Het is Pasen, en ook op deze heilige dag verschijnt de Washington Post in al zijn dikte. Newt Gingrich staat op de voorpagina met het nieuws dat hij zich niet terugtrekt uit de race. Romney wordt overduidelijk de kandidaat, maar Gingrich wil hem op koers houden. Die koers is ver van het midden waar Romney zich eigenlijk niet het meest senang voelt. Het is vreemd: Romney is gematigd, maar moet stoere, rechtse anti Obama taal uitslaan om mensen als Gingrich en Santorum wind uit de zeilen te nemen.
Prominente figuren van de Tea Party Movement, een beweging die volgens mij haar langste tijd heeft gehad, steunen nog steeds Santorum en Gingrich. Romney moet dus wel de rechtse koers varen. Tegelijkertijd weet hij ook dat als hij die koers zou aanhouden tijdens de race om het Witte Huis met Obama, hij het wel kan schudden. Hij wint dan nooit de stem van de gematigde kiezer. Gingrich vertrouwt Romney niet en dat is de reden dat hij nog niet opgeeft, ook al weet hij dat hij zelf geen kans van slagen heeft om de nominatie binnen te slepen.
Maar ik verdenk Gingrich van twee minder altruïstische motieven om de strijd niet op te geven. Het klinkt namelijk nobel om Romney op koers te willen houden: kijk mij eens de rechtgeaarde conservatief zijn. Maar Gingrich weet ook dat zijn rol in de politiek en de media is uitgespeeld als hij er mee ophoudt. Zijn ijdelheid en ego gaan qua grootte gelijk op.
De tweede reden is geld. Hij heeft een aantal grote sponsors achter zich, waarvan een puissant rijke casino eigenaar uit Las Vegas en zijn familie hele grote zijn. Miljoenen hebben die gespendeerd in de laatste maanden aan de campagne van Gingrich met zijn patriottistische boodschap en – voor deze casino magnaat belangrijke – pro-Israel statements. Waarom dat allemaal opgeven? Hij krijgt steeds weer een podium om zijn verhaal te kunnen houden. De schijnwerpers gaan elke keer weer aan.
De andere persoon die dit deed was Sarah Palin. Nu moet ik zeggen dat ik er vorig jaar van overtuigd was dat zij zou gaan meedoen met de nominatierace. Ze gaf stelselmatig geen antwoord op de vraag of zij zich zou kandideren, maar deed ondertussen een full swing campagne alsof ze de nominatie al bijna had gewonnen. Ze verscheen bij tal van, van nationalisme doordrenkte, bijeenkomsten door het hele land. Ze had een bustour georganiseerd, toevallig door staten waar enkele maanden later de eerste primaries gehouden zouden worden. Kortom, mevrouw had er zin an. Ik begreep niet waarom de kranten en tv shows de ballon van haar aarzeling niet doorprikten.
En toch had ik het fout. Ze kandideerde zich niet. In de analyses kwamen steeds twee verklaringen terug voor haar gekoketteer met een mogelijke kandidatuur. De eerste was haar ego en haar verslaafd zijn aan de media. De tweede was dat ze letterlijk in the picture wilde blijven, ook om geldschieters te blijven trekken. De reden dat ze uiteindelijk zich toch niet kandideerde, had te maken met het laatste: de geldstroom bleef achter bij de verwachtingen en ze moest zelfs de bustour stoppen.
Maar voor Romney is het gevaar van beiden nog niet voorbij. Juist vanwege de genoemde redenen kan het zo maar zijn dat een van beiden zich opwerpt als de onafhankelijke kandidaat. Ego, ijdelheid, geld en vooruit, het ideaal dat niet verkwanseld mag worden, zijn voldoende krachtige redenen om door te willen gaan tot het bittere eind. Mocht Palin of Gingrich daartoe besluiten, dan kan Romney definitief het presidentschap op zijn buik schrijven. Obama droomt af en toe van dit voor hem zo plezierige scenario.
Niesco Dubbelboer is oud Tweede Kamerlid voor de PvdA en organiseert in de aanloop van de presidentsverkiezingen reizen naar Washington DC