Beste Bert, voetbal is gemaakt voor vaders en zonen. Van “Willem het begint, doe die kutlego weg” tot “Pa het begint, ik bestel nog twee bier.” Generatiekloven worden geslagen en overbrugd door Koning Voetbal, Beschermer van Scheldpartijen, Eerste van zijn naam, Hoeder van de propvolle Zweetkroeg. Bij het koninkrijk horen helden, en mijn vader en ooms zweren bij de Generaal. Ik. Ik zweerde bij niemand. Ja, ook bij Michels, eigenlijk. Tot voor twee jaar geleden heb ik onze voorgaande successen altijd als Ons Succes gezien. Alsof ik er bij was. De een twaalf jaar vóór mijn geboorte, de ander twee jaar erna. Onze jongens. Rensenbrink op de paal. De kopgoal van Kieft. Een lucky.
Maar wat geeft het.
Volgens mijn vader zou niemand ooit meer zo goed worden. En jij al helemaal niet. Feyenoorder. Met je ene interland. En je pak. Uit Deventer.
De Nees
Op 2 jui 2010, begin van de avond, stomdronken, kletsnat, stond ik voor de deur van Cafe Treffers op de Admiraal de Ruyterweg met m’n vader in Tilburg te bellen. Gewonnen van Brazilie, nog even de halve finale tegen die Uruguayaanse meisjes en dan de finale tegen de Mofrikanen. Gerechtigheid.
Mijn vader was blij, zeker, maar lang niet zo blij als ik. Lelijk gespeeld, een beetje mazzel, geen Nederlands voetbal. Terwijl Nederlands voetbal alleen maar Nederlands voetbal is omdat het Nederlanders zijn die voetballen, dacht ik altijd. Ik hoorde het hem denken: nou gaan Bert van Marwijk en Gregory van der Wiel toch niet doen wat De Generaal en De Verlosser niet konden?
En juist daar hoopte ik het meest op. Eindelijk verlost van de Verlosser, van de Kromme en De Nees en al mijn favoriete voetballers die ik nooit heb zien voetballen. Mijn beurt. Oh man als Robben op de ochtend van de finale zijn teennagels niet had geknipt, nou ja, je kent het verhaal. Je was erbij.
Berry van Aerle
De twee jaar daarna konden m’n vader en m’n ooms er niet over ophouden. In ’74 hadden we moeten winnen, in 2010 niet. Toen was het goed. Nu was het slecht. En, de grootste grap van allemaal, ik word ervan beschuldig sentimenteel te zijn. Teveel vasthouden aan die Ene Verloren Finale. Nou wordt ‘ie verdomme helemaal mooi.
Ik heb geen verstand van voetbal. Ik durf te beweren dat bijna niemand verstand heeft van voetbal. Maar allejezus ik hou van voetbal en doen alsof ik er verstand van heb. En wat is voetbal als je niet mag dwepen. Mijn vijftig jarige buurman zei laatst: ‘Berry van Aerle. Da’s pas een held.’ Ik weet niet zoveel van Berry, maar toch wel dat het niet mijn eerste keus zou zijn.
Gisteren zei Wesley Sneijder voor de camera van de NOS dat het niet makkelijk is om bondscoach te zijn. Iedereen heeft het over de ego’s, van die verwende jochies die zich twee jaar geleden nog alles lieten vertellen en nu op hun eigen stevig betaalde voetbalbenen willen staan. En de coach die halsstarrig vasthoudt aan het oude systeem, blind voor kleine jongens die groot zijn geworden. Dat vroeger niet alles beter was.
Uiteindelijk trapt iedereen in die valkuil.
Onnederlands
In Nederland valt het niet mee geaccepteerd te worden als Een van de Grote, vraag dat maar aan Paul Verhoeven. Het duurt een jaar over twintig, lang genoeg voor één generatie om op te groeien en het oneens te worden met hun vaders. Tot die tijd ben je ‘Bertje’. Mazzelaar. Lelijke trainer. Tactisch. Onnederlands. Tot ik het voor het zeggen krijg, en dan zullen ze het allemaal weten. Bert van Marwijk jongen, zo goed worden ze nooit meer.
Twee jaar geleden speelden we het eerste eindtournooi waar ik stomdronken mocht worden van overwinningsroes. Van de wet, jazeker. Zo weinig hebben we te vieren gehad de afgelopen vierentwintig jaar. Mijn vader zegt dat jij niet in het lijstje ’74, ’88 mag. Fuck ‘em. Al die dwepers. Ik begin een nieuw lijstje: Bert van Marwijk. Mijn eerste en enige WK-finale.
Ik heb m’n poule in 2010 gewonnen en in 2012 verloren, net als jij. Dus ik zou zeggen dat we quitte staan. En nog wel iets meer dan dat. Held.
Willem Bosch is scenarioschrijver. Hij heeft ook een mening over van Bommel, Huntelaar, en Afellay, maar die slaat eigenlijk nergens op.