Kenny zeg dat hij ze allemaal al eens heeft geklopt. Klopt. In de Ronde van Turkije versloeg hij Greipel, Petacchi en Farrar. Twee dagen op een rij. En hij versloeg Cavendish tijdens de ZLM tour in Boxtel, hoewel Cav toen eigenlijk niet echt meesprintte.
Kenny verloor in Boxtel vervolgens zelf ook weer van Marcel Kittel. Maar indien we dat duel meetellen dan staat het momenteel ongeveer 70-1 in het duel Cav-Kenny. Kenny van Hummel is een van Nederlands beste sprinters. Hij wint jaarlijks een stuk of vijf massasprints, veelal in Drenthe, Taiwan of Turkije. Maar hij heeft ook mooie zeges in koersen als de Driedaagse van Duinkerken en de Ronde van België op zak. Hij werd zelfs bijna Nederlands Kampioen op de draf- en renbaan van Landgraaf. Kampioen Kenny in rood-wit-blauw, dat zou wat geweest zijn.
Kenny beweerde eerder dit jaar naar de Tour te mogen. Die zelfverzekerdheid werd door nogal wat kritische volgers in twijfel getrokken. Wat had hij daar immers te zoeken?
Hij bleek kilo’s afgevallen. En vastberaden voor iedere kans te knokken. Karakter Kenny. We hebben het kunnen zien de afgelopen week. In de massasprints kwam hij er tot de etappe naar Metz niet echt aan te pas, maar Kenny werd een van de smaakmakers van de tussensprints. Ook leuk. Zeker omdat de nieuwe Supersprint halverwege een vlakke etappe het enige spannende moment is in een doorgaans voorspelbaar koersverloop. Een trailer voor de massasprint in de finishplaats later op de dag.
De tussensprint van de derde etappe naar Boulogne-sur-Mer werd een uitgelicht voorbeeld van hoe de verhoudingen liggen. De sprint vindt plaats op een weg met een dikke gele band, omzoomd door onderbroken witte strepen. Het lijnenspel maakt van deze weg een echte piste, maar dan recht en zonder steile wanden. De wegmarkering is als een liniaal waarlangs de spurters zichzelf naar topsnelheid schieten; een mooi hulpmiddel om te zien wie van zijn lijn afwijkt. Kenny’s tussensprint wordt aangetrokken door een ploeggenoot. Daarna zwiept en slingert hij zich vol overgave naar het groene doek van sponsor PMU. Hij gaat rechts van de gele band af en hindert Cavendish. Commentator Maarten Ducrot ziet het: ‘Hij geeft Cavendish een kwakje! En Petacchi, de gentlemansprinter, blijft keurig op z’n lijn’.
Het kwakje is genoeg voor een goede uitslag in de tussensprint. Desondanks rijdt Cavendish onbewogen langszij om de tussensprint te winnen. De Italiaanse gentleman neemt minzaam genoegen met wat kruimels die de kamikazes hebben gemorst. Ingehouden, er komt nog een hoofdmaaltijd over 100 kilometer, en niet iedereen verteert dit voorgerechtje goed. Er zijn zelfs sprinters die de eerste gang overslaan. Tom Veelers bijvoorbeeld. En André Greipel.
Er kwam bonje van met opperspurter Mark Cavendish. Wie het filmpje terugkijkt ziet Kenny op volle snelheid in zijn karakteristieke ‘ik-geef-alles-pose’ met de tong op het asfalt terwijl de wereldkampioen fluitend langszij rijdt met een even vernietigende als vernederende blik. Hij vond dat Kenny zich niet moest bemoeien met de tussensprints. Dat is voor grote jongens, niet voor hummeltjes, zo leek hij te willen zeggen.
De interviewer van de NOS kreeg direct na de bewuste etappe de mooiste quote van de Tour tot dusverre: ‘Hummeltje heeft daar schijt aan’. Het was, voor alle duidelijkheid, Kenny van Hummel zelf die deze zin liet optekenen. De woorden zagen er prachtig uit op teletekst pagina 601.
Kenny zal hebben teruggedacht aan zijn eerste Tour waarin hij met de kleinduimpjes van team Skil mocht meerijden. Cavendish deelde toen een sneer uit aan Piet Rooijakkers, ploeggenoot van Kenny. Ook Piet werd even weggezet als kleine jongen. Als hummeltje in de Tour. Kenny zal ’t voorval niet zijn vergeten. Het heeft hem getergd, zoals het gedrag van Cavendish menig ander sprinter heeft getergd. Daar zal Cavendish nog wel een paar keer last mee krijgen. ‘Je krijgt wat je geeft’, zei voormalig topsprinter Robbie McEwen er over tijdens de NOS Avondetappe. Misschien dat Cavendish dat in zijn achterhoofd had toen hij de volgende dag z’n excuses kwam aanbieden bij de Touringcar van Vacansoleil.
Toch, Hummeltje zal er op gebrand zijn om de stand tijdens de Tour naar 70-2 te brengen. Hij is die kilo’s kwijt zodat de bezemwagen niet ieder uur hoeft te vragen of ze hem al mogen opvegen. Die kilo’s worden na de eerste rustdag ingeruild voor een busabonnement met genoeg saldo om over de Alpen te komen.
En dan komen er nieuwe kansen, tegen een ongetwijfeld uitgedund sprintersbal.
Als hij wint zal het nipt zijn. Al zijn zeges zijn nipt. Hij zal er voor moeten knokken, kwakken, duwen. Zijn hoofd zal naast zijn ellebogen hangen. En als hij slim is, skipt hij de Supersprint onderweg. Hij deed het vrijdag, in de rit naar Metz. Hij werd vierde, z’n beste uitslag tot nu toe.
Bij winst zal hij juichen met één arm in de lucht, ouderwets, zoals Gerrie Knetemann. Die reedt ooit ook in ’n trui van Skil.
Een renner met schijt aan Cavendish. Het lijkt mij een heel gezonde instelling voor een sprinter in de Tour.