In het augustusnummer van Elle staat een interview met de modeontwerpster Iris van Herpen. Ze komt hierin over als een beheerste, ambitieuze vrouw die weet wat ze wil. Ook gebruikt ze het woord ‘intuïtie’ graag; haar gevoel bepaalt hoe een ontwerp zich vormt. Zo wordt een foutje in een jurk (te lange mouwen), een succes omdat er een model (Ajak Deng) bestaat met bijzonder lange armen. Of een 3d-geprinte jurk die op de dag van de modeshow geleverd wordt met een extra verrassing: een te kleine opening voor de nek. Toevallig is er een goede vriendin aanwezig met een frêle hals. De 26-jarige ontwerpster Van Herpen omarmt de schoonheidsfoutjes, ze staat open voor toevalligheden en verbuigt ze tot haar trademark. Tot eind oktober staat haar werk centraal op de expositie Het nieuwe ambacht. Iris van Herpen, te zien in het Centraal Museum Utrecht.
Collectie Centraal Museum: spelen met 3d printing
Deze open en ietwat nieuwsgierige houding lijkt dan ook een reden te zijn voor de experimenten die Iris uitvoert met materiaal. Haar ontwerpen streven het traditionele gebruik van textiel en naald voorbij en geven ons een (griezelig mooie) sneak peek van de toekomst van de mode. Die toekomst ligt misschien wel in 3d printing (kijk anders naar dit fragmentje van DWDD over dit onderwerp. Er is naar mijn idee veel moeite gedaan om hier aandacht aan te besteden in de tentoonstelling van het Centraal Museum Utrecht. In een mini-documentaire van 15 minuten legt Iris uit hoe ze heeft samengewerkt met Isaie Bloch (meester in 3d printing) en hoe het hele ontwerpproces in elkaar steekt. En verder is er een kleine 3d printer uitgestald die met robotachtige geluiden een product – in de stijl van Iris’ ontwerpen – uitprint. Zeker de moeite waard om te zien, ook alle andere creaties (gemaakt van metaal, papier, poppen en zelfs haar) steken subliem in elkaar. Maar voor mij blijft het 3d printen uitdagender, het is immers onontgonnen gebied voor de mode-industrie.
Hoe zit dat? 3d printing?
Het wordt al snel duidelijk dat het 3d printen alles behalve simpel is. Rekening houden met tijd, afmetingen, zwaartekracht en de stof, zijn een paar peilers die de modeontwerpster bespreekt in de minidocu. Het printen duurt vooral lang, een printer doet er 8 uur over (OINK!) om een stukje plastic van 10 centimeter uit te spugen. Denk je nu eens in hoelang een printer doet over het maken van een jurk.
Voor tijdsbesparing heeft Iris gekozen voor een holle binnenkant van de jurk, het polyamide omhulsel van de jurk is gevuld met poeder zodat de printer alleen de buitenlaag hoeft te printen. Het hele proces kort door de bocht: Iris deelt maandenlang ideeën met Bloch, werkt haar ideeën uit op speciale software en als alle afmetingen zijn gechecked, wordt het aangeleverd bij Materialise voor het printen en dat splitst zich in een drietal andere fases. 1. Het printen 2. Product wordt uit de poedercontainer gehaald 3. Een zandstraler blaast al het overtollige poeder weg zodat het resultaat dan EINDELIJK zichtbaar wordt: het ontwerp in 3d. Iris maakt hiermee duidelijk dat het ontwerpen voor een 3d printer niet alleen abstract is – je ziet pas waar je maandenlang op heb zitten broeden, als de printer klaar is – maar vooral dat de uitdrukking ‘bloed, zweet en tranen’ hier geheel op zijn plek is.