Weten & Tech

Rassensegregatie in de Kinkerbuurt: hippe horeca jaagt hoofddoekmeisjes weg

22-06-2012 11:02

Café Alverna is een pareltje aan de Amsterdamse Bilderdijkstraat. Het is een buurtcafé met een groot terras waar altijd zon is. De bezoekers zijn een afspiegeling van de buurt: jong en oud, wit en zwart, ongeschoold en gepromoveerd. Lange tijd was Alverna de enige optie in de Kinkerbuurt, tussen de goedkope eethuisjes, de coffeeshops en de bruine kroeg waar alleen tante Jans en oom Nelissen komen. Met de veranderende bevolkingssamenstelling van Oud-West is ook het aanbod in de buurt veranderd. Net als eerder gebeurde in De Pijp schieten de hippe cafeetjes uit de grond. Tentjes waar je buiten op houten banken zit, waar ze Vedett schenken en waar sgroppino op de kaart staat. Het publiek dat deze identieke cafés aantrekt lijkt ook op elkaar. Het is de nieuwe generatie tweeverdieners die in de voetsporen volgt van de yuppen die van De Pijp een monoculturele buurt hebben gemaakt.

Witte monocultuur
De verwitting van de Kinkerbuurt is al een tijd geleden ingezet. De wijk stond in de jaren ’90 nog bekend als Klein Marokko. Woningbouwcoöperaties en de gemeente werkten samen aan het opknappen van de buurt. Daarbij speelden integratie-idealen steeds een belangrijke rol: wanneer er dure en goedkope huizen naast elkaar staan, zullen de luchtjes in het portiek bewoners tot elkaar brengen. Gentrificatie brengt ook andere voordelen zoals betere voorzieningen en minder overlast.

Het nadeel is echter dat de integratiebelofte niet wordt ingelost. Buurten integreren niet, maar de armere, oorspronkelijke bewoners ‘verdwijnen’. Met gentrificatie stijgen de huizenprijzen en daarmee de huurprijzen. De buurt wordt populairder en oorspronkelijke bewoners worden zo verdreven.

Nieuwe doelgroep
Het opknappen van buurten is een goede zaak. Gentrificatie wordt pas erg als het doorslaat, zoals in De Pijp is gebeurd. Op dit moment is de Kinkerbuurt nog steeds een gemengde wijk en dat zie je terug bij Alverna. Op het terras zitten meisjes met een hoofddoek naast een tafeltje met overgebruinde, overgeblondeerde oude dames. Die diversiteit van Alverna zie je vrijwel nergens en het maakt het café tot een hele fijne Amsterdamse plek.

” Integratie-idealen spelen steeds een belangrijke rol: wanneer er dure en goedkope huizen naast elkaar staan, zullen de luchtjes in het portiek bewoners tot elkaar brengen. “

Alverna bestaat echter niet meer. Op dit moment staat er nog ‘NA’ op de ramen. De boel is verkocht en na het EK zal begonnen worden onder nieuwe naam en met een nieuwe inrichting. Het café gaat Du Cap heten en zal eruit gaan zien als een Bloemendaalse strandtent. Volgens het personeel gaat Du Cap zich richten op een ander publiek. De oude mannetjes en de meisjes met hoofddoek zullen minder welkom zijn. Toen ik vroeg wie dan de doelgroep was, antwoordde de barman: jij. Witte, jonge hoogopgeleiden (ik ben twee van de drie maar dat zie je slecht aan me af) dus, net als in die andere kekke nieuwe tentjes in de buurt.

Keerpunt
De overgang van Alverna in Du Cap markeert een keerpunt in de gentrificatie van de buurt. Het laatste baken van diversiteit verdwijnt en maakt plaats voor pseudohippe eenheidsworst. Du Cap is het begin van het einde. Zodra lifestylewinkels met eenlettergrepige namen opduiken (Leef!, Eet, SHoP), zal de rassensegregatie zich definitief voltooien. De Kinkerbuurt zal een zelfde lot treffen als De Pijp. Gelukkig is het nog niet zo ver. Het tij kan gekeerd wanneer mijn soortgenoten de Bilderdijkstraat 104-106 mijden totdat Du Cap haar doelgroep herziet. Laat de eigenaren zien dat we niet nog een Zola of Zouk in de buurt willen, maar een plek behoeven waar iedereen welkom is.