De mooiste redding van een keeper is niet de moeilijkste, maar de belangrijkste redding. Met de erfenis van Van der Sar op zijn schouders wist Stekelenburg op het WK in 2010 dat hij minstens één zo’n redding moest maken en tegen Brazilië kwam dat moment. Het schot van de Braziliaanse meester Kaka krulde hard richting de kruising tot ‘Steek’ hem er soeverein uitranselde en de absolute nummer één van Nederland werd. Afgelopen vrijdag tegen Turkije zat de keeper op de bank. Niet Krul, maar Stekelenburgs transfer naar Italië is daarvoor verantwoordelijk.
Keeper als veldspeler
De afgelopen paar wedstrijden die Stekelenburg in Oranje speelde waren dan ook niet best en deden denken aan zijn beginperiode bij Ajax. Hij twijfelde; lag te vroeg op de grond bij één op één situaties, kwam onzeker uit zijn vijf meter en hoge ballen (toch al niet zijn sterkste punt) waren onder het mom van vrouwen en kinderen eerst. Het Italiaanse spel had ook zijn prestaties in Oranje beïnvloed.
Herkenbaar? Voor mij wel. Van der Sar kende eenzelfde fase bij Juventus en ook Oscar Moens en Harald Wapenaar overkwamen het in Italië. Logisch ook: keepen in Nederland en keepen in Italië is een wereld van verschil.
Het Nederlandse voetbal leidt de keeper op als veldspeler. Hij moet kunnen meevoetballen, is vaak aan de bal, is continu in beweging en dus betrokken bij het spel. Tel daarbij op dat de verdediging in de Nederlandse eredivisie niet altijd even sterk is en het gevolg is dat een keeper – of hij nou bij VVV of Ajax speelt – elke wedstrijd wel een aantal ballen te verwerken krijgt.
In Italië, het land van Cannavaro, Gattuso en Materazzi, is verdedigen een heilige zaak en dé spits er één van het kaliber Totti of Inzaghi. Negentig minuten zie je ze niet en in blessuretijd beslissen ze de wedstrijd. Gevolg? De keeper is een wachter in de letterlijke zin van het woord. Hij wacht, wacht, wacht… en moet er dan opeens staan.
Dat ene moment
Dat is niet erg en een goede keeper moet dat kunnen, maar het heeft tot resultaat dat een transfer naar Italië een riskante gok is. Tim Krul en Michel Vorm kozen voor Engeland en worden elke week getest door een manier van voetballen die aanvallend is en zich afspeelt in de zestien meter. Edwin van der Sar leefde op bij Fulham na verlost te zijn van het Turijnse muurtjes bouwen achterin. Harald Wapenaar werd bij Vitesse een cultheld na zijn Italiaanse avontuur bij Udinese. Veel reddingen kunnen maken geeft zelfvertrouwen voor dat ene belangrijke moment dat je er écht moet staan. En hoewel het duidelijk mag zijn dat in Italië dat ene belangrijke moment – Inzaghi in de negentigste minuut – juist op de loer ligt, heb je soms wedstrijden nodig waar je als keeper in kunt groeien. En die heb je in Italië te weinig.
Misschien vanavond. Hoewel de kwalificatiewedstrijd tegen Hongarije vanavond niet dé wedstrijd der wedstrijden is, zal het voor Stekelenburg een vuurproef zijn om te laten zien dat hij de beste keeper van Nederland is. Daar is hij toe in staat. Toen Kenneth Vermeer bij Ajax werd verkozen boven hem kwam hij later ijzersterk terug. Alleen, daarvoor is hij als keeper ditmaal wel afhankelijk van de wedstrijd.
Voor Stekelenburg hoop ik dan ook dat de Nederlandse defensie zich weer eens ouderwets af en toe laat piepelen. Die ene belangrijke redding maken, zelfvertrouwen opdoen en in de winterstop zo snel mogelijk weggaan uit Italië. Dan komt het best goed met Stekelenburg. De vraag is alleen of Krul hem dan niet al voorbij is gestreefd.