NRC
NRC-chef Peter van der Ploeg schrijft zijn recensie in de vorm van een open brief aan Zomergasten-presentator Jan Leyers. De open brief, dat is toch een beetje het Big Mac Menu onder de recensie-genres; het vult maar eventjes, en je gaat er altijd van uit je bek stinken. En dat bleek opnieuw. Na “Beste Jan” had Van der Ploeg beter kunnen stoppen.
Peter van der Ploeg begint zijn artikel met een onbegrijpelijke beeldspraak, je schrijft voor NRC of niet. Hij vergelijkt het drie uur durende tv-gesprek met een per ongeluk ontsnapte scheet. “Zo voelde het gesprek met Micha Wertheim gisteravond in eerste instantie een beetje. Het werd erger, want Wertheim liet wel erg duidelijk merken dat hij die van jou hoorde, en we roken thuis allemaal die van Wertheim. Het was het meest ongemakkelijke wat ik in tijden op televisie heb gezien.” Dat was dus het meest ongemakkelijke wat ik in de afgelopen maanden heb gelezen. Tekenend voor de spagaat bij NRC; aan de ene kant indruk willen maken met hoogdravende vergelijkingen en metaforen, aan de andere kant jong, snel en wilde winden laten. Persoonlijk vind ik een beeldspraak best kunnen, maar doe dan iets met een Big Mac ofzo. Als die niet klopt, dan denkt de lezer alsnog: ik snap ‘m niet, maar het zou best eens waar kunnen zijn.
NRC: 1 ster, om een wind mee te laten
Sargasso
Max Molovich schreef een prachtige ‘nabeschouwing‘ voor Sargasso. Op sublieme wijze weet hij het gesprek tussen Jan Leyers en Micha Wertheim te vangen in enkele veelzeggende beelden. Hij poetst die beelden op, kleurt ze in en schotelt zijn lezers een diavoorstelling vol aangrijpende World Press Photo’s voor. Zo beschrijft Molovich hoe de verhalen van Wertheim totaal niet aansloegen bij zijn gastheer: “De twee verhalen ketsten op Jan Leyers af als een vrolijke stuiterbal op een marmeren graf. Er kon geen glimlachje vanaf bij Jan Leyers.” U begrijpt: Molovich beheerst de beeldspraak beter dan zijn NRC-collega.
Maar daar zit ‘m meteen het probleem. Molovich’ stijlfiguren staan niet in dienst van een goede Zomergastenrecensie, zijn Zomergastenrecensie staat volledig in dienst van zoveel mogelijk bijzondere stijlfiguren. “Pure zweethandentelevisie”, Wertheim zat zo “hyperbewust” in de uitzending, dat hij “zelf die derde persoon werd”, Wertheim “nam de regie over” waardoor Leyers “zijn interviewhakken in het zand zette”, en of gast en gastheer elkaar “aangeraakt” hebben weet Molovich niet, maar wel dat de twee “elk op hun eigen planeet” zaten.
Molovich beschrijft hoe hij steeds dieper wegzakt in zijn IKEA-bank. Misschien moet de Sargasso-auteur minder blowen op zo’n avond, dat zou ook de leesbaarheid van zijn stukjes ten goede komen.
Sargasso: 3 sterren, iets te veel in de wolken om ook die laatste twee sterren te zien
De Dagelijkse Standaard
“Micha Wertheim zat in Zomergasten omdat hij hoort bij de mensen die deugen”, schrijft Joost Niemoller op De Dagelijkse Standaard. Hij had het stukje ook de titel “Waarom iedereen een lul is behalve ik” mee kunnen geven, of nog feitelijker: “21 keer het woord deugen in een stuk van 600 woorden”. Wat zijn schrijfsel precies met Zomergasten te maken heeft, blijft totaal onduidelijk. Het is een onsamenhangende verhandeling over mensen die deugen en mensen die niet deugen. Diegenen die deugen, deugen eigenlijk niet, maar dat hebben alleen de mensen die ook deugen (en dus eigenlijk niet deugen) door. En dit was dan nog het meest begrijpelijke deel van zijn verhaal.
Als een moderne Dante, maar dan heel slecht, beschrijft Niemoller de kringen van de hel die ‘deugers’ voor zichzelf geschapen hebben: “De VPRO, en met name het programma Zomergasten vormt daarmee de binnenste kring van de mensen die deugen. Daaromheen heb je bijvoorbeeld de VARA. Daar moet men van alles en nog wat gaan benoemen, zoals dat de PVV niet deugt, want ze moeten zichzelf continu bewijzen. Wie bij de VARA zit, voelt zich onvolledig en gefrustreerd, en dat straalt er dan ook vanaf.”
Het artikel van Niemoller deugt van geen kanten, maar dat zal in zijn eigen belevingswereld vast een compliment zijn. Niemoller lijkt met zijn repetitieve kolder nog het meest op een soera reciterende fundamentalistische imam, maar sluit dan plotseling helder en to-the-point zijn stukje af: “Voor de gelegenheid heb ik er een artistieke foto bij gemaakt van het onweer buiten op dat moment. Het onweer zelf zie je niet, en het is ook een beetje vaag, maar dat hoort dus zo.” Twee min of meer lopende zinnen, die door vrijwel iedere lezer begrepen zullen worden. Hulde!
De Dagelijkse Standaard: 1 ster, voor het onweer
Jeroen Weghs heeft wel genoten van de recensie van Bas Paternotte op DeJaap. Zijn Zomergastenrecensies Tweede Scherm vindt u hier.