Column: De nagellak-affaire

18-10-2011 14:00


Mijn ijdelheid brengt mij soms op plekken waar ik liever niet zou zijn, in moeilijkheden waar ik niet zou zijn. Zoals in een warenhuis tijdens een prijzencircus of doldwaze dagen. Moet je niet willen. Maar je moet toch iets als ijdeltuit zonder geld. De meeste tijden vermijd ik deze plaatsen, maar soms gaat het gewoon zo.

En er zijn andere plaatsen. De trein. Niet de intercity, een wifitrein, zoals waar mijn voorkeur naar uit gaat. Maar een ouderwets boemeltreintje die over de Veluwe hobbelt. Met vieze TL lampen waarin iedereen er na tien uur ‘s avonds uit ziet als een zwerver, en zich na uitstappen ook voelt, of er nou eerste klas gereisd wordt of niet. Deze treinen zijn vies, smerig en een beetje onheilspellend. Maar soms zit er gewoon niets anders op. Het was dan ook een donkere, onheilspellende zaterdagavond na tien uur dat ik in zo’n treintje zat. Mijn ijdelheid bracht mij waar ik liever niet wilde zijn, maar liet mij iets doen. Mijn nagels lakken. Ik had al de ganse dag een potje nagellak in mijn zak, wachtend op het juiste moment deze te gebruiken. In de hobbelende trein besloot ik dat het goed was, ik zou immers meteen doorgaan naar anderen. Op de fiets, en ik weet niet of je het ooit geprobeerd hebt, maar nagels lakken op de fiets gaat nou eenmaal niet zo makkelijk.

Zo zat ik dus in de hobbelende trein. Mijn nagels een kleurtje te geven omdat mijn ijdelheid ongelakte nagels niet toelaat. ‘Uw kaartje alstublieft.’ Ik keek recht in de ogen van een knorrige conducteur. Ik was blij dat ik had gekozen voor een nagellakje die in een minuut droogt, want ik kon onmogelijk mijn kaartje pakken. Al stuntelend, in de hoop mijn tas niet te verminken met nagellak, zocht ik mijn kaartje. ‘Dat is niet zo’n goed idee, he?’ Ik keek de conducteur aan. ‘Wat niet?’ Hij keek naar het potje nagellak. ‘Dat niet.’ ‘Oh nee?’ Ik keek hem aan en gaf hem mijn treinkaartje. ‘Nee.’ zei hij. Hij begon te hakkelen. ‘Dat… Dat schudt teveel.’ Ik keek hem verbaasd aan. De trein schudt teveel. Daarom mocht ik er geen nagels lakken. De stank was niet erg, ik mocht knoeien wat ik wilde, maar omdat de trein schudde, moest ik na vier gelakte nagels mijn potje opbergen. Tot de conducteur de coupé had verlaten.