meningsuiting of belediging, dat pleit heeft Wilders allang gewonnen in de ogen van zijn achterban. Het gaat om Wilders versus de elite. Hij kan nog zo’n plucheplakker zijn, zijn voornaamste belang is outsider blijven. En dat lukt hem prima met deze tactiek. Nu is het slechts hopen dat hij genoeg geld heeft om de uren van Moszkowicz te betalen.