ThePostOnline

Zorgplichtstelsel: laat jonge bejaarden de oudere bejaarden verzorgen

06-06-2012 17:23

Door verkoop van het tafelzilver daalt de staatsschuld met 80 miljard terwijl de overige lasten voor de burger gelijk blijven. En door het handhaven van het AOW leeftijdsstelsel terwijl tóch de vergrijzing wordt aangepakt, kan de staatsschuld eveneens omlaag. Dat vormen de ingrediënten van onderstaand plan. Allereerst de vergrijzing: wat ligt meer voor de hand dan om, analoog aan de aloude dienstplicht, een zorgplicht in te voeren voor de gepensioneerden? De angst voor de aanstormende Rus leidde destijds tot het militaire dienstplicht-stelsel. De zekerheid van de vergrijzing moet leiden tot een babyboomers-zorgplicht stelsel: de pensioenleeftijd (65 jaar) van jong-bejaarden start met een tweejarige periode van zorgplicht  voor oud-bejaarden.

Vier dagen in de week werkt de jong-bejaarde in de zorg en ontvangt daarvoor zijn AOW. Soldij wordt Zorgdij en heet AOW. Wie zorgplicht-vrijstelling heeft ontvangt zijn AOW pas op 67-jarige leeftijd. De ouderen verzorgen elkaar onderling, daar heeft de jeugd verder niks meer mee te maken, anders dan door het leveren van de professionals.

Het is ook vanuit het oogpunt van arbeidsmotivatie en -organisatie verstandig dat jong-bejaarden de oud-bejaarden gaan verzorgen: hun leefwerelden liggen dichter bij elkaar. En de jong-bejaarde is over een tiental jaren zelf oud, dus heeft directe belangen om het werk goed te organiseren. Invoeren van een zorgplicht-stelsel is het enige logische antwoord op de vergrijzing.

Tafelzilver
Eenieder die teveel schulden heeft, moet zijn tafelzilver gaan verkopen. Nederland heeft de afgelopen honderd jaar een internationaal gezien unieke spaarpot opgebouwd waarvan volgens de Nederlandse Bank de vermogenswaarde ruim 200 miljard bedraagt. De banken hebben de afgelopen jaren die spaarpot ook ontdekt en gingen op basis van die onderliggende waarde grootschalig gokcontracten afsluiten.

De oplettende lezer heeft al door waar het heen gaat: ruim 30 procent van de Nederlandse woningvoorraad is sociale huur: Wassenaar telt 30 procent sociale huurwoningen, Amsterdam 50 procent. Internationaal liggen die percentages ongeveer op de helft of nog veel minder. De vermogenswaarde (WOZ waarde minus schulden) van de 2,3 miljoen corporatiewoningen is ruim 200 miljard euro. De Vestia-derivaten verliezen vormen dus circa 1 procent van de vermogenswaarde van de sector. Juist door die Vestia-affaire is eenieder doordrongen van de enorme omvang van de vermogens in de woningcorporatie sector. Door de morele teloorgang in de corporatie sector, getuige de aanhoudende stroom van schandalen, is ingrijpen noodzakelijk.

Restschuldoverdracht
Een model waarbij circa de helft van de woningen in eigendom wordt overgedragen aan de zittende huurder tegen gelijke woonlasten ligt het meest voor de hand : de woningcorporatie-sector is domweg te groot en te rijk geworden. Elke lezer kan, gegeven de maandhuur van 450 euro en de restschuld per woning van 30.000 euro, berekenen dat grootschalige eigendomsoverdracht aan de zittende huurder tegen gelijke netto woonlasten (netto maandhuur is gelijk aan netto hypotheeklast) circa 80 miljard euro netto oplevert. Daarbij wordt uitgegaan van 20-jarige annuitaire hypotheken, de nieuwe politiek-maatschappelijke leenstandaard.

Materieel gesproken gebeurt er niks: de huurder blijft gewoon in dezelfde woning wonen en behoudt dezelfde woonlasten. Wel wordt de huurder vermogend, gaat sparen en na 20 jaar dalen de woonlasten tot nul. Elders valt er 80 miljard euro netto vrij: een bedrag wat direct in mindering moet worden gebracht op de staatsschuld. Want elke Nederlander heeft de afgelopen eeuw financieel bijgedragen aan de totstandkoming van dat enorme woningcorporatie-vermogen.

Ir. René Strijland is ingenieur en woonachtig in Friesland.