Het is inmiddels misschien wel duidelijk: Zondag is op DeJaap een goede plek om opvallende marketing en design-hypes, trucs en clichés de revue te laten passeren. Voor wie het gemist heeft, al eerder ging het over de payoff en nog vorige week over het gebruik van standaard stockfoto’s. Deze zondag gaat het om een een fenomeen dat op internet een bekend patroon volgt: eerst wordt het geïntroduceerd als kleine noviteit en vlot daarna wordt het algemeen gebruikt. Uiteraard wordt het daarna al door menigeen verguisd, maar niet alvorens het geruime tijd het beeld op internet heeft kunnen bepalen. Het gaat hier natuurlijk om het gebruik van een speciaal font-type, meestal alleen voor titels of andere headers.
Als een natuurlijke opvolger van de animated gif komen we namelijk steeds vaker sets aan fonts tegen die iedereen ineens echt móet gaan gebruiken. Een jaar of tien geleden was het gebruik van speciale fonts in header plaatjes, mede door de stand van het internet destijds, namelijk nog helemaal niet gebruikelijk. Wel wist iedereen dat er iets diende te bewegen op een website, dus liet zelfs de meest gerespecteerde designer zich nog vaak verleiden tot een bewegende ‘@’ of van die buttons die bewogen als je er met je muis overheen ging. Nu er veel meer lettertypes voorhanden zijn, en technieken om ze zonder het gebruik van plaatjes óók weer te geven gebruikelijker worden, zien we dat menig webdesigner zijn heil in ‘aparte’ lettertypes zoekt. Een goed gekozen, net even anders, lettertype kan voor het verschil tussen een saaie en een keurige site zorgen die echt “af” is.
Mooie fonts, een schaars goed
Het probleem is echter dat men vaak grijpt naar een lettertype dat ondertussen al overal te zien is. Er zijn talloze achterliggende redenen hiervoor te bedenken, maar uiteindelijk komen ze er vooral op neer dat een goed lettertype nu eenmaal erg moeilijk is om te maken. Daarom kost een set aan karakters je ook een klein vermogen: het lijkt misschien heel simpel, maar onbewust voelen de meesten onder ons direct het verschil tussen een professioneel en amateuristisch in elkaar gezet lettertype aan. Goed, wellicht met uitzondering van Comic Sans, dat een heel geschikt lettertype is voor, inderdaad, cartoons, maar dat door menigeen vooral te onpas wordt gebruikt.
Dit is dan ook gelijk het eerste, veel te vaak gebruikte font in de serie. Een verschil met andere keuzes voor headers is dat veel professionele designers zich nooit aan Comic Sans zullen wagen. Het blijft toch een beetje het lettertype voor die manager die zijn PowerPoint slides wil opleuken, of de toiletjuffrouw die met een briefje op het correct gebruik van de handendroger wil wijzen. Toch is de grens met het gebruik van andere fonts vaag: gebruik er van is niet fout, maar gaat op een gegeven moment aan ergernis grenzen. Bij een lettertype voor strips is dat misschien heel duidelijk omdat het een “niet serieus” aura om zich heen heeft hangen: dergelijke overwegingen spelen ook bij ander gebruik een rol, zij het subtieler.
De natte vloer
Het eerste voorbeeld van een gebruik van headers dat op een gegeven moment echt losgeslagen was is het gebruik van het zogenaamde wet floor effect. Op die manier zag je dan een ‘leuke’ weerspiegeling van je titel op een zogenaamd spiegelende vloer. Het gebruik van dit effect staat bijna synoniem met “web 2.0”, samen met het gebruik van de onvermijdelijke “beta” badge. Door het overmatige gebruik van dit effect kwamen er talloze humoristisch bedoelde titel generators online, die je in staat stelden om direct je eigen hippe “web 2.0” bedrijfje te beginnen: alles was je nodig had was een logo met een wet floor eronder leek het wel.
Het effect sloot prachtig aan bij Comic Sans: gebruik er van was niet per se fout, maar maakte je wel gelijk een beetje verdacht. Het is goed om te zien dat er ook een bepaald soort evolutie achter steekt. Wanneer je de eerste schreden op Photoshop gebied hebt gezet is het spiegelen en het magen van een gradient effect meestal een van de eerste iets geavanceerdere trucjes die je leert. Toen ineens iedereen aan de slag ging met het maken van eigen tools en websites, lag het dan ook voor de hand dat iedereen dit eerste “coole effect” dat ze ontdekten gelijk in hun eerste logo stopten. Daarmee verschilt het nauwelijks van de pakketten met glitters: zodra het gemakkelijk wordt om te gebruiken, komt iedereen er tegelijk mee. In diezelfde serie hoort ook het lettertype VAG Rounded. Bijna tegelijk met de natte vloeren leek iedereen dit lettertype geweldig te vinden en het is dan ook in veel van diezelfde logo’s terug te vinden. De Volkswagen-groep had dit, naar hen genoemde, mooie lettertype net voor algemeen gebruik vrijgegeven en ineens ging iedereen er mee aan de haal. Inmiddels is het lettertype niet minder kleurig, maar wel enorm cliché: net als met een spiegelend logo ‘mag’ je hier eigenlijk geen gebruik meer van maken in je header
Sketch
Inmiddels heeft het volgende cliché voor website titels zich al aangediend: het Sketch Block Font. Want wat staat het artistiek: duidelijk, en toch een beetje arty farty! Het is net alsof je zelf in je eigen kladblok je logo hebt geschetst, maar dan toch wonderbaarlijk goed leesbaar. Zelfs op posters vind je het, inderdaad erg duidelijke, lettertype inmiddels terug en menig beginnende website kiest er voor om het om een of andere manier terug te alten komen. Nee, Sketch Block is nog niet belachelijk, maar stiekem al een beetje cliché aan het worden. Wanneer je een lijflog over je leven als beginnend schrijver opstart moet je het haast wel gebruiken: zo kunstzinnig en toch ook weer niet, hoe kun je het niet hip vinden! Dit is natuurlijk het begin van het einde. In ieder geval zijn we er sinds de bewegende eenhoorns wel op vooruit gegaan: we melken nu in ieder geval erg fijne conventies helemaal uit.