Recensie: Jeroen Brouwers – Bittere Bloemen

12-05-2011 14:00

Met Bittere Bloemen trekt Jeroen Brouwers alle stijlregisters open. De schrijver die toch al zo bekend staat om zijn bloemrijke taalgebruik, blijkt zijn woordenarsenaal nog verder te hebben uitgebreid. Het relaas van de hopeloos verliefde maar broze oud-rechter, ex-politicus en schrijver Julius Hammer is opgetekend in zinnen die de Nederlandse taal tot in de verste uithoeken verkennen en oprekken. De oude Brouwers toont zijn literaire overwicht met zoveel swung dat hij soms uit de bocht vliegt.

De magistraat in ruste Julius Hammer is oud, versleten en wankel. Hij veracht niet alleen zichzelf maar ook zijn omgeving. Voor de moderniteit, die hij niet kan en wil bijbenen, heeft hij geen goed woord over. Tegen zijn zin in heeft zijn dochter hem geparkeerd op een cruiseschip dat de Middellandse Zee bevaart, waar hij omgeven is door het gekrijs en gebrul van vakantievierend plebs. Daar geeft hij zich over aan bespiegelingen over de ouderdom, de dood en zijn plaats in de wereld. Verrassing: zijn oud-studente Pearlene, waarop Hammer jarenlang heimelijk verliefd is geweest, blijkt aan boord te werken. Voor de laatste keer ontstaat er wat beweging in zijn leven. Nog een keer jaagt Hammer een illusie na. Hij zoekt het onbereikbare met in zijn mond een nare smaak; ‘de wrangheid van een heel leven dat uiteindelijk is tegengevallen.’

Een lang vallen
Fysiek is de oude rechter en schrijver al behoorlijk uit evenwicht. Zijn gemankeerde lijf kan zo goed als niets zonder hulp. Om de haverklap valt hij op de meest lullige wijzen. Hij bezeert zichzelf, komt in slapstickachtige knopen te liggen, hevig hyperventilerend en zwetend spartelend tot hij door een omstander wordt opgetakeld en halfdood weer verder strompelt. Ook mentaal raakt hij uit balans als hij tegen het jonge, ranke lijfje van Pearlene opbotst en zijn oude, sluimerende verliefdheid in alle hevigheid oplaait. Hij kan maar weinig anders doen dan haar bij zich te wensen, en zich te verlustigen aan het kruisje van haar stringetje, het piercinkje bij haar navel en haar voorkomen dat hem doet denken aan een meisjesportret van de schilder Lucas Cranach. Verliefd is hij, niet op haar karakter, belabberde versjes of haar esoterische werkzaamheden: alleen op haar verschijning. Pearlene is de vleesgeworden jeugd.

Woekeringen
De lezer is met Hammer in het heden en het verleden, in dagdromen, dromen en andere toestanden van halfbewustzijn. Eindeloos woekeren bespiegelingen over de pagina’s voort. Over de aard van de werkelijkheid, over het ‘eigenlijke’, het (traumatische) verleden en de futiliteit van elk streven: zoals we van Brouwers gewend zijn weet hij deze onderwerpen als geen ander om te zetten in literariteit. Natuurlijk is ook de dood overal, zoals in elke roman van Brouwers, maar nog nooit was die zo fysiek aanwezig, zo dichtbij als in Bittere Bloemen. Hammer is bijna letterlijk aan het verkruimelen en bij iedere inzinking verwacht je dat het nu wel afgelopen zal zijn. Hammer is doordrongen van het besef elk moment te kunnen sterven. Hij heeft al visioenen over hoe ze hem afleggen, een kaartje aan zijn teen bevestigen en hem in een lade schuiven in het mortuarium.

Geriatrisch
Trefzeker schets Brouwers het lijden aan de fysieke aftakeling, het gebrek aan eerbied voor de oudere mens, de walging van een hoogbejaarde over zijn, toch rijke, leven. De conclusies die Hammer trekt zijn bitter en nietsontziend. De opgevoerde beelden en klaagzangen zijn prachtig, maar worden eindeloos in gewijzigde formuleringen herhaald en zijn soms zo pompeus dat ze vervelend worden. Evenzo alle vernederende, geriatrische ongemakken en Hammers vertedering die uiteindelijk belachelijk wordt. Want Pearlene is geen zachtbedonsde engel, maar een tamelijk ordinair typje. Waarom doorziet Hammer, toch verre van achterlijk, zijn dwaasheid niet? Als deze oneffenheden gecompenseerd zouden worden door vaart, zouden ze nog dragelijk zijn, maar dat is precies wat de roman mist. Het verhaal strompelt voort en staat soms lang stil. Het heeft evenveel vaart als Julius Hammer zelf, en dat is niet veel. Dat dit doelbewust is gedaan leidt geen twijfel, maar het vergt nogal wat geduld en welwillendheid van de lezer.

Bittere Bloemen is bij vlagen briljant en soms ronduit irritant. Het is duidelijk het werk van een meester, maar daarmee nog geen meesterwerk.