Deze Tour gaat voor mij al lang niet meer over wie er wint. Wiggins trekt me niet zo, het handje van Froome ook niet. Jammer dat de Hollanders er weer niet in zijn geslaagd potten te breken. Sagan de groene trui? Leuk voor ‘m. Het doet me niet zoveel, niet meer sinds ik kennismaakte met een iets langs de kant van de weg. Iets dat interessanter was dan ‘Wiggo’ en zijn machteloze concurrenten. Een bidon op pootjes.
Het was in de eerste Tourweek dat ik ‘m voor het eerst zag. Een grote witte bidon. Langs de weg. Hollend naast de renners. Het fascineerde me. In al die jaren dat ik de Tour volg heb ik al van alles voorbij zien komen, iedereen kent bijvoorbeeld de duivel, het boratje of de blote billen.
Maar dit was nieuw. Dit was geen levend wezen. Geen Australische kangaroe, of zo. Het was een bidon op korte witte pootjes. En dan begin ik mij voorstellingen te maken. Daar heb ik ook alle tijd voor, want Wiggins houdt het geel wel, Sagan of Greipel wint de sprint en Voeckler doet aan theater. Wie zit er in de bidon met pootjes? Is het een team? Hij was er tenslotte vrijwel iedere etappe. Misschien is het wel een oud-renner. Je weet het niet. We zullen het nooit weten.
En, weet u, eigenlijk interesseert het me ook geen fluit wie er in die bidon zit. Welke oelewapper zich ’s ochtends in zo’n pak hijst. Feit is dat het me opvalt omdat er niet gekoerst wordt. De Tour is saai dit jaar. Niemand kan wat, iets wat onderstreept wordt door een gele truidrager die niet met z’n knecht mee kan. Het tuft maar naar boven, rijdt een tijdritje en wint de Tour de France. C’est ça.
Dit is ongetwijfeld een Tour die we met z’n allen snel zullen vergeten. Alleen de bidon op pootjes zal me herinneren aan de 99ste Tour de France. Laat die honderdste alsjeblieft een spektakel van jewelste worden, één jaar hollende bidonnen is wel genoeg.
(Ik kon het niet laten om toch even uit te zoeken waar die bidonman nu vandaan kwam. Het verhaal achter de bidonholler lees je hier.)