Amerikaanse president van de week: John Quincy Adams (1825-1829)

21-02-2012 12:00

De spanning loopt op: krijgt de lijst van Amerikaanse presidenten er in november een nieuwe naam bij óf mag president Obama nog een tweede termijn in het Witte Huis verblijven? Dat roept vragen op over de geschiedenis van de presidentsverkiezingen in Amerika. Wie waren de 42 mannen die Obama voor gingen en hoe verliepen de verkiezingscampagnes door de eeuwen heen? De komende weken zullen de presidenten één voor één de revue passeren. Deze week: John Quincy Adams.

John Quincy Adams werd op 11 juli 1767 geboren in Baintree, Massachusetts. Hij was klein, had een doordringende blik, een spitse neus en had de ambitie om een groot dichter te worden. Aan de ontbijttafel las hij geregeld uit de werken van Sallustius of Plutarchus. Zijn ouders, John Adams, de tweede president van de Verenigde Staten, en Abigail Smith, zagen geel heil in deze ambitie. Zij zagen voor hun zoon eerder een carrière in de diplomatie weggelegd. Een pad dat zijn vader vóór hem had bewandeld.

Student in Leiden
Tijdens het gezantschap van zijn vader in Den Haag woonde vader Adams met zijn twee zonen in Nederland. John Adams en John Quincy Adams zijn de enige Amerikaanse presidenten die enkele jaren doorbrachten in Nederland. John Quincy ging aanvankelijk naar de Latijnse school in Amsterdam, waarna hij van 1781 tot 1782 rechten studeerde in Leiden. Hij was toen pas 14 jaar oud. Tijdens deze periode leerde hij schaatsen op de Leidse grachten. Ook ging hij met de gezant, en vriend van zijn vader, Francis Dana als secretaris en tolk van de Amerikaanse delegatie mee naar Rusland. Toen zijn vader vervolgens een post kreeg in Londen, keerde John Quincy terug naar Amerika. Hij behaalde zijn bul dus niet in Leiden, maar voltooide zijn rechtenstudie in 1785 aan de universiteit van Harvard. Nadat hij was afgestudeerd, vestigde hij zich als zelfstandig advocaat in Boston.

Gezantschap in Den Haag
De advocatuur kon zijn interesse echter niet prikkelen. Adams kon zijn geluk dan ook niet op toen hij onder het bewind van president George Washington (1789-1797) aangesteld werd als ambassadeur in Den Haag. Zijn vader was op dat moment vicepresident. In deze periode trouwde hij met Louisa Catharina Johnson, die hij in Londen had ontmoet, en ze kregen vier kinderen, waarvan de laatste al na een jaar stierf. Hij moest tijdens zijn post in Den Haag toezicht houden op de afbetaling van de lening van de jonge republiek bij Nederlandse banken, die zijn vader in 1782 had gesloten. Daarnaast werd Den Haag als een strategische plek beschouwd om het verloop van de Franse Revolutie te beschrijven en Washington hiervan op de hoogte te houden. Door de gezantschappen van zijn vader in Den Haag, Parijs, Londen en st. Petersburg, had hij een uitstekende beheersing van de Franse en Nederlandse taal. Zo schreef hij aan zijn vriend in Boston: “Ik heb hier gevonden wat ik nodig had, vooral ook omdat ik mijzelf hervonden heb”.

Pruisen en Rusland
Dit was het begin van zijn diplomatieke carrière. Tijdens dit gezantschap begon hij met het bijhouden van een dagboek. Hij noemde zichzelf JQA en beschreef zijn leven nauwkeurig tot aan zijn dood. Hij had een uitmuntende schrijfstijl en bekeek zichzelf op een genadeloze manier. Aan het einde van deze post, toen John Quincy Adams dertig jaar oud was, werd zijn vader verkozen tot tweede president van de Verenigde Staten (1797-1801). John Quincy werd toen uitgezonden naar Berlijn. Na een korte periode als senator in de VS en professor in de redekunst aan Harvard, besloot hij opnieuw zijn geluk in de diplomatie te beproeven. Van 1809 tot 1817 was hij gezant in Engeland en Rusland, waar hij bevriend raakte met tsaar Alexander I en diens vrouw Elizabeth Alexeievna, die dol waren op zijn zoontje. Toen James Monroe aangesteld werd als vijfde president (1817-1825), stelde hij Adams aan als minister van Buitenlandse Zaken, in welke functie hij een aanzienlijke rol speelde in het tot stand komen van de Monroe Doctrine. Tot ver in de 20e eeuw vormde dit isolationisme het beleid van de VS.

Zesde president
Onder de laatste drie presidenten was de post van minister van Buitenlandse Zaken telkens een opstap naar het presidentschap geweest en ook Adams werd in 1825 naar voren geschoven als kandidaat. Er waren vier gegadigden en voor het eerst in de geschiedenis eindigde de strijd onbeslist. Geen van de kandidaten had de meerderheid, waardoor het Huis van Afgevaardigden moest kiezen tussen generaal Andrew Jackson, minister van Financiën William Crawford, Henry Clay én John Quincy Adams. Zij kozen Adams tot grote ergernis van Jackson, die sprak van een ‘Corrupt Bargain’, een smerig handeltje. Clay zorgde namelijk voor steun voor Adams en in ruil daarvoor werd hij benoemd tot minister van Buitenlandse Zaken. Of er daadwerkelijk een deal was gesloten is nooit aangetoond. Als president stelde hij voor een netwerk van kanalen en wegen aan te leggen, een nationale universiteit op te richten en een sterrenwacht op te zetten. Het Congres was echter van mening dat dit veel te ver ging. De enige verdienste van Adams was uiteindelijk een uitbreiding naar het westen van de Cumberland Road en de constructie van het Chesapeake and Ohio Canal.

Tekortkomingen
Adams was een getalenteerd diplomaat geweest, maar als president kwam hij niet goed uit de verf. Hij werd beschouwd als een wantrouwende, intelligente, maar koele man zonder persoonlijke charme. Tijdens de laatste jaren van zijn presidentschap trok hij zich steeds vaker terug. Zonder vrienden in het grote Witte Huis legde hij zich toe op het bijhouden van zijn dagboek dat nog steeds verplichte literatuur voor politicologen is. Adams was zich bewust van zijn tekortkomingen, maar niet in staat er iets aan te veranderen, waardoor hij leed onder depressies. Hij was lichtgeraakt en gevoelig en kwelde zichzelf met het idee nooit iets goed voor de mensheid te kunnen doen.

Huis van Afgevaardigden
Na een slechte presidentscampagne in 1829 werd Adams dan ook niet herkozen voor een tweede termijn. Jackson, die het in 1825 moest afleggen tegen Adams, volgde hem op als president. Adams werd geplaagd door depressie, maar na twee jaar krabbelde hij weer op. Namens de Whig partij werd hij gekozen tot lid in het Huis van Afgevaardigden. Hij bekleedde deze functie zeventien jaar. Gedurende deze periode ontpopte hij zich tot een fervent tegenstander van de slavernij en groot voorstander van het vrije woord. Hij legde zijn ziel en zaligheid in deze baan en stierf in het harnas. Op 21 februari 1848 kreeg hij tijdens een debat in het Capitool een hartaanval en zakte in elkaar. Hij stierf twee dagen later op 80-jarige leeftijd. Zijn laatste woorden zouden zijn geweest: “Dit is het einde van de wereld, maar ik ben tevreden”.

Marianne van Exel is hoofdredacteur van IsGeschiedenis.nl, het weblog dat dagelijks historische achtergronden bij het nieuws biedt. Dit artikel werd tevens daar gepubliceerd.