Nederland verloor gisteren niet van zichzelf, maar van een Duitse ploeg die veel sterker was. Een team dat sinds het WK van 2006 in eigen land steeds meer symphatie wekt. Een elftal zonder types als Effenberg, Kahn, Mattheus of Völler. Tijd voor een lofzang op Duitsland.
Jogi Löw
Het begint bij de bondscoach. Joachim ‘Jogi’ Löw. Als speler alleen bij Frankfurt een beetje op niveau geacteerd en als trainer ook vrij anoniem, tot Jürgen Klinsmann (ook al zo’n symphatieke Duitser) hem bij de nationale ploeg haalde. Na het WK van 2006 nam Jogi het over en speelde Duitsland fris en aantrekkelijk. Löw is geduldig tijdens persconferenties, respectvol over tegenstanders en het rommelt nooit in de groep.
Een ideaal uithangbord. Als je dan ook nog tijdens een beladen wedstrijd tegen Nederland tijd hebt voor een ontspannen dolletje met een Oekraïnse ballenjongen, dan zit je erg op je plek.
In het doel staat Manuel Neuer. De Torwart van de Mannschaft en Bayern München. Pakt alle ballen die hij moet pakken en een paar meer. Straalt rust uit naar zijn verdediging. Ook qua symphatieke uitstraling een upgrade ten opzichte van zijn voorganger, het beest Oliver Kahn.
Dan heb je achterin Flipje Lahm, aanvoerder van Bayern met een glimlach vastgebeiteld op zijn gezicht. Naast hem staan Boateng, Hummels en Badstuber. Verdedigers die het sobere verdedigen tot kunst hebben verheven.
Man uitschakelen, passje naar het creatieve middenveld. Niets meer en niets minder. Ze schoppen niemand kapot, maar ze zijn wel onmogelijk om voorbij te komen. Als tegenstander ben je kansloos, maar je weet wel dat je nog kan lopen na afloop.
Schweini
Schweinsteiger. Wat een heerlijke naam om uit te spreken. Schweinsteiger, Bastian Schweinsteiger. Duitser zijn ze er niet. Niet de grootste pretty boy van het voetbal (zijn vriendin mag er overigens wel zijn), maar wat een longen. Een stofzuiger die blijft gaan en dan ook nog eens een redelijk schot in de benen heeft. Samen met collega Sami Khedira onvermoeibaar en totaal in dienst van de drie creatievelingen voorin.
Dit toernooi is nog niet het zijne, maar Lukas Podolski is een mysterie. Bij zijn clubs een gemiddelde speler, maar zodra hij het nationale tricot aantrekt een doelpuntenmachine en een schrik voor elke verdediging. Na de zomer mag hij het proberen in de swingende ploeg van Arsene Wenger.
Aan de andere kant van de aanval staat Thomas Müller. De hele wedstrijd Oranje-tiener Jetro Willems de baas. Snel, goede passing en alles in het dienst van het elftal. Niet nog even die dribbel doorvoeren om zelf meer in de schijnwerpers te komen staan. Lezen we mee Nederlands Elftal?
In de spits staat Mario Gomez. Spaanse naam, Duits Torinstict. Heeft dit toernooi elke zeven seconden dat hij aan de bal was gescoord. Bij het woord eindstation in het voetbalhandboek staat zijn foto. Maakte een pirouette voor hij de 1-0 scoorde tegen Nederland. Lang, sterk, maar niet log. Zwerft tussen de centrale verdedigers, op randje buitenspel. Staat hij vrij en krijgt hij de bal, dan kan je het doelpunt al ongeveer tellen.
De Duitse Messi
Deze Duitse ploeg is zo al sterk, maar nog geen titelfavoriet. Je hebt die ene geniale speler nodig, die tovenaar, iemand die alles ziet en de bal overal kan leggen waar hij wil. Tussen alle linies door zweeft en altijd aanspeelbaar is. Wikipedia geeft hem de bijnamen ‘Neuer Diego’, ‘Der Deutsche Messi’ en ‘The New Zidane’. Mesut Özil. Geboren vlak na het EK van 1988. Misschien wel belangrijker dan Ronaldo bij Real Madrid. Favoriet van Van der Gijp. Als Duitsland Europees kampioen wordt komt dat door Özil.