Bellen met een analist: Hans van Breukelen

08-06-2012 16:01

In 1988 werd Hans van Breukelen voor veel Nederlanders een held voor het leven. In de finale van het EK stopte hij een zelf veroorzaakte strafschop, om daarna trots de Coupe Henri Delauney de lucht in te steken. Van Breukelen speelde in totaal 73 interlands voor Nederland. Tegenwoordig zit hij in de Raad van Commissarissen van PSV en geeft hij veel lezingen. Voor Sport.DeJaap geeft Van Breukelen wekelijks zijn mening.

Morgen gaat het eindelijk beginnen. Wat verwacht je van Nederland – Denemarken?
“Een overwinning, en die is ook keihard nodig. Dit is misschien wel de meest belangrijke wedstrijd van het toernooi. De poulefase moet je goed starten, zeker met de twee ongelooflijk zware tegenstanders die volgen. Als je morgen niet van Denemarken wint wordt het waanzinnig moeilijk om ver te komen in het toernooi. Dan ben je meteen afhankelijk van de resultaten van andere landen. De sleutel tot het succes twee jaar geleden in Zuid-Afrika was simpel: Nederland bekeek het van wedstrijd tot wedstrijd. En dat is het ook beste. Je moet wedstrijd voor wedstrijd winnen.”

In 1992 verloor Nederland in de halve finale van het EK onverwacht van Denemarken. Dat kwam door onderschatting. Daar lijkt nu geen sprake van.
“Nee, en dat is maar goed ook, want onderschatten is het domste dat je kan doen. Overschatten trouwens ook. Twee jaar geleden won Nederland met vrij veel geluk van de Denen. Het is goed dat de spelers zich dat herinneren, want daardoor zijn ze nu scherp en weten ze wat er nodig is om te winnen van de Denen. Waar het om draait is dat een aantal basisvoorwaarden goed zijn geregeld bij Oranje. De spelers moeten zo scherp als een mes zijn. Die jongens moeten de absolute focus hebben, zodat ze zo goed mogelijk kunnen presteren. Bovendien moeten ze bereid zijn om ondergeschikt te zijn aan elkaar, ego’s tellen dus niet. En ten slotte moeten ze zo verschrikkelijk trots zijn dat ze dat oranje shirtje mogen dragen.”

Afgelopen week kregen de donkere spelers tijdens de openbare training te maken met racisme. Ondertussen is besloten daar geen statement tegen te maken. Moet er niet juist een krachtig signaal worden afgegeven?
“Dat is de grootste fout die je kan maken, om daarop te reageren. Dit is nou typische praat van journalisten. Die spelers zijn daar om een topprestatie te leveren, niet om het racisme te bestrijden. De spelers moeten zich daar niet door laten afleiden.”

Maar juist internationaal bekende spelers zoals die van Oranje kunnen hier toch iets aan doen, door bijvoorbeeld weg te lopen.
“Je kan wel horen dat je geen topsporter bent. Dit soort gedoe zorgt alleen maar voor afleiding, en zo kun je geen Europees Kampioen worden. Natuurlijk is het verschrikkelijk, en ik hoop dat die idioten geen voetbalstadion van binnen meer zien, maar de enige manier om dit te verhelpen is als een van onze donkere jongens de winnende maakt in de finale. Dan zijn de monden van die klojo’s gesnoerd.”

Heb je gisteren VI Oranje gezien? Ze hadden het weer over je.
“Ik heb niet gekeken. Het is het programma van Johan, Wilfred en René. Daar hebben ze mij niet bij nodig. Ik vind het ook niet zo heel interessant wat ze over me zeggen. Ik heb heel duidelijk gemaakt hoe ik over bijvoorbeeld Johan Derksen denk. Hij heeft wel eens gezegd dat hij zichzelf niet serieus neemt en dat het deels maar satire is. Nou, als hij zichzelf niet serieus neemt, waarom zou ik dat dan doen? Ik begreep dat Carlo Boszhard mijn boek aanprees, en dat Johan het met de grond gelijkmaakte zonder het gelezen te hebben. Dat zegt genoeg.”

Je bent dus niet van plan om aan te schuiven komende zomer?
“Nee, dat is voor mij afgesloten. Twee jaar geleden ben ik er een paar keer bij gaan zitten. Nu niet meer. Ik heb een uitnodiging gehad, maar die heb ik vriendelijk afgewezen.”

Volgende week bellen we weer met Hans van Breukelen.