Gisteren, woensdag 20 april, was de herdenking van de moordpartij van Tristan van der Vlis in Alphen aan de Rijn, vorige week zaterdag. Een paar dagen eerder had Kambiz Roustayi, een Iraanse asielzoeker, zichzelf op de Dam in brand gestoken. Hij overleed later in het ziekenhuis. Zowel de daad zelf als de reactie daarop hebben veel overeenkomsten waar belangrijke lessen uit kunnen worden getrokken. Lessen die tot nu toe geen aandacht krijgen, waarmee we een grotere kans op herhaling riskeren.
Beide daders woonden in Alphen, en hun daden komen allebei neer op zelfmoord. Dat zijn op zich oppervlakkige overeenkomsten. Maar er is ook een meer opvallende gelijkenis: beide gebeurtenissen worden in de media en de publieke opinie gezien als een op zichzelf staande daad van een eenzame gek. In het geval van Tristan van der Vlis is de algemene mening dat hij door een combinatie van een instabiele persoonlijkheid, militaire fantasieën en een gebrek aan erkenning tot zijn daad kwam. Hij was dus gek. In het geval van Kambiz Roustayi gaat men ervan uit dat normale mensen zichzelf niet in brand steken. Hij was dus ook gek.
Shooting spree
Als het allebei de daden waren van een eenzame gek, voorkomt dit dat Nederland lastige vragen over zichzelf moet stellen. Want de shooting spree kun je zo langzamerhand wel een westerse traditie gaan noemen, nu dit na de Verenigde Staten ook in Duitsland, Finland en Nederland is gebeurd. Het gaat vrijwel altijd om jonge blanke mannen uit de lagere middenklasse met (extreem)rechtse sympathieën. Je kunt je dus afvragen of sociaaleconomische positie, het gebrek aan controle op de moderne jeugd, videospelletjes of zelfs de politieke cultuur een rol spelen. Al met al genoeg reden om onze maatschappij eens aan een diepgravend zelfonderzoek onderwerpen. Maar zolang we doen alsof Van der Vlis gek was, hoeft dat allemaal niet.
Ook bij Kambiz Roustayi voorkomt de conclusie dat hij gek is de noodzaak tot zelfonderzoek. Nog meer dan bij Alphen is dat onterecht. Roustayi had als Iraanse dissident elf jaar geleden asiel aangevraagd en heeft al die tijd in grote onzekerheid geleefd. De laatste jaren kreeg hij geen onderdak of eten meer, maar mocht ook niet werken. Het vooruitzicht om in Iran opgesloten of zelfs gemarteld te worden was voor hem onverdraaglijk. Uit verklaringen van zijn vrienden blijkt dat Roustayi’s zelfverbranding een weloverwogen offer was in de strijd tegen het Nederlandse asielbeleid.
Politieke traditie
Kambiz’ daad past daarmee binnen een lange politieke traditie. Recent nog begonnen de Arabische revoluties met meerdere zelfverbrandingen. Hoe afschuwelijk ze ook zijn, ze dwingen mensen om te begrijpen dat er groot onrecht in de wereld is. Behalve in Nederland, waar een gebrek aan media-aandacht en het feit dat dit maar één voorval was klaarblijkelijk voorkomen dat mensen zich gaan afvragen of er iets ernstig mis is met het asielbeleid.
Op verschillende manieren voorkomt de simplistische conclusie ‘eenzame gek’ dus zelfkritiek en schaamte. Maar ook de verschillen in hoe de media omgingen met beide gebeurtenissen, zou ons over onszelf aan het denken moeten zetten. De daad van Kambiz Roustayi werd een keer kort genoemd in het avondjournaal. Zijn herdenking kreeg geen enkele nationale aandacht. Over Alphen is de berichtgeving vrijwel continu geweest. Aan de ene kant is dat verschil terecht, omdat er in Alphen aan de Rijn veel onschuldigen het slachtoffer werden. Maar tegelijkertijd is de politieke betekenis van de daad van Kambiz Roustayi veel groter. Hoe je ook denkt over de oorzaak van ‘Alphen’, burgers zullen elkaar altijd rare dingen blijven aandoen. Bij een zelfmoord die een verband heeft met overheidsoptreden, moet je je echter afvragen of er niet een oorzakelijk verband is dat urgente politieke vragen oproept.
Lering trekken
Die vragen worden echter niet gesteld en zo beroven we onszelf van de mogelijkheid lering te trekken uit beide gebeurtenissen, wat herhaling zou kunnen voorkomen. In het geval van zelfverbranding is dat risico groot. Er zijn veel mensen die weinig te verliezen hebben en die weten dat meerdere zelfverbrandingen wel het gewenste effect zouden kunnen hebben. Vorige week woensdag stond de brandweer klaar op de Dam omdat er een waarschuwing was dat er iemand op weg was om zichzelf in brand te steken. Daarna was er de moordpartij in Baflo door een uitgeprocedeerde asielzoeker. En afgelopen dinsdag meldde het AD dat op het nippertje een nieuwe zelfverbranding van een vluchteling was voorkomen. Dat is hopelijk het laatste nieuws op dat gebied, maar ik houd mijn hart vast.
Michael Blok is actief binnen het Platform Stop Racisme en Uitsluiting, was tot voor kort voorzitter van GroenLinks Amsterdam-Oost en is duurzaamheids- en strategieconsultant. Hij publiceerde recent ook op joop.nl, in NRC Next en in De Volkskrant.