Elke maandagochtend een overzicht van wat er dit weekend is gebeurd op sportgebied. Met een enorme focus op Nederland. Waarom? Nou ja, omdat er .nl in onze URL staat. Deze keer alleen wielrennen. Om te beginnen met Marianne Vos.
Marianne Merckx
Als het iemands weekend was, dan was het het weekend van Marianne Vos. Alleswinnaar van beroep. Zaterdag voegde ze de Giro Donne voor de tweede keer aan haar indrukwekkende erelijst toe. Niet alleen werd ze eerste in het algemeen klassement, ze won ook nog eens vijf van de negen ritten. Zoals de heren Ducrot en Dijkstra treffend zeiden toen Vos zondag bij hun aanschoof: Merckxiaanse toestanden. Die vijf ritten bestonden onder andere uit een massasprint, een tijdrit en een bergetappe. Allround is een treffende omschrijving.
En dat kort nadat ze haar sleutelbeen brak in de beroemde Parkhotel Valkenburg Classic. Haar ploegleider Jeroen Blijlevens suggereerde ooit dat hij het wel zag zitten om Marianne een keertje mee te laten rijden met de mannen. Dat zou ze best aankunnen volgens hem. De vraag is of dat zinvol is, maar het is in ieder geval een mooi compliment.
Op haar zesde kreeg ze haar eerste koersfiets, won toen ook al veel en trainde nog extra door op haar stadsfiets kilometers van en naar school te fietsen.
Alleseter
Vos is niet alleen een topper op de weg. Ook de blubber en de baan kennen voor haar geen geheim. Een korte bloemlezing: twee keer wereldkampioen op de weg, twee keer wereldkampioen op de baan, één gouden olympische medaille en vijf keer wereldkampioen veldrijden.
Zou een man die resultaten behalen, dan zouden de kranten elke dag vol staan, zou hij het ene na het andere lucratieve sponsorcontract tekenen en een paar keer per jaar met doping in verband worden gebracht. Dat gaat allemaal aan Vos voorbij. Het gebrek aan televisie-aandacht is daar natuurlijk debet aan.
Onterecht, want waar in sommige sporten het duidelijk is dat vrouwensport een niveau lager is, is dat bij vrouwenwielrennen een stuk minder. Iedereen kan fietsen, het is puur kracht tegen kracht. De ploegen zijn vaak kleiner dan bij de mannen, dus het is moeilijker het peloton te controleren. Dat zorgt er voor dat koersen spectaculair zijn en de winnaar niet van tevoren vaststaat. Behalve als Marianne Vos meedoet natuurlijk.