Het ene moment brult je ding fantastisch, het andere moment valt het stil of uit elkaar zonder aanwijsbare reden. Op zulke momenten heeft meneer Murphy met z’n tengels aan je spullen gezeten. Dat doet hij graag. Zijn eerste wet luidt: ‘als iets mis kan gaan, gáát het mis’. De wet omschrijft het ‘iets’ weliswaar niet, maar iedereen leert al op jonge leeftijd dat de wet vooral van toepassing is op mechanisch dynamische apparatuur. Voordat je je eerste technospeeltje had, dacht je dat dit alleen uit onderdelen van metaal, hout of plastic bestond die de gangbare wetten der mechanica volgden. Dit, werkend onder invloed van de normale zwaartekracht. Niets bleek minder waar.
Bruldingen -vooral motorvoertuigen- zijn meer dan de som van hun onderdelen. Al deze onderdelen leiden een eigen leven en doen waar ze zin in hebben. Ze worden niet gehinderd door enige kennis van mechanisch dynamische zaken dus deze lappen ze aan hun laars. Beter onderwijs en een goede opvoeding staan momenteel zeer in de belangstelling, maar over goed onderwijs voor bijvoorbeeld krukassen, lagerschalen en zuigerveren praat geen hond. Idioot, niet?
(foto: scott231.r00td0wn.net)
Vandaar dat dingen het op de lulligste momenten verdommen. Wanneer gaat het elektrische schuifdak ineens niet meer dicht? Bij 28° C in de zon? Of bij een plotselinge stortbui? Precies. Murphy, duidelijk een perverse kerel, loert op dergelijke momenten. Het stuk gaan op het meest vervelende moment is namelijk een onderliggende wetmatigheid. Ooit meegemaakt dat de auto het begaf pal voor een garage? Doet ‘ie niet. Alleen als deze dicht is. Is het je verder al eens opgevallen dat slecht bereikbare onderdelen het meest storinggevoelig zijn?
Maar zelfs als je weet wat er stuk is -waar je bij kunt- én je hebt een vervangend onderdeel, is Murphy nog niet met je klaar. O nee, de ellende begint pas. Elke doet ‘t zelvert weet dat gereedschap en bruldingen interactief met Murphy samenspannen. Met name gereedschappen zijn geen bewegingsloze objecten die alleen onder invloed van de zwaartekracht staan. Dit zegt de wetenschap wel, maar dat is niet zo. Had Einstein zich maar met serieuzere zaken beziggehouden. Deze eikel vergooide zijn leven met het bestuderen van licht en E=MC² gelul in plaats van het verklaren waarom een steeksleutel op een absoluut vlakke grond toch spoorloos verdwijnt luttele seconden nadat je het naast je neerlegde.
Als Einstein zijn leven een zinvolle betekenis had gegeven, zou hij de onderliggende Murphy wetten hebben ontdekt. Wetten zoals V=U². De snelheid waarmee een stuk gereedschap zich van een gebruiker verwijdert (V), is gelijk aan het kwadraat van het bruikbaarheidscoëfficiënt van het stuk gereedschap (U). Helaas zocht meneer het licht elders. Dus ging ook W=T² aan hem voorbij. Woede (W) is gelijk aan het kwadraat van de duur van de zoektocht naar het verdwenen stuk gereedschap (T).
Allemaal pure logica edoch loser Einstein keurde het geen blik waardig. Hij vond uit rijdende treinen kijken en zijn horloge raadplegen interessanter. Onbegrijpelijk dat uitgerekend deze lul een Nobelprijs kreeg. Elke mongool weet immers dat licht zich niet rechtlijnig voortplant in tijd en ruimte. Vraag iemand bij panne in het donker om onder de motorkap bij te lichten met een zaklamp en de fotonen buigen altijd af van het te illumineren onderdeel. Ondertussen bewijst de steeksleutel die je net wilt pakken weer boordevol neutrino’s te zitten gezien de snelheid waarmee het spoorloos verdwijnt.