Het verkiezingscircus is pas echt begonnen en eerlijk gezegd heb ik hier naar uitgekeken. Wilders is terug van vakantie en liet zaterdag op het congres te Rotterdam zijn campagne van start gaan. Die koffertjes uit Amerika hebben geen eindeloze bodem, dus is zo’n korte campagne allesbehalve onbegrijpelijk. Maar waar had Wilders gisteren over?
Wilders hartje Fortuyn. Ik kan het me in elk geval niet herinneren, maar volgens mij heeft Wilders zich nog nooit zo opgeworpen als reïncarnatie van Pim. Dat verklaart mogelijk de keuze voor Rotterdam: de plek waar ‘de Fortuynrevolutie’ aanving. Hij haalt het ‘NOS debat’ (het doornemen van vakantiekiekjes en het geknuffel van de lijsttrekkers) aan om de politiek van voor Fortuyn te illustreren: “keuvelende meneren en mevrouwen, die elkaar gezellig de bal toespelen.” Zo ver zat Wilders er niet naast: het grootste vuurwerk kwam van het ideologische debat tussen Kees van der Staaij en Alexander Pechtold. Een debat in de marge.
Europa en multiculturalisme
Wilders richt zich zoals gewoonlijk tegen het multiculturalisme en tegen Europa. Beide kosten de Nederlanders geld, wat beter besteed kan worden aan belastingverlagingen en BTW-verlagingen. Wilders werpt zich op als een beschermer van de bestaande rechten die toebehoren aan de ingezetenen van de natie. Hij rept over de maatregelen van het Kunduz-akkoord: de verhoging van de BTW, het verhogen van het eigen risico en de hervormingen op de arbeidsmarkt. Daarmee is Wilders linkser dan hij ooit zal willen toegeven. Links en conservatief, wat betreft zijn economisch beleid. Rechts en nationalistisch wat betreft zijn integratie-, immigratie- en Europees beleid. Pechtold en Wilders zijn in feite twee zijden van dezelfde medaille: een meer democratische EU of het verlaten van de EU. Alles of niets.
Wat stond er vandaag in de kranten? De aanvallen van Wilders op Roemer. Eerlijk gezegd, die waren niet mals. Roemer zou gratis geld uitdelen, miljarden aan ontwikkelingssamenwerking willen uitgeven, een Eurofiel zijn en niet wars zijn van massa-immigratie. Roemer is naast Rutte de enige politicus die genoemd wordt. Dit maakt twee dingen duidelijk. Wilders vreest Roemer. Een regering met zowel de SP als de PVV is wat betreft de economische agenda niet ondenkbaar (beide links), maar Roemer kan het aan zijn achterban niet verkopen Wilders binnen te halen in een regering (daar hij een gedoogconstructie uitsluit).
Politiek instinct van Wilders
Het politiek instinct van Wilders is ongekend. De aanvallen op Rutte en Roemer zijn niet alleen ingegeven door hun kopposities in de peilingen. De laatste dagen heeft het de media bereikt en Wilders weet het nu ook: er komt een coalitie met Rutte én Roemer. Desnoods met PvdA en D66, of met het CDA. Waarom ik er zo zeker van ben? De column van Jort Kelder (Mark Rutte’s homeboy) in Quote sprak boekdelen: “Geen top zonder bodem; de achterban van de SP en VVD kunnen niet zonder elkaar.(…) Majesteit, zet Rutte en Roemer op het bordes en laat ze samen die inertie aanpakken. En anders? Niet stemmen of revolteren.” Het schrikbeeld van een Roemer en Rutte die Nederland in de uitverkoop doen is zo gek nog niet. Niet wat betreft het in de uitverkoop doen. Maar wel dat wat ze ook doen na 12 september, ze het hoogstwaarschijnlijk samen doen.
Niet voor niets stelde Wilders een coalitie met Rutte, Roemer én de PVV voor. En zowaar, de partij is weer relevant geworden. Er zou een tweestrijd op rechts met de VVD zijn ontstaan en het kan zo maar zijn dat de PVV weer nodig is bij de vorming van een volgend kabinet. Wie meende dat Wilders tot de marge was veroordeeld, juichte te vroeg.