Mitt Romney geldt al meer dan een jaar als de grote favoriet om namens de Republikeinen een gooi te doen naar het Amerikaanse presidentschap. Hij is succesvol zakenman, heeft een presidentiële uitstraling, wordt gesteund door partijprominenten en – ook niet onbelangrijk – heeft een grotere campagnekas dan de andere Republikeinse kandidaten bij elkaar. Hoe komt het dat hij er dan toch zo moeizaam in slaagt de harten van veel Republikeinse kiezers voor zich te winnen?
Het is veel te eenvoudig de oorzaak hiervoor enkel te zoeken in zijn politieke gedraai of Mormoonse achtergrond. Romneys grootste probleem is dat hij niet authentiek overkomt.
Incongruente non-verbale communicatie
Dat begint bij zijn non-verbale communicatie. Zodra de oud-gouverneur van Massachusetts het lastig krijgt tijdens interviews en debatten, tovert hij een brede glimlach op zijn gezicht. Het is een les die oud-president Ronald Reagan ook al toepaste: zo straalde hij zelfvertrouwen uit. De glimlach communiceerde subtiel dat hij tegen kritiek kon en positief was ingesteld – eigenschappen die kiezers waarderen in een leider. Zonder een woord uit te spreken, had Reagan het effect van de aanval al beperkt.
Het probleem van Romney is dat zijn glimlach zelden congruent is met de rest van zijn lichaamstaal. Dat zit zo: Romney is het zichtbaar niet gewend om te worden tegengesproken. Zijn hoofd wordt dan een beetje rood, hij begint sneller en luider te spreken en neemt een gesloten en defensieve lichaamshouding aan. Alles straalt uit dat hij zwaar geïrriteerd is. Totdat Romney zich realiseert dat hij die irritatie niet mag tonen en – als donderslag bij heldere hemel – zijn Colgate Smile toont. De glimlach komt nep over en werkt averechts.
Steeds dezelfde soundbites
Ook de woorden van Romney komen weinig natuurlijk over. Tijdens iedere campagnebijeenkomst gebruikt hij exact dezelfde formuleringen. In ieder interview gebruikt hij precies dezelfde soundbites. Het zijn woorden die zorgvuldig zijn getest en gekozen om een zo groot mogelijke achterban aan te spreken. Maar het zijn niet zijn woorden. Romney komt daardoor over als een robot die vooral standaardteksten uitspreekt.
Nu is het best begrijpelijk dat zijn campagneteam liever heeft dat Romney zich aan het script houdt. In het verleden zei hij regelmatig domme dingen die veelvuldig werden herhaald in televisieprogramma’s en campagnespotjes van andere kandidaten. “Ik vind het fijn om mensen te kunnen ontslaan”, zo zei hij om aan te geven waarom het zo belangrijk is om eenvoudig van zorgverzekeraar te kunnen veranderen. En vorige week schepte hij op over de dure auto’s van zijn vrouw Ann. Er zat geen kwade intentie achter de opmerkingen, maar de opmerkingen creëren het beeld van een steenrijke zakenman die zijn vermogen heeft verkregen over de rug van eenvoudige Amerikanen.
Niet alles voorbereiden
En toch. Bij het coachen van politieke leiders merken we kandidaten júist onhandige dingen zeggen wanneer anderen hun gedrag tot in de puntjes willen regisseren. Romney is niet alleen bezig om voorgekookte zinnen te reproduceren maar lijkt daarbij ook nog eens bij ieder woord na te denken welke mimiek, stem en handgebaren hij ook al weer moet gebruiken. Vind je het gek dat hij gemaakt overkomt en af en toe onhandige dingen zegt?!
Daar komt nog eens bij dat Romneys belangrijkste zwaktes worden uitvergroot doordat hij niet authentiek overkomt. Politiek gedraai is immers schadelijker wanneer kiezers het toeschrijven aan een onbetrouwbare persoonlijkheid. Daarnaast: iedere keer als Romney nu een onhandige opmerking maakt, denken veel kiezers hem te betrappen op het uiten van zijn ware aard.
Romney kan de harten van Republikeinse kiezers alleen voor zich winnen als zijn adviseurs hem meer zichzelf laten zijn. Stop dus met het regisseren van Romney de robot!
Victor Vlam is Amerikakenner en voerde in 2008 campagne voor Barack Obama én John McCain. Lars Duursma is directeur van trainingsbureau Debatrix. Hij coacht directeuren en politici voor speeches en presentaties. Dit artikel verscheen eerder in de Vlaamse krant De Morgen.
Foto CC: DonkeyHotey