Beweren dat programmamakers structureel pro-EU en pro-Euro zijn, gaat misschien wat ver. Maar als je kijkt naar de schandalige ondiepte van de berichtgeving over Griekenland krijg je op z’n minst een vermoeden in die richting. Ze zijn dezer dagen niet aan te slepen: de journalisten, correspondenten, hoogleraren en andere deskundigen die via de massamedia, namens Griekenland, om vergiffenis vragen en en grossieren in jij-bakken richting het Noorden van Europa (‘we moeten niet zeuren, want wij hebben ook goed aan de Grieken verdiend’). De gedachte in Hilversum en andere perscentra lijkt te zijn dat onder het dreigende financiële debacle, het mogelijke ineenstorten van die prachtige EU, de blik, zogezegd, ‘verbreed’ moet worden en het niet aangaat om nu, nu het erom spant, de schuldigen aan te wijzen of zelfs maar te benoemen.
Ik heb de laatste weken toch redelijk wat gevolgd maar vrijwel niemand heb ik voor de camera of in de microfoon de namen ‘Pasok’ en ‘Nea Democratia’ horen uitspreken, terwijl dat toch aantoonbaar de twee Griekse partijen annex maffiabendes zijn die tientallen miljarden hebben laten verdwijnen: in hun eigen zakken of anders in die van hun loyaal te houden electoraat. Feitelijk doen de media daarmee wat de eurocraten ook het liefste doen: abstraheren! Wegmanoeuvreren van hen die boter op hun hoofd hebben en achter prikkeldraad of vanaf hun jacht op zee afwachten tot de volkswoede is gaan liggen, zodat ze, met steun van de EU, hun roverswerkzaamheden weer kunnen hervatten.
De ongrijpbaren
Ik hoor mijn beschaafde vrienden al zeggen: waarom the blame game gaan spelen? Dat is toch niet aardig? En dat levert toch niks op? Ik zou zeggen: nou en of! En aardig of niet: het levert wél wat op! Alsof wij, eenvoudige belastingbetalers (van Griekenland tot Nederland), niet doorhebben dat er door heel Europa een klasse van ongrijpbaren is ontstaan, die met deals en/of contracten zitten vastgeklonken aan organisaties die too big to fail zijn en daardoor de druk, de dreiging en de gevolgen van de eurocrisis zèlf nooit zullen voelen. En alsof wij, eenvoudige belastingbetalers, niet doorhebben dat uitgerekend die ongrijpbaren in studio’s, congreszalen en conferentie-oorden de blaren op hun tong oreren om de eurocrisis – voor hún toch vooral een strategisch en mathematisch vraagstuk – te bezweren.
In dat spel dienen onomstreden maffiabendes als ‘Pasok’ en ‘Nea Democratia’ niet alleen onder het vloerkleed geschoven te worden. Nee, beide partijen worden – in bedekte termen en ver afgelegen bijzinnen, echter zonder naam en toenaam – als ‘gematigd’ en ‘pro-Europees’ opgevoerd, kortom, als partijen die het verstand in de financiële hitte nog engszins op orde hebben. En de stem van de het laatste contingent onderkoelde Grieken waard zijn. Terwijl júist, ‘Pasok’ en ‘Nea Democratia’ (de Pvda en het CDA van Griekenland, zeg maar), verantwoordelijkheid dragen voor de corrupte puinhoop van de afgelopen tientallen jaren! Zij zijn de boeven! Dus welke gek gaat daar nog op stemmen, anders dan met het motief de voordeeltjes van de corruptie te blijven incasseren? Dit dilemma heb ik nog geen enkele deskundo of andere autoriteit op tv of radio uitgebreid horen ventileren. Kan het zijn omdat dergelijke sprekers zelf belangen hebben bij het voortbestaan van de Euro? En, derhalve, de scherpe randjes van de Griekse ellende eraf wensen te halen?
Oogverblindende Beugel
Het besef aanwakkeren dat de EU, in het heetst van de eurocrisis, haar heil zoekt bij de Griekse graaiers van weleer en, samen met de massamedia, een partij als ‘Syriza’ onterecht wegzet als ‘extreem’, zou zelfs in de liberale media van West-Europa wel eens slecht voor je carrière kunnen zijn. Laat het morele bankroet achter het Griekse drama maar liever onbesproken, luidt de impliciete strategie: nodig een hoogleraar of andere bobo uit en laat hem of haar in louter abstracte termen over Griekenland praten (‘het is geen grote economie’), zodat het drama hanteerbaar blijft en iedereen rustig kan gaan slapen. Waarom hoor ik niemand maar dan ook niemand over de levensgrote kronkel dat de EU geheugenverlies bij de Griekse kiezer aanmoedigt? En de Grieken, daarmee, probeert uit te leveren aan degenen die hen bestolen hebben? Waarom is dat zo moeilijk om te constateren? Waarom, waarom…? Alleen al door het dilemma te benoemen, en daarna mogelijk te begrijpen, wordt mijns inziens vooruitgang geboekt. Nu blijven we bij Nieuwsuur, Buitenhof, EenVandaag, P&W en al die andere rubrieken bestookt worden door eurofiele deskundo’s, die alleen al door dit specifieke dilemma te verzwijgen of niet in hun analyse te verdisconteren, onderdeel worden van het probleem en niet van de oplossing.
Tot slot: ik schat dat Ingeborg Beugel ook nog wat ‘vriendjes’ en ‘vriendinnetjes’ heeft rondlopen bij de gevestigde roversbendes. Zij werd bij P&W onlangs weer oogverblindend boos; gek genoeg niet op de genoemde maffiosi die Griekenland jarenlang hebben leeggezogen, maar op een paar luidruchtige oproerkraaiers van extreem-rechts. Zo zien we het graag in Nederland: dat de duivel nazisympathieën heeft en voluit, vanuit het hart, veroordeeld kan worden. Het grote kwaad wegmoffelen voor een nóg Groter Kwaad.
Brussel knikte goedkeurend naar Beugel.
Hans van Willigenburg (1963) is schrijver, dichter, journalist en writing coach. Het is zijn grote wens ooit too big to fail te worden; hij heeft daarbij nog een lange weg te gaan.