Vegadochters deel I

04-09-2012 11:25

“Dit is een hele blije kip!” constateerde ik toen ik een hap genomen had van m’n zeer goed gelukte ovenkip met thijm en rozemarijn. “Getver mam, niet zeggen. Nou zie ik een kip voor me en dat vind ik zielig”, zei dochter S en ze legde haar vork met een stukje kip eraan terug op haar bord.

Plak ham kreeg een gezicht
Oke, nieuwe fase in het opvoedgebeuren. Men wordt zich kennelijk bewust van wat er op tafel staat. Interessant. Ik dacht eigenlijk dat we dit al hadden afgehandeld toen ze een jaar of vier was en ik iets zei over plakjes ham die van een varken komen. Ze keek me toen verbijsterd aan en barstte in keihard lachen uit: een várken! Nee! Dat kón toch niet! Maar ze at er tien jaar lang geen hamkaastosti minder door. Tot vorige week dus, toen de plak ham een gezicht kreeg. Of in dit geval: de kippenbout.

Ik ben Toos van der Valk niet
“Je gaat toch geen vegetariër worden?” vroeg ik. Noem het onaardig, maar ik heb daar geen zin in. Ik houd van vlees en ik kan het ook bijzonder lekker klaarmaken. Het zou me spijten als dat niet meer mag. En ik peins er niet over om meerdere menu’s per dag aan te bieden: vlees, vis en vegetarisch… ik ben Toos van der Valk niet!

Tot mijn ellende kreeg S bijval van haar jongere zus. Die vond het ook ineens zielig voor de dieren. Maar helemaal zonder vlees, dat zagen ze niet zitten – goddank! – daarvoor was vlees nou eenmaal te lekker. Er ontstond een onderhandelingssituatie en uiteindelijk zijn we overeengekomen dat we twee of drie avonden in de week vleesloos gaan eten: de avonden dat echtgenoot – behept met een gediagnostiseerd tofufobie – avonddienst heeft.

Alles krijgt een cijfer
Om niet al te veel inbreuk te maken op m’n keukenroutine, blijf ik m’n gewone gerechten koken, maar dan met producten uit het vegaschap in de supermarkt – dat náást het vleesschap ligt, de sadisten! We maken er een wedstrijd van: alle vegadingen krijgen een cijfer – van 1 tot 10 – en aan het eind hebben we een winnend vegading. Deze methode passen we al jaren toe bij rookworsten: elke week testen we een andere en we sluiten de winter af met het aanwijzen van de winnende rookworst. Afgelopen jaar was het de huisgemaakte rookworst van de slager in winkelcentrum Seinhorst, maar die koop ik toch nooit meer want hij is niet te betalen en veel te klein voor vier personen.

Deze week in de test
Uiteraard worden de borden zonder mopperen leeggegeten, hoe smerig het vegaproduct van de dag ook is. Want ‘wie wilde hier vegetarisch lopen doen, hè?’ We zijn begonnen met de kaasschnitzel en de groenteburgers van Vivera met gebakken aardappeltjes en roerbakgroenten.

Het testpanel
De meningen liepen uiteen. Dochter S bliefte de groenteburger niet – “ik ga over m’n nek!” –  terwijl dochter A en ik die prima wegkregen. Wij hadden meer moeite met de kaasschnitzel. Ik las op de verpakking dat er wel drie soorten kaas in zitten, maar feitelijk smaakt het geheel naar een zoute klont rubber met een korstje. A: “wat ís dit: een homp gebakken kaas? Serieus!” S daarentegen, zat er met smaak op te knagen.

Score
Groenteburgers: een 7
Kaasschnitzel: een 5

Volgende keer: de vegetarische balletjes.

CC-Foto: Gavin Schaefer