In augustus 2004 zat ik in Arlington Virginia in de woonkamer van mijn Amerikaanse schoonouders alleen voor de buis te kijken naar de Democratische Conventie. Opeens kwam er een zwarte jongeman het podium op. Hij begon een gloedvol verhaal en na een paar minuten riep ik naar mijn schoonfamilie: “Kom eens snel kijken, daar staat een zwarte Kennedy”. Vanaf die dag ben ik fan van Obama.
In de nacht van 4 november 2008 stond ik te dansen voor het Witte Huis. Twee dikke zwarte moekes hadden de armen om me heen geslagen. Dolblij waren ze met de overwinning van Barack Obama. Ik ook. Een paar avonden eerder had ik een felle discussie gehad met mijn schoonouders, upper middle class East Coast mensen. Zij geven hem eigenlijk geen kans. Amerika is nog niet rijp voor een zwarte familie in het Witte Huis denken zij. Ze denken dat in opiniepeilingen mensen uit politieke correctheid zeggen op Obama te zullen gaan stemmen, maar dit uiteindelijk niet gaan doen. In mijn beleving zijn die opiniepeilingen anoniem, dus ik zou niet weten waarom mensen geen eerlijk antwoord zouden geven. Maar belangrijker nog: het zindert in de straten. Na acht jaar Bush is Obama een verademing, een groot spreker en de belichaming van de Amerikaanse droom. En hoe je het wendt of keert, Amerikanen houden daarvan.
Mijn bewondering voor Obama grenst aan adoratie. Er zijn mensen die vinden dat hij te weinig voor elkaar heeft gekregen. Dat hij veel te ambitieus is geweest en met veel te hoge eigen gecreëerde verwachtingen is begonnen. Ik begrijp die mensen niet. Feitelijk is hij in januari 2009 begonnen. De lijst van beloftes die hij in drie jaar tijd heeft waargemaakt is tamelijk indrukwekkend.
Zelfs in Nederland begon het gemekker na een jaar of twee. Het viel allemaal tegen, hij inspireerde niet meer. Z’n verhaal van hoop en verandering was vaal geworden. Ik vond het nogal meevallen. Vanuit Nederland zat ik er niet bovenop, maar ik volgde mijn held wel. Ik vond dat hij het goed deed. Het laatste jaar heeft hij te maken met een vijandig congres, met veel Tea Party leden recht tegenover zich. En toch krijgt hij er allerhande wetgeving doorheen. Paradoxaal genoeg juist na de verkiezing in november 2010. Hij heeft, tegen het advies van zijn staf in, het net gedeeltelijk nieuw gekozen Congres bestookt met wetgeving, juist omdat hij er van overtuigd was dat de Congresleden iets minder druk voelden van het electoraat en dus meer ruimte hadden om op zich waardevolle wetgeving goed te keuren. Een briljante zet dus.
Het enige waar hij zich echt in heeft verslikt is Guantanomo Bay. Hij heeft enorm onderschat welke ingewikkelde procedures en verstrekkende consequenties er aan vast zaten. Obama heeft daarmee mensen van zich vervreemd. Maar als je dit minpunt wegstreept tegen de pluspunten, dan blijft de lijst indrukwekkend. Een andere potentiële kwetsbaarheid vormt zijn zorgplan. Over een paar maanden zal het Supreme Court een uitspraak doen over de grondwettelijkheid van het plan, met name het verplichtende karakter ervan. Daar houden Amerikanen dan weer niet van. Sommigen zeggen dat als hij dat verliest, hij eigenlijk niks voor elkaar heeft gekregen.
Maar kijk je door je oogharen en ziet welke resultaten Obama heeft behaald, dat hij nauwelijks fouten heeft gemaakt, dat hij een oorlog heeft beëindigd, dat hij Amerika’s grootste vijand Bin Laden heeft geëlimineerd, dat hij de auto industrie heeft gered, dat de economie weer vooruit gaat en dat hij nog steeds prachtig kan speechen, dan weet je wat hij waard is. Het is een Hollywoodfilm, maar als ik de recente Obama video bekijk over zijn record in drie jaar tijd, dan weet ik weer helemaal waarom ik een fan ben van Obama.
CC foto: Pete Souza
Niesco Dubbelboer is oud Tweede Kamerlid voor de PvdA en organiseert in het najaar voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen vijf ‘Masterclasses in American Politics’ met onder anderen Femke Halsema, Kirsten Verdel en Ruth Oldenziel.