“Ik heb geen vooroordelen over Marokkanen, althans, ik wil ze niet hebben. Ik ben niet opgevoed om mensen over één kam te scheren.” Ik hoorde deze uitspraak laatst nog en lang heb ik mezelf hetzelfde voorgehouden. Maar op de vraag “Je wíl ze niet hebben, maar je hebt ze dus wel?” komt vaak het zelfde antwoord: “je kunt er niet omheen om vooroordelen te hebben”. De reden dat we er niet omheen kunnen is simpel, ze worden keer op keer bevestigd.
Laten we vooral niet alle Marokkanen over een kam scheren
Zelf ben ik geen PVV stemmer, maar ik heb jarenlang mezelf voorgehouden dat dit een principekwestie was. Als je PVV stemt ben je immers ook anti-islam, iets wat ik mezelf niet zou willen noemen. En, puur om deze reden, heb ik me nooit verdiept in het verkiezingsprogramma van de PVV. Ik zou dus niks kunnen zeggen over de inhoud van Geerts politieke beloftes, enkel dat hij anti-islam is en dat weiger ik nog steeds te zijn. Net als vele van u die zullen blijven zeggen ‘maar er zijn ook goede Marokkanen, we moeten ze niet allemaal over één kam scheren’. Eens. En toch doen we dat wel. Simpelweg door geen vooroordelen te willen hebben en daarmee ontkennen we een probleem. Laten we alstublieft geen racist zijn en dan maar alle Marokkanen over de positieve kam scheren. We zijn tenslotte goed opgevoed en binnen dat plaatje past geen racisme. Maar de waarheid onder ogen zien, betekent helemaal niet dat u racist bent. Dat is simpelweg: de waarheid onder ogen zien.
Uitschot is niet uit te roeien
Uiteraard hebben we altijd uitschot gekend binnen onze samenleving. Toch is het wonderlijk hoe bepaalde mensen zich zó belachelijk kunnen gedragen, dat het je grootste verbazing te boven zal gaan. Het soort gedrag dat nog een stap verder lijkt te gaan dan het ergste uitschot dat je je voor kunt stellen. Dit zeg ik met een paar bepaalde situaties voor ogen. Ik zal een situatie kort voor u schetsen.
De trein vanuit Utrecht naar Rotterdam op vrijdag middag, een uur of drie. Door werkzaamheden bij Gouda zijn er behoorlijk wat problemen en vertragingen op dit traject. De trein is dan ook iets voller dan deze normaal zou zijn. Desalniettemin is er voor iedere reiziger een plekje te vinden, voor mij gelukkig ook in de stiltecoupé. Ik heb een stapel artikelen weg te werken, dus de stiltecoupé is voor mij een absolute uitkomst, mits deze daadwerkelijk stil is dan. In de vierzitter naast mij zitten de twee meisjes. Hoogstwaarschijnlijk geboren in Nederland met Marokkaanse ouders. De twee weten ieder vooroordeel dat ik tot nog toe had over onbeschofte jeugd, ver te overtreffen. Een ander Marokkaans meisje in een roze trainingspak komt voorbij. Zonder dat dit meisje er ook maar aanleiding voor geeft wordt zij met luid kabaal geheel belachelijk gemaakt. Het zelfde gebeurt met een stel dat zoekend naar een plek voorbij loopt en jawel, ook een tweede stel.
De twee beginnen vervolgens een gesprek dat amper te verstaan is. Niet vanwege het volume waarmee ze converseren, dit is namelijk vele malen harder dan nodig. Het komt door een prachtig aangeleerd accent dat alles behalve Nederlands klinkt maar het toch blijkt te zijn. Dit is af te leiden uit de enige woorden die veelvoudig terugkomen en wel duidelijk te verstaan zijn: ‘kanker’, ‘hoer’, ‘slet’ en ‘ik maak haar dood’.
De trein is vol dus zeur niet zo, kankerslet
Ik ben iemand, geef ik eerlijk toe, die zich dood ergert aan dit gedrag, maar er niet altijd iets van zegt. Ik schat altijd de situatie in: hoe groot is de kans dat ik het er vanaf breng zonder kleerscheuren? Deze inschatting had ik nu ook gemaakt en besloten dat ik beter mijn mond kon houden. Mijn buurvrouw dacht daar anders over “dit is de stiltecoupé” zegt ze met een liefelijk stemmetje tegen de twee meisjes. Het gevolg is een tirade waarin de eerder genoemde woorden uiteraard nadrukkelijk worden herhaald. Een samenvatting van deze tirade: ‘de trein is vol dus zeur niet zo, kankerslet’. Uiteraard was er vanaf toen niemand meer die iets zei, en ik ook niet.
Natuurlijk liep de trein extra vertraging op waardoor ook de conductrice doodverwensingen naar haar hoofd geslingerd kreeg (met de welbekende woorden die ik weiger vaker te noemen in dit stuk). U zult begrijpen dat deze dames haast hadden. Zo bleek uit hun gesprek in ieder geval. Haast met zo snel mogelijk hun shop-trip voort te zetten. Zo hadden ze die dag al aardig buit gemaakt in verschillende winkels waar de prijzen van kleding niet onder de 100 euro uitkwam. Er werd door de dames geen geheim van gemaakt dat de kleding niet afgerekend was en dat ook de kleding die nog geshopt ging worden niet afgerekend zou gaan worden. Totale werkschema’s van beveiligers in Rotterdam werden doorgenomen met als eindconclusie dat de dames die middag hun slag gingen slaan in de Guesswinkel.
Moraal van dit verhaal
Om een lang verhaal kort te maken, kom ik tot mijn besluit dat mijn vooroordeel over Marokkaanse jongeren bevestigd is die middag in de trein. Deze dames hadden absoluut geen respect voor hun medereizigers en hadden daarbij die dag een garderobe bij elkaar gestolen ter waarde van een maandsalaris van de gemiddelde burger in Nederland. Ik ben daardoor geen PVV stemmer geworden maar durf nu wel te zeggen dat het niet verkeerd is om vooroordelen te hebben. Ik ben geen racist als ik deze twee meisjes ‘het uitschot van de samenleving’ noem. En ik ben ook geen racist als ik stel dat dit gedrag niet getolereerd hoeft te worden. Een vraag die ik u wil stellen is, lossen we dit probleem binnen de samenleving op door in opstand te komen tegen dergelijk uitschot? Ja! De vraag blijft, wie durft ertegen in opstand te komen? Ik denk dat dit maar weinig mensen zijn. Een goed begin is echter toegeven dat er kut-Marokkanen bestaan. Dat onze vooroordelen keer op keer bevestigd worden. En dat we dus toe moeten geven dat we in dit land wel degelijk een probleem hebben… het ontkennen van het hebben van kut-Marokkanen.